In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder vrijgesproken van gekwalificeerde diefstal, maar veroordeeld voor het subsidiair tenlastegelegde opzetheling, waarvoor hij een taakstraf van 120 uren kreeg opgelegd. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen deze veroordeling. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank zou bevestigen, maar met een lagere straf. De raadsman van de verdachte heeft primair vrijspraak bepleit en subsidiair een strafmaatverweer gevoerd. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij het de bewijsvoering heeft aangevuld en verbeterd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte actief betrokken was bij de verkoop van gestolen speelgoed en dat er sprake was van een nauwe samenwerking met medeverdachten. Het hof heeft de opgelegde straf herzien en een taakstraf van 133 uren opgelegd, met inachtneming van de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. Tevens is een geldbedrag van € 500,00 verbeurd verklaard, dat onder de verdachte in beslag was genomen. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank voor het overige bevestigd.