In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ontbinding van huurovereenkomsten en ontruiming van een huurwoning en garageboxen. De appellant, [appellant], huurde sinds 15 februari 2005 een sociale huurwoning en had daarnaast twee garageboxen gehuurd van de Stichting ZOwonen. Door een huurachterstand, ontstaan vanaf december 2018, heeft ZOwonen [appellant] in rechte betrokken. In eerste aanleg heeft de kantonrechter de huurovereenkomst ontbonden en [appellant] veroordeeld tot ontruiming en betaling van huurachterstand. In hoger beroep heeft [appellant] de beslissing van de kantonrechter bestreden, stellende dat hij door omstandigheden, waaronder beëindiging van zijn uitkering, niet in staat was om aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen. Het hof heeft de grieven van [appellant] verworpen en geoordeeld dat de ontbinding van de huurovereenkomsten gerechtvaardigd was, gezien de aanzienlijke huurachterstand. Het hof heeft de vordering van ZOwonen toegewezen, waarbij [appellant] werd veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en ontruiming van zowel de huurwoning als de garageboxen binnen twee weken na betekening van het arrest. De proceskosten werden eveneens aan [appellant] opgelegd.