ECLI:NL:GHSHE:2021:3317
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis na bevel bewaring
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschrift tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. De verdachte was eerder door de rechter-commissaris onderworpen aan een bevel tot bewaring, maar dit bevel werd op dezelfde dag geschorst. Later is de verdachte door de politierechter veroordeeld voor poging tot het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, waarbij de politierechter ook de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis heeft bevolen. Het hof heeft vastgesteld dat het bevel tot bewaring daadwerkelijk in werking is getreden op het moment dat de verdachte zich bij de politie heeft gemeld. Het hof concludeert dat er geen bewijs is dat de verdachte zich aan de tenuitvoerlegging van het bevel heeft onttrokken. Door het tijdsverloop van 14 dagen is het bevel inmiddels geëindigd, waardoor er geen sprake meer is van een bevel voorlopige hechtenis. Het hof oordeelt dat de verdachte niet-ontvankelijk is in zijn verzoek tot schorsing, aangezien er geen bestaand bevel meer is om te schorsen. De uitspraak van het hof is dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het verzoek.