ECLI:NL:GHSHE:2021:3258
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake kinderalimentatie en wijziging van de bijdrage
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de kinderalimentatie die de man aan de vrouw moet betalen voor hun minderjarige kind, geboren in 2018. De man heeft op 11 mei 2021 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin was bepaald dat hij € 400,- per maand aan kinderalimentatie moest betalen. De man betwistte de hoogte van deze bijdrage en stelde dat de behoefte van het kind slechts € 225,- per maand bedraagt, omdat hij en de vrouw nooit hebben samengewoond. De bewindvoerder, die optreedt namens de vrouw, heeft in het verweerschrift erkend dat de man gelijk heeft en dat de behoefte van het kind herzien moet worden.
Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er overeenstemming is tussen de partijen over de hoogte van de kinderalimentatie. Het hof heeft vastgesteld dat de man bereid is om € 225,- per maand te betalen, met ingang van 12 januari 2021. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd en het verzoek van de man om de kinderalimentatie te verlagen toegewezen. Tevens is bepaald dat, voor zover de man meer heeft betaald dan het nieuwe bedrag, hij dit niet hoeft terug te vorderen van de vrouw, gezien haar financiële situatie.
De beslissing van het hof is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de man direct de nieuwe alimentatiebijdrage moet gaan betalen, ook al kan de vrouw hiertegen nog in beroep gaan. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van het gerechtshof, bestaande uit drie rechters.