In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, dat op 8 september 2020 was gewezen. De verdachte, geboren in 1996, was in eerste aanleg veroordeeld tot een bepaalde straf, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd voor wat betreft de opgelegde straf en heeft in zoverre opnieuw recht gedaan. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren en 30 dagen hechtenis. Daarnaast is de verdachte voor een periode van 8 maanden de bevoegdheid ontzegd om motorrijtuigen te besturen. De bijkomende straf van ontzegging zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de rechter later anders beslist, bijvoorbeeld als de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep voor het overige bevestigd. Deze uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer voor strafzaken en is mondeling uitgesproken door mr. K.J. van Dijk op de openbare terechtzitting.