ECLI:NL:GHSHE:2021:3288

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 mei 2021
Publicatiedatum
1 november 2021
Zaaknummer
20-002563-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep in strafzaak

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 6 mei 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, dat op 8 augustus 2019 was gewezen. De verdachte, geboren in 1968, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep. De verdediging heeft aangegeven dat er geen grieven bestaan tegen het vonnis en dat de verdachte derhalve ook niet-ontvankelijk verklaard dient te worden.

Het hof heeft het hoger beroep beoordeeld en is tot de conclusie gekomen dat de verdachte niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Dit oordeel is gebaseerd op het feit dat de verdediging tijdens de zitting in hoger beroep heeft aangegeven geen bezwaren te hebben tegen de inhoud van het vonnis van de politierechter. Het hof oordeelt dat er geen aanleiding is om de strafzaak verder te onderzoeken, aangezien er geen grieven zijn ingediend door de verdachte.

De beslissing van het hof is als volgt: het door de verdachte ingestelde hoger beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, met mr. A.J. Henzen als voorzitter, en de raadsheren mr. G.J. Schiffers en mr. N.I.B.M. Buljevic. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van mr. A.R. Veldt, griffier, en is openbaar uitgesproken op 6 mei 2021.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002563-19
Uitspraak : 6 mei 2021
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant van 8 augustus 2019, in de strafzaak met parketnummer 96-124079-19 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1968,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep.
De verdediging heeft kenbaar gemaakt dat er geen grieven bestaan tegen het vonnis en verdachte mitsdien niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hof is van oordeel dat het door verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, nu de verdediging ter terechtzitting in hoger beroep heeft kenbaar gemaakt geen bezwaren te hebben tegen de inhoud van het vonnis en het hof niet van oordeel is dat de strafzaak desalniettemin onderzocht dient te worden.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door:
mr. A.J. Henzen, voorzitter,
mr. G.J. Schiffers en mr. N.I.B.M. Buljevic, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.R. Veldt, griffier,
en op 6 mei 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.