Uitspraak
5.Het arrest van 31 augustus 2021
6.Het verdere verloop van de procedure
7.De verdere beoordeling
.De derde grief van de vader faalt. De proceskosten worden gecompenseerd aldus dat ieder de eigen kosten draagt.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 8 april 2021. De zaak betreft een geschil over de omgangsregeling tussen een moeder en haar kinderen, waarbij de vader en de gecertificeerde instelling (GI) betrokken zijn. Het hof heeft vastgesteld dat de feitelijke omstandigheden sinds het bestreden vonnis zijn gewijzigd, waardoor de situatie zoals deze bestond ten tijde van het vonnis niet meer aan de orde was. Het hof heeft het bestreden vonnis met ingang van 1 juni 2021 vernietigd en de vorderingen van de moeder met ingang van diezelfde datum afgewezen. De moeder had gevorderd dat de GI en de vader hun medewerking zouden verlenen aan een begeleide omgangsregeling, maar het hof oordeelde dat de vader voldoende had meegewerkt en dat de GI inmiddels een andere instantie had ingeschakeld voor de begeleiding van de omgang. De moeder had de vader ten onrechte in de procedure betrokken, en het hof oordeelde dat de proceskosten gecompenseerd dienden te worden, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.