ECLI:NL:GHSHE:2021:3316

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 oktober 2021
Publicatiedatum
3 november 2021
Zaaknummer
806-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beschikking gevangenhouding verdachte in milieuverontreinigingszaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank, waarbij de gevangenhouding van de verdachte is bevolen. De verdachte wordt beschuldigd van betrokkenheid bij de productie en handel in synthetische drugs, milieuverontreiniging en het bezit van een stroomstootwapen. Het hof oordeelt dat de milieuverontreiniging, veroorzaakt door het afstorten van drugsafval, een ernstig strafbaar feit is dat de rechtsorde schokt en dat de verdachte in voorarrest moet blijven om maatschappelijke onrust te voorkomen. Het hof heeft de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw, gehoord en het dossier bestudeerd. De verdachte is huurder van een perceel waar verontreiniging is aangetroffen, en er zijn getuigenverklaringen en camerabeelden die zijn betrokkenheid ondersteunen. Het hof concludeert dat er ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte en dat er gevaar voor herhaling bestaat. Het verzoek van de verdachte om de duur van de gevangenhouding te beperken en om schorsing van de voorlopige hechtenis wordt afgewezen, omdat er geen bijzondere omstandigheden zijn die het belang van de samenleving zouden doen wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte. Het hof bevestigt de beschikking waarvan beroep en wijst het hoger beroep af.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Raadkamerappelnummer: [nummer]
Parketnummer 1e aanleg: [nummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de [rechtbank] van [datum] , waarbij namens:

[verdachte]

[geboortedatum en -plaats]
[adres]
[detentieplaats]
hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de [rechtbank] van [datum] , bij welke beschikking de gevangenhouding van [verdachte] werd bevolen.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. M. Soomers.
Het hof heeft kennis genomen van het dossier.
Uit het dossier blijkt dat verdachte wordt verweten betrokkenheid bij de productie van en handel in synthetische drugs, milieuverontreiniging en bezit van een stroomstootwapen.
Naar het oordeel van het hof bevat het dossier voldoende ernstige bewaren jegens verdachte ter zake hetgeen hem wordt verweten. Verdachte is huurder van het perceel waar verontreiniging van de grond is waargenomen welke verontreiniging sporen zou vertonen van drugsafval. Op het terrein was volgens getuigen een scherpe chemische lucht waar te nemen. Voorts zijn er camerabeelden waarop te zien zou zijn dat verdachte samen met de medeverdachte vaten lost uit een [voertuig] welk [voertuig] ook nadien is waargenomen als zijnde mogelijk het voertuig waarmee drugsafval wordt vervoerd. Bij de doorzoeking is bij verdachte een stroomstootwapen aangetroffen alsmede busjes pepperspray. Alles overziend is er sprake van ernstige bezwaren jegens verdachte ter zake hetgeen hem wordt verweten.
De milieuverontreiniging die verdachte wordt verweten is een strafbaar feit waar naar de wettelijke omschrijving 12 jaar gevangenisstraf op staat en waardoor naar het oordeel van het hof, en anders dan de raadsvrouw van verdachte, de rechtsorde ernstig is geschokt. Het afstorten van drugsafval veroorzaakt ernstige schade aan het milieu en vormt een bedreiging voor de gezondheid. Het zou voor de samenleving niet te begrijpen zijn, en die samenleving zou het ook niet accepteren, wanneer degene die waarschijnlijk betrokken is bij een dergelijke grootschalige verontreiniging van het milieu niet onverwijld in voorarrest zou worden genomen en voorlopig gehouden. Dat zou tot maatschappelijke onrust kunnen leiden.
Het hof is voorts van oordeel dat er sprake is van gevaar voor herhaling. De rechter-commissaris heeft het recidivegevaar naar behoren gemotiveerd en het hof voegt daar nog het navolgende aan toe. Jegens verdachte bestaan ernstige bezwaren ter zake betrokkenheid bij de productie van en de handel in synthetische drugs en voorts ernstige verontreiniging van het milieu met drugsafval. Die betrokkenheid is naar alle waarschijnlijk gevoed door enkel geldelijk gewin en verdachte heeft zich daarbij niet bekommerd om de schade die het gebruik van synthetische drugs kan hebben voor de gezondheid van derden. Datzelfde geldt voor de verontreiniging van het milieu. Uit een en ander blijkt van een mentaliteit waarin geen althans weinig ruimte is voor algemeen in het maatschappelijk verkeer aanvaarde normen zoals het niet in gevaar brengen van de gezondheid van anderen, en een dergelijke mentaliteit doet ernstig vrezen voor herhaling.
Naar het oordeel van het hof is er geen sprake van zodanig collusiegevaar dat de onderzoeksgrond nog een dragende grond voor de voorlopige hechtenis is en derhalve zal het hof die grond schrappen.
Namens verdachte is verzocht om de duur van de gevangenhouding te beperken.
In hetgeen namens verdachte naar voren is gebracht ziet het hof geen aanleiding om de duur van de gevangenhouding te bekorten.
Het hof wijst af het beroep.
Namens verdachte is verzocht de voorlopige hechtenis te schorsen. Verdachte heeft een eigen zaak, namelijk een garagebedrijf, een eigen woning en een gezin. Door de voortduring van de detentie dreigt verdachte zijn bedrijf en zijn woning te verliezen nu er geen inkomsten zijn.
Het hof overweegt als volgt.
De verdachte heeft in beginsel het recht zijn berechting in vrijheid af te wachten. Dat kan anders zijn wanneer, zoals in deze zaak, er sprake is van gevaar voor herhaling. In een dergelijk geval zal de rechter, op grond van het subsidiariteitsbeginsel, dienen na te gaan, zo nodig ambtshalve, of niet ook op andere voor de verdachte minder bezwarende wijze tegemoet kan worden gekomen aan het belang dat de samenleving heeft bij voortzetting van de voorlopige hechtenis. Verdachte is first offender en hij is thans voor zover het hof bekend is, voor het eerst gedetineerd. Aldus mag worden aangenomen dat de detentie een zodanig impact op verdachte heeft dat de kans op herhaling kan worden teruggebracht tot op een voor de samenleving aanvaardbaar niveau door het stellen van voorwaarden aan een schorsing van de voorlopige hechtenis. Echter, in de onderhavige zaak is er ook sprake van een geschokte rechtsorde en volgens vaste rechtspraak van dit hof is schorsing van de voorlopige hechtenis bij een verwijt van een strafbaar feit waar naar de wettelijke omschrijving 12 jaar gevangenisstraf op staat en waardoor de rechtsorde ernstig is geschokt, schorsing van de voorlopige hechtenis in beginsel slechts aan de orde wanneer er sprake is van bijzondere zwaarwichtige de persoon van de verdachte betreffende omstandigheden op grond waarvan het belang dat de samenleving heeft bij voortzetting van de voorlopige hechtenis dient te wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte. In hetgeen door en namens verdachte onder meer met betrekking tot zijn gezondheid naar voren is gebracht, ziet het hof dergelijke bijzondere belangen niet.
Het hof wijst derhalve af het verzoek.

BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:

Wijst af het hoger beroep.
Bevestigt de beschikking waarvan beroep, met verbetering van gronden zoals hiervoor in de overwegingen is opgenomen.
Wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Aldus gedaan op 28 oktober 2021
door mr. E.A.A.M. Pfeil, voorzitter, mr. J.P.F. Rijken en mr. G.P.M.F. Mols, raadsheren, in tegenwoordigheid van S.J.H. van Beekveld, griffier.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, [datum]
Gezien d.d.
De directeur van [detentieplaats]