In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 4 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de afwijzing van een verzoek tot ontslag van de huidige bewindvoerder en benoeming van een nieuwe bewindvoerder. De verzoeker, die in hoger beroep ging, had eerder bij de rechtbank Oost-Brabant verzocht om de bewindvoerder te ontslaan, omdat hij vond dat de communicatie met de bewindvoerder niet goed verliep en hij lichamelijke klachten ervoer door de situatie. De bewindvoerder, vertegenwoordigd door zijn advocaat, verzocht het hof om de eerdere beschikking te bekrachtigen, stellende dat er geen gewichtige redenen waren voor ontslag.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden in overweging genomen en vastgesteld dat de verzoeker geen overtuigende argumenten heeft aangedragen die de conclusie rechtvaardigen dat de bewindvoerder zijn taken niet naar behoren uitvoert. De communicatieproblemen werden deels veroorzaakt door de verzoeker zelf, die eerder had aangegeven snel antwoorden te willen ontvangen, wat leidde tot een indirecte communicatie via zijn begeleider. Het hof concludeert dat de rechtbank terecht het verzoek van de verzoeker heeft afgewezen en bekrachtigt de eerdere beschikking. Tevens is besproken dat de bewindvoerder contact zal opnemen met de nieuwe begeleider van de verzoeker om de communicatie te verbeteren.