Uitspraak
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2009.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om een hoger beroep inzake de zorgregeling en het gezag over de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2009. De vader, verzoeker in principaal hoger beroep, en de moeder, verzoekster in incidenteel hoger beroep, zijn verwikkeld in een complexe juridische strijd over de opvoeding van hun kind. De rechtbank Limburg had eerder een beschikking gegeven op 22 mei 2019, waarin de vader en de moeder gezamenlijk belast werden met het gezag over [minderjarige]. De moeder heeft in incidenteel hoger beroep haar instemming met het gezag ingetrokken, wat aanleiding gaf tot verdere juridische stappen.
Het hof heeft in zijn tussenuitspraak van 21 oktober 2021 de ouders verwezen naar een traject voor ouderschapsreorganisatie, genaamd Nieuw Ouderschap, en heeft de verdere behandeling van de zaak aangehouden in afwachting van de resultaten van dit traject. De ouders hebben deelgenomen aan dit traject van januari tot juni 2021, maar het heeft niet geleid tot contactherstel tussen de vader en [minderjarige]. De raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om een nader raadsonderzoek te gelasten, gezien de mogelijke ontwikkelingsbedreiging van [minderjarige].
Het hof heeft de ouders verwezen naar de module Begeleide Omgangsregeling (BOR) niveau 3, om het contactherstel tussen de vader en [minderjarige] te bevorderen. De zaak is aangehouden tot 1 februari 2022, om de resultaten van het nader onderzoek van de raad af te wachten. Het hof heeft benadrukt dat het belang van [minderjarige] centraal staat in deze procedure en dat de ouders hun medewerking aan het traject dienen te verlenen.