Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
,hoewel behoorlijk opgeroepen, niet op de mondelinge behandeling verschenen.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om de beëindiging van het gezamenlijk gezag van de ouders over hun minderjarige kind, geboren in 2013. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft het hof verzocht de beschikking van de rechtbank Limburg te vernietigen, waarin het verzoek om het gezamenlijk gezag te beëindigen was afgewezen. De vader, verweerder in hoger beroep, is niet verschenen op de mondelinge behandeling. De minderjarige staat sinds 2018 onder toezicht van de gecertificeerde instelling en heeft gedragsproblemen, waarvoor hulpverlening noodzakelijk is. De moeder voert aan dat er geen communicatie meer is tussen de ouders, wat de uitoefening van gezamenlijk gezag bemoeilijkt. De vader heeft al geruime tijd geen contact met de minderjarige en heeft in maart 2021 schriftelijk laten weten in te stemmen met eenhoofdig gezag van de moeder.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen, waaronder het gebrek aan contact tussen de vader en de minderjarige, en de noodzaak voor de moeder om beslissingen te nemen in het belang van het kind. Het hof concludeert dat er sprake is van gewijzigde omstandigheden die een beëindiging van het gezamenlijk gezag rechtvaardigen. De moeder is ontvankelijk in haar verzoek en het hof oordeelt dat het in het belang van de minderjarige is dat het gezag voortaan alleen aan de moeder toekomt. De beschikking van de rechtbank wordt vernietigd en het hof bepaalt dat het gezamenlijk gezag van de vader en de moeder over de minderjarige wordt beëindigd.