In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 21 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de gesloten plaatsing van een 17-jarige minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De minderjarige was eerder door de kinderrechter gesloten geplaatst vanwege zijn problematische gedrag, waaronder drugsgebruik en psychische kwetsbaarheid. De moeder van [minderjarige] was niet verschenen op de zitting, terwijl de Gecertificeerde Instelling (GI) en de minderjarige zelf wel aanwezig waren. De minderjarige verzocht om de eerdere beschikking van de rechtbank te vernietigen en de gesloten plaatsing op te heffen, maar het hof oordeelde dat de gesloten plaatsing noodzakelijk bleef. Het hof overwoog dat [minderjarige] een gevaar voor zichzelf vormde door zijn drugsgebruik en psychosegevoeligheid, en dat hij onverwerkte trauma's had. Ondanks enige positieve ontwikkelingen in zijn gedrag, was het hof van mening dat de gesloten setting nog steeds noodzakelijk was om hem te beschermen tegen zichzelf. Het hof bekrachtigde de eerdere beschikking van de rechtbank, waarbij de gesloten plaatsing werd verlengd tot 6 januari 2022. De GI werd opgedragen om een vervolgplek voor [minderjarige] te vinden, waarbij zijn wensen en behoeften in overweging zouden worden genomen.