ECLI:NL:GHSHE:2021:3192
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep inzake machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarige
In deze zaak heeft de moeder hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin een machtiging tot uithuisplaatsing van haar minderjarige kind was verleend. De moeder heeft op 16 juli 2021 een beroepschrift ingediend, waarin zij verzocht om de beschikking te vernietigen en het verzoek van de Gecertificeerde Instelling (GI) tot uithuisplaatsing af te wijzen. De GI heeft op 26 augustus 2021 een verweerschrift ingediend en verzocht om bekrachtiging van de beschikking.
De mondelinge behandeling vond plaats op 6 oktober 2021, waarbij de moeder en de GI aanwezig waren. De Raad voor de Kinderbescherming was niet aanwezig. Tijdens de behandeling heeft de minderjarige zijn mening kenbaar gemaakt door middel van een brief, die door de moeder werd overhandigd en voorgelezen door de voorzitter.
De GI heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij de machtiging tot uithuisplaatsing niet binnen de termijn van drie maanden zal uitvoeren. Dit leidde ertoe dat de advocaat van de moeder het hoger beroep introk. Het hof concludeerde dat de grieven niet meer werden gehandhaafd en verklaarde de moeder niet-ontvankelijk in haar verzoek in hoger beroep. De beschikking is op 21 oktober 2021 uitgesproken door het hof in aanwezigheid van de griffier.