Uitspraak
2.Het incident (zaaknummer bij het hof 200.289.656/02)
- eenmaal per vier weken één uur met behulp van [instantie] , dan wel een andere hulpverlenende instantie;
- eenmaal per twee weken op zaterdag om 10.00 uur via videobellen.
3.De hoofdzaak in hoger beroep (zaaknummer bij het hof 200.289.656/01)
- de advocaat van de vader;
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .
- het V-formulier van 23 maart 2021 met bijlagen van de advocaat van de vader;
- het V-formulier van 6 april 2021 met één bijlage van de advocaat van de moeder;
- het V-formulier van 6 april 2021 met bijlagen van de advocaat van de vader;
- het V-formulier van 28 september 2021 met één bijlage van de advocaat van de vader.
[minderjarige]), geboren op [geboortedatum] 2015 te [geboorteplaats] .
- de vader [minderjarige] eens per veertien dagen in het weekend op zaterdag of zondag bezoekt bij [minderjarige] thuis of dat hij die dag een activiteit met [minderjarige] onderneemt in de omgeving van de woonplaats van [minderjarige] ;
- de vader (video)belt met [minderjarige] eens per veertien dagen in het weekend op zaterdag of zondag;
- partijen in onderling overleg afstemmen dat [minderjarige] een deel van de vakanties en feestdagen bij de vader verblijft.
- zoals eerder vermeld, heeft het hof bij beschikking van 29 april 2021 in het kader van de voorlopige voorzieningen een voorlopige zorgregeling vastgesteld tussen de vader en [minderjarige] ;
- sinds 26 juli 2021 is er sprake van een ondertoezichtstelling, maar vanwege de problemen binnen jeugdzorg is de gezinsvoogd pas kort geleden begonnen. De ondertoezichtstelling zou aflopen na drie maanden, maar op de mondelinge behandeling bij het hof is gebleken dat beide ouders er vanuit gaan dat de ondertoezichtstelling ook voor de resterende negen maanden zal worden uitgesproken. De moeder heeft verklaard daarmee akkoord te zijn;
- op de mondelinge behandeling bij het hof is verder gebleken dat er nog geen fysiek contact tussen de vader en [minderjarige] heeft plaatsgevonden, maar dat het beeldbellen inmiddels wel voorzichtig van de grond is gekomen. Beide ouders zijn het erover eens zijn dat de fysieke omgangscontacten tussen [minderjarige] en de vader geleidelijk en onder regie van de gezinsvoogd moeten worden opgebouwd.