ECLI:NL:GHSHE:2021:3145

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 april 2021
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
20-001132-18
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis rechtbank Limburg inzake cocaïne-invoer en criminele organisatie

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg. De verdachte was betrokken bij een criminele organisatie die zich bezighield met de invoer van cocaïne in Nederland. De zaak betreft een partij van minimaal 50 kilogram cocaïne die tussen de Dominicaanse Republiek en Nederland werd verhandeld. De verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten 1 en 2, maar is wel veroordeeld voor deelname aan een criminele organisatie (feit 3). Het hof oordeelt dat de verdachte een belangrijke rol speelde binnen de organisatie door als contactpersoon te fungeren tussen verschillende leden van de organisatie en betrokkenen in de haven van Antwerpen. De verdachte ontving een gevangenisstraf van 18 maanden, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn van berechting. De zaak is complex en betreft meerdere verdachten en een uitgebreid netwerk van criminele activiteiten.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001132-18
Uitspraak : 16 april 2021
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg van
29 maart 2018, in de strafzaak met parketnummer 03-702607-13 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1956,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde bewezen zal verklaren en aan verdachte zal opleggen een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van voorarrest.
Namens verdachte is primair integrale vrijspraak bepleit dat. Subsidiair is een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de rechtbank.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat hij:
1.
in of omstreeks de periode van de 1 mei 2012 tot en met 30 juni 2012, in elk geval in het jaar 2012 in de gemeente Landgraaf en/of Nijmegen en/of Leende en/of Eindhoven en/of Rotterdam en/of te Bonaire, in elk geval in (Europees en/of Caribisch) Nederland en/of te Antwerpen, in elk geval in België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht een hoeveelheid van (minimaal) ongeveer 50 kilogram cocaïne, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat hij:
in of omstreeks de periode van 1 mei 2012 tot en met 30 juni 2012, in elk geval in het jaar 2012 in de gemeente Landgraaf en/of Nijmegen en/of Leende en/of Eindhoven en/of Rotterdam en/of te Bonaire, in elk geval in (Europees en/of Caribisch) Nederland en/of te Antwerpen, in elk geval in België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van (minimaal) ongeveer 50 kilogram cocaïne, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
in of omstreeks de periode van 1 november 2011 tot en met 31 juli 2012, in elk geval in het jaar 2011 en/of in het jaar 2012, in de gemeente Landgraaf en/of Urmond en/of Eindhoven en/of Leende en/of te Bonaire, in elk geval in (Europees en/of Caribisch) Nederland en/of te Antwerpen en/of te Maasmechelen, in elk geval in België en/of in de Dominicaanse Republiek en/of in Ecuador, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal (telkens) om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van (een) hoeveelhe(i)d(en) cocaïne, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
  • een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen en/of te doen plegen en/of mede te plegen en/of uit te lokken en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
  • zich en/of een ander of anderen gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of
  • voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en),
immers heeft hij, verdachte en/of zijn, verdachtes mededader(s)
  • meermalen, althans eenmaal (telkens) (telefonische) contact(en) en/of (een) ontmoeting(en) gehad en/of (een) bespreking(en) gevoerd en/of (een) afspra(a)k(en) gemaakt met een of meer (mogelijke) producent(en) en/of leverancier(s) en/of transporteur(s) en/of financier(s) en/of afnemer(s) en/of tussenperso(o)n(en) en/of verlener(s) van hand- en spandiensten en/of (een) ander(en) met betrekking tot de hoeveelheid en/of prijs en/of kwaliteit en/of levering en/of betaling en/of verpakking en/of opslag en/of vervoer van (een) hoeveelhe(i)d(en) cocaïne en/of
  • meermalen, althans eenmaal (telkens) ter zake telefonisch en/of via Skype en/of persoonlijk contact gehad met [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of E. [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of een of meer tot nog toe onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of
  • geëncrypte BlackBerry‘s en/of (een) bill(s) of lading en/of (een) document(en) en/of (een) contain(er) voor het transport van voornoemde cocaïne en/of een of meer deklading(en) voor voornoemde cocaïne en/of (een aanzienlijke hoeveelheid) geld, bestemd voor het verwerven/aankopen/vervoer/transport van voornoemde cocaïne, voorhanden gehad;
3.
in of omstreeks de periode van 1 november 2011 tot en met 31 juli 2012, in elk geval in het jaar 2011 en/of in het jaar 2012 in de gemeente Landgraaf en/of Eindhoven en/of Valkenswaard en/of Leende en/of Heeze en/of Veldhoven en/of Uden en/of Son en/of Urmond en/of Nijmegen en/of Amsterdam en/of Hoofddorp en/of Breda en/of te Bonaire, in elk geval in (Europees en/of Caribisch) Nederland en/of te Antwerpen, in elk geval in België en/of in de Dominicaanse Republiek en/of in Ecuador, heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, te weten een samenwerkingsverband van een aantal natuurlijke personen, waartoe (onder andere) behoorden [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 2] en/of E. [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 8] en/of [medeverdachte 9] en/of [medeverdachte 10] en/of [medeverdachte 11] /of [medeverdachte 12] en/of [medeverdachte 5] en/of [medeverdachte 13] en/of [medeverdachte 6] en/of [medeverdachte 7] en/of een of meer tot nog toe onbekend gebleven perso(o)n(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van een of meer misdrijven, als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid, 10 a eerste lid van de Opiumwet, namelijk
  • het meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of het verwerken en/of bewerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben van (een) middel(en) als bedoeld op lijst I van de Opiumwet, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet en/of
  • het meermalen, althans eenmaal (telkens) opzettelijk verrichten van voorbereidings- en/of bevorderingshandelingen gericht op het bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van (telkens) cocaïne, in elk geval (telkens) van (een) middel(en) als bedoeld op lijst I van de Opiumwet, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet;
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken. Voor de motivering van deze vrijspraak verwijst het hof naar hetgeen is opgenomen onder het kopje ‘Bewijsoverwegingen’ onder punt 3 B.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat hij:
3.
in de periode van 1 november 2011 tot en met 31 juli 2012, in Nederland en/of in België, heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, te weten een samenwerkingsverband van een aantal natuurlijke personen, waartoe onder andere behoorden [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] , [medeverdachte 6] , en [medeverdachte 5] , welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid, 10 a eerste lid van de Opiumwet, namelijk
  • het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben van een middel als bedoeld op lijst I van de Opiumwet, en/of
  • het opzettelijk verrichten van voorbereidings- en/of bevorderingshandelingen gericht op het verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne, een middel als bedoeld op lijst I van de Opiumwet.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen [1]

Feit 3 (zaaksdossiers 2 en 7): deelname aan een criminele organisatie

Inleiding

Het onderzoek Wolf Beretta is een zeer omvangrijk onderzoek waarbij een aantal verdachten over langere tijd door de politie in de gaten is gehouden. Dit in de gaten houden bestond onder andere uit het tappen van vele telefoonlijnen, het plaatsen van OVC-apparatuur (Opname Vertrouwelijke Communicatie) in de diverse auto’s in gebruik bij verdachten en in de woning van [medeverdachte 1] , het observeren van verdachten, en het opnemen van vertrouwelijke communicatie tussen verdachten tijdens besprekingen in horecagelegenheden. In het proces-verbaal is door middel van pv’s stemherkenning [2] en pv’s bevindingen met betrekking tot de bijnamen van verdachten aangegeven op basis van welke feiten en omstandigheden de politie de conclusie trekt dat een bepaald telefoonnummer door een bepaalde verdachte wordt gebruikt, wie er spreekt en wie met een bepaalde bijnaam bedoeld wordt. Na de inbeslagname van een aantal BlackBerry telefoons onder verdachten is ook herleid kunnen worden welke verdachte gebruik maakte van welk BlackBerry e-mailadres. [3]
Daar waar een en ander door de verdediging niet betwist wordt, neemt het hof, met de rechtbank, de conclusie van de politie, dat een bepaalde verdachte de gebruiker is van een bepaald telefoonnummer of dat een bepaalde verdachte met een bepaalde bijnaam wordt aangeduid of dat een bepaalde verdachte de gebruiker is van een onder hem inbeslaggenomen BlackBerry, over en maakt deze tot de zijne.
Daar waar de verdediging in dit kader iets betwist heeft, gaat het hof hierop nader in in zijn bewijsoverwegingen.
[medeverdachte 3] [4] BlackBerry [5] de Kale en [medeverdachte 26] (= kale in het Spaans) [6]
[medeverdachte 10] [7]
[medeverdachte 5] [8] BlackBerry [9] Hoekje [10] , Compressor [11] , Kompre [12] , Compre [13] , Kompressor [14]
[medeverdachte 1] [15] Kerstman [16] , Ouwe, Opa [17]
[medeverdachte 9] [18] BlackBerry [19] mr. Green [20] , dr/docter [21]
[verdachte] [22]
[medeverdachte 7] [23]
[medeverdachte 4] [24] BlackBerry [25] negertje [26] , Candy [27]
[medeverdachte 13] [28] de Lange [29]
[medeverdachte 6] [30] BlackBerry [31] de Kleine [32] of Domini [33]
[medeverdachte 2] [34] Bril [35] , Horman [36]
Het hof merkt op dat de kopjes tussen de bewijsmiddelen enkel zijn bedoeld om de leesbaarheid te bevorderen en geen duidelijke scheiding vormen tussen de bewijsmiddelen voor verschillende feiten, te meer daar alles in onderling verband en samenhang bezien een rol speelt in het bijzonder, maar niet alleen, voor de criminele organisatie.
Zaaksdossier 2: de invoer van een partij van minimaal 50 kilogram cocaïne en de criminele organisatie ( [verdachte] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] )
De eerste container
Uit het proces-verbaal van observatie [37] en het ten gevolge daarvan opgemaakte proces-verbaal van bevindingen bekijken videobeelden [38] , blijkt, zakelijk weergegeven, onder andere dat op 20 januari 2012 een ontmoeting is geobserveerd tussen [verdachte] , [medeverdachte 14] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 15] , en een onbekende persoon bij pannenkoekenhuis [locatie 1] ’ te Leende.
Op 13 maart 2012 is er sms verkeer tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] waarin [medeverdachte 5] aangeeft dat hij morgen kan langskomen als hij terugkomt van Amsterdam om opa af te halen. [medeverdachte 5] voegt toe: ‘zie je die ook nog eens’. [39]
Op 14 maart 2012 arriveert [medeverdachte 1] op Schiphol alwaar hij wordt opgehaald door [medeverdachte 5] [40] .
Vanaf 12 maart 2012 is er sms verkeer tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] enerzijds en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] anderzijds. Hieruit kan afgeleid worden dat men afspraken maakt voor een ontmoeting op 16 maart 2012 rond 11.00 uur. [41] Door het observatieteam wordt gezien dat [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] op 16 maart 2012 samen in een VW Caddy [kenteken 1] rijden en dat die Caddy om 9.58 uur geparkeerd wordt op de parkeerplaats van het kerkhof gelegen aan de Valkenswaardseweg te Leende. Om 10.19 uur komen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] uit het restaurant De Scheutert te Leende. Om 11.29 uur rijden [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] weer met de Caddy weg. Om 11.40 uur wordt gezien dat de Caddy geparkeerd staat bij de woning van [medeverdachte 2] te Leende [42] .
Op 4 april 2012 neemt [medeverdachte 5] om 8.26 uur contact op met [medeverdachte 2] en geeft aan dat hij dringend de vriend van [medeverdachte 2] moet zien [43] . [medeverdachte 2] neemt vervolgens contact op met [medeverdachte 3] en geeft dan aan dat ‘hoekje’ (= bijnaam [medeverdachte 5] ) hem wil zien [44] . Er wordt afgesproken om 10.30 uur bij ‘hoekje’.
Daarna belt [medeverdachte 5] [medeverdachte 1] en zegt dat hij dringend naar Eindhoven moet omdat ‘dat met die foto’s was niets’. Uit het gesprek volgt dat [medeverdachte 5] [medeverdachte 1] oppikt om mee te gaan. [45] Rond 11-12 uur was de telefoon van [medeverdachte 1] in elk geval in de buurt van De Valk/Den Haas, de twee horecagelegenheden in Valkenswaard (waar vaker wordt afgesproken en die worden aangeduid met ‘hoekje’) [46] .
Om 9.38 uur, 9.40 uur en 10.58 uur belt [medeverdachte 2] uit naar [medeverdachte 3] . Er komt geen communicatie tot stand. [47]
Rond diezelfde tijd vraagt [medeverdachte 2] per sms aan de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 3] waar hij is. Op basis van de omstandigheid dat met de gebruiker van ditzelfde telefoonnummer een afspraak wordt gemaakt bij [medeverdachte 2] thuis en vervolgens geobserveerd wordt dat de auto in gebruik bij [verdachte] (een Audi A3) met Belgisch kenteken [kenteken 2] op het afgesproken tijdstip bij de woning van [medeverdachte 2] achterom rijdt, concludeert het hof dat [verdachte] de gebruiker van dit telefoonnummer is. [48]
Vervolgens is [medeverdachte 2] boos op [medeverdachte 3] dat deze niet is op komen dagen. ‘Hoekje’ is voor niets gekomen, terwijl hij hem dringend nodig heeft, want er klopt niets van. Afgesproken was dat [medeverdachte 3] vandaag/woensdag beschikbaar zou zijn (opmerking hof: 4 april 2012 valt op een woensdag). [49] Rond 17.00 uur bericht [medeverdachte 3] [medeverdachte 2] dat hij een afspraak had die voor ging. Hij geeft aan dat hij vanaf 18.00 uur thuis is. [medeverdachte 2]
sms-t terug dat hij er zal zijn. [50]
Om 17.15 neemt [medeverdachte 5] contact op met het Dominicaanse nummer [telefoonnummer 4] . Hij bericht dat die ander Kerstman moet accepteren (waarschijnlijk wordt Skype bedoeld). Hij ondertekent met Compr. ( [medeverdachte 1] wordt vaker aangeduid als kerstman en [medeverdachte 5] als Compress). In de computer van [medeverdachte 6] zijn zowel de skype namen kerstman als compressor aangetroffen. [51] Op basis van deze gegevens in onderling verband en in samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen concludeert het hof dat [medeverdachte 6] de gebruiker van dit Dominicaanse nummer is.
Op 4 april 2012 vindt er omstreeks 18.00-18.15 uur alsnog een ontmoeting plaats tussen [medeverdachte 5] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] bij ‘hoekje’. Om dit te regelen is er ge-sms-t tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . Ook [medeverdachte 1] is aanwezig. [52] (Het hof leidt de aanwezigheid van [medeverdachte 1] af uit de mededeling van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] dat de ‘gasten zitten te wachten’, het telefoongesprek tussen [medeverdachte 1] en zijn partner van 17.20 uur waarin hij aangeeft dat hij geen tijd heeft omdat hij weg moet en het sms-bericht van [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 2] waarin staat ‘Zijn onderweg. Zullen ong 15min later zijn’ in combinatie met het gegeven dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat [medeverdachte 1] als hij in Nederland is doorgaans samen met [medeverdachte 5] optrekt.) [53]
Om 18.47 uur en 18.59 uur stuurt [medeverdachte 3] een sms naar het telefoonnummer in gebruik bij [verdachte] [54] .
Uit een sms-wisseling tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] is af te leiden dat er rond 19.30 uur weer een ontmoeting is tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] bij [medeverdachte 2] thuis. [55]
Tussen 19.15 uur en 19.30 uur heeft [medeverdachte 5] sms contact met het reeds hiervoor aangehaalde Dominicaanse telefoonnummer [telefoonnummer 4] , in gebruik bij [medeverdachte 6] . Er wordt door [medeverdachte 6] gevraagd of [medeverdachte 5] de info al heeft kunnen regelen. [medeverdachte 5] geeft aan: ‘nu niet, zijn er mee bezig’. [56]
Rond 22.00 uur sms-t [medeverdachte 2] [medeverdachte 5] : ‘het wordt morgen voor we elkaar zien’. [57]
Rond 23.00 uur heeft [medeverdachte 5] weer contact met datzelfde Dominicaanse [telefoonummer] , in gebruik bij [medeverdachte 6] . [medeverdachte 6] geeft aan dat hij wel morgen een afspraak heeft, maar dat hij niks meeneemt omdat hij vandaag geen info van [medeverdachte 5] had gekregen. [58]
Diezelfde avond en in de ochtend van 5 april 2012 zijn er de nodige telefonische contacten tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] . [59]
In de ochtend van 5 april 2012 is er tussen 11.00 en 11.30 uur een ontmoeting tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] bij [locatie 2] te Valkenswaard. Ook de auto in gebruik bij [medeverdachte 2] is daar rond dat tijdstip gesignaleerd. [60] Omdat het initiatief voor deze afspraak van [medeverdachte 2] afkwam [61] concludeert het hof dat ook [medeverdachte 2] daarbij aanwezig was.
Vanaf 11.45 uur is er vervolgens herhaaldelijk telefonisch contact tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] . [62]
Rond 12.30 uur die dag (5 april 2012) hebben [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] sms-contact over een afspraak die avond. [63] Rond 19.30 uur is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 5] en het Nederlandse nummer van [medeverdachte 6] en rond 22.00 uur tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] . [64]
In de vroege uren en ochtend van 6 april 2012 neemt het Nederlandse nummer van [medeverdachte 6] per sms contact op met [medeverdachte 5] . [medeverdachte 6] geeft aan dat hij nu pas in de trein naar huis zit en dat het hem niet gaat lukken. Gevraagd wordt: ‘kunnen jullie misschien niet bij me thuis koffie drinken?’ Gemeld wordt dat het andere nummer in de koffer is achtergelaten. Aan de lijn is thans Jan Klaassen, vriend van Compress. Uit het onderzoek is gebleken dat Jan Klaassen een internetnaam van [medeverdachte 6] is en compress/compressor van [medeverdachte 5] . [65]
Op 9 april 2012 is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] . [66]
Op 10 april 2012 is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] waaruit af te leiden is dat ze elkaar die ochtend ontmoet hebben. [67]
Eerste container: HASU 4001697
Verklaring voor al deze drukte:
Op of omstreeks 9 april 2012 werd een container (HASU 4001697) verstuurd vanuit de Dominicaanse republiek. De container had als lading travertin tegels, te weten 580 m2 ter waarde van USD 12.505,- verpakt in 15 kratten. Deze bestelling was in de Dominicaanse Republiek gedaan door iemand die zich ‘ [medeverdachte 22] ’ noemde. [68] Deze tegels werden door het bedrijf [bedrijf 1] . bij [bedrijf 2] besteld en door [bedrijf 2] rechtstreeks geleverd aan [bedrijf 3] , te Antwerpen. De geschatte aankomst in de haven van Antwerpen was 24 april 2012. [69]
Door de Belgische autoriteiten werd onderzoek verricht naar het bedrijf [bedrijf 3] . Op 16 september 2011 werd de maatschappelijke zetel van dit bedrijf verplaatst naar het adres [adres 2] . Op deze datum werd [zaakvoerder] benoemd als onbezoldigd zaakvoerder.
In een loods in Mol zijn op 24 juni 2013 travertin tegels aangetroffen in een bekisting waarop stond Inv. Grammy. Die loods was begin maart 2012 gehuurd door [zaakvoerder] van [bedrijf 4] . De opgegeven adresgegevens van de loods waren identiek aan die van EFK. [70]
Op 12 april 2012 is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] en [medeverdachte 2] en [verdachte] . Er wordt een afspraak gemaakt tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] voor de volgende dag. Het lijkt erop dat [verdachte] [medeverdachte 3] niet te pakken krijgt, want hij sms-t aan [medeverdachte 2] : ‘Onze vriend antwoordt niet’. [medeverdachte 2] antwoordt: ‘Ok zie je morgen. Ik ben ook in Antw. In de vroege middag eventueel’. [71]
Later die dag is er weer over en weer sms verkeer tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] . [72]
Ook de volgende dag 13 april 2012 is er verspreid over de hele dag sms verkeer tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] . [73] Op 14 april 2012 in de ochtend is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] ; zo ook op 16 en 17 april 2012. [74]
Op 17 april 2012 is er ook weer sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] . [medeverdachte 3] klaagt dat hij geen vervoer heeft en sms-t aan [medeverdachte 2] : ‘Vraag of ie ff naar mij komt’. [75] Later die ochtend is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] . [verdachte] geeft aan dat hij ‘pas om 13 u in eik’ kan. Er wordt om 4 uur afgesproken in ‘eik’. De politie vermoedt dat met ‘eik’ het Belgische Maaseik wordt bedoeld. [76]
Daarna, tegen 17.00 uur, belt een telefoonnummer dat later aan [medeverdachte 2] gekoppeld wordt twee keer uit naar [medeverdachte 5] . Er wordt een afspraak gemaakt om elkaar te zien bij ‘de monteur’ en, als die er niet blijkt te zijn, zegt [medeverdachte 2] dat hij wel naar [medeverdachte 5] komt. [medeverdachte 5] geeft aan: “Ja oke je komt richting snow”. [medeverdachte 2] geeft aan: “Daar op de hoek weet je wel. Ik weet niet wat je bedoelt nou”. [medeverdachte 5] zegt: “Ja oke, hou dat dan maar aan dan”. [medeverdachte 2] : “Ik ben er zo”. [77] Om 18.38 uur stuurt [medeverdachte 2] een sms naar [verdachte] : ‘Zit met die mensen aan tafel, als die auto geen originele papieren heeft, dan kan men niets doen?’ Om 18.41 stuurt [verdachte] een sms naar [medeverdachte 3] . [78] [medeverdachte 2] sms-t [verdachte] om 18.41: ‘Oké heb ze al gezien dus zacht (het hof begrijpt dat ‘wacht’ is bedoeld) effe tot donderdag. We hebben nog tijd volgens mij’. Om 18.42 uur wordt er twee keer over en weer ge-sms-t tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] . Om 19.02 uur meldt [verdachte] aan [medeverdachte 2] dat hij de volgende ochtend om 9.30 uur bij hem is. [79]
Uit de historische verkeersgegevens van het nummer van [medeverdachte 3] blijkt dat er op 18 april 2012 rond de middag vier keer telecommunicatieverkeer plaatsvindt tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] . Later die dag is er sms verkeer tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] en [medeverdachte 2] en [verdachte] . [80]
Op 19 april 2012 is er rond 8.00 uur drie keer sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] . Uit het peilbaken blijkt dat de VW Polo in gebruik bij [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] rond 9.00 uur in de buurt van de woning van [medeverdachte 2] is. [81]
Op 19, 20 en 21 april 2012 zijn er de nodige telefonische contacten tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] , en [medeverdachte 3] en [verdachte] . [82]
Op 22 april 2012 maakt [medeverdachte 3] een afspraak met [medeverdachte 5] ‘bij onze vriend’ voor maandagmorgen (23 april 2012). [83]
Op 23 april 2012 hebben rond 8.45 uur [medeverdachte 3] en [verdachte] nog sms-contact. Uit de peilbakengegevens blijkt dat de VW Polo [kenteken 3] in gebruik bij [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] rond 8.30 uur vertrekt vanuit Sittard-Geleen (zijnde de verblijfplaats van [medeverdachte 1] ) naar Leende. Rond 9.15 is er een stop op [adres 5] , zijnde in de buurt van de woning van [medeverdachte 2] . Daarna (10.15 uur) begeeft die auto zich naar de omgeving van [locatie 2] in Valkenswaard. [84]
Die middag vindt er sms-verkeer plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] . [85]
De volgende dag op 24 april 2012 is er rond 9.00 uur weer smsverkeer tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] en [verdachte] en [medeverdachte 2] . [86]
Op 25 april 2012 wordt er een afspraak gemaakt tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] . In deze sms vraagt [medeverdachte 5] of [medeverdachte 2] zijn kant op kan komen (in verband met te veel blauw op de weg). [medeverdachte 5] ondertekent met ‘hoekje’. Uiteindelijk wordt (tussen 18 en 18.30 uur) afgesproken bij het Steiner Bos. [87] Het hof, met de rechtbank, gaat er van uit dat ook [medeverdachte 1] bij deze bespreking aanwezig is, omdat er rond 10.45 uur een gesprek is getapt tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] waarin [medeverdachte 5] aangeeft dat ‘we aan het eind van de middag bezoek krijgen’ ‘ja waar ik eigenlijk vanmorgen heen zou gaan’ ‘die kwam laat in de middag deze kant op’ ‘dat ik niet die kant op hoefde, er is ontzettend veel blauw op de autobaan. [88]
Rond 18.00 uur wordt er weer ge-sms’t tussen [verdachte] en [medeverdachte 3] . [89]
Uit de peilbakengegevens blijkt dat de VW Polo in gebruik bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] die avond tussen 18.15 en 18:45 uur bij het Steinerbos te Stein staat. [90]
Om 18.51 uur sms-t [medeverdachte 2] aan [verdachte] : ‘ik ben bij jou in de buurt, ben je thuis?’ ( [verdachte] woont in Maasmechelen en dat ligt vlak bij Stein.) [91] Uit deze gang van zaken leidt het hof af dat [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] elkaar hebben ontmoet bij het Steinerbos, waarna [medeverdachte 2] en [verdachte] elkaar ontmoet hebben.
Aankomst container HASU 4001697 in Antwerpen
Deze container is op 24 april 2012 gearriveerd in de haven van Antwerpen bij kaai 742. De opdracht tot inklaren is van 26 april 2012. Deze opdracht is afkomstig van [bedrijf 3] . [92]
Tussen 26 april 2012 en 2 mei 2012 zijn er zeer veel contacten (telefonisch en ontmoetingen) tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [verdachte] en [medeverdachte 5] (en [medeverdachte 1] ) over en weer: [93]
Berichtenverkeer en ontmoetingen op 26 april 2012:
Sms-verkeer tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] tussen 8.57 en 9.16 uur: [94]
[medeverdachte 2] : ‘Heb je mijn tekst gehad’
[verdachte] : ‘Ik niet ik heb met ons vriend om 11.u. af. In eik’
(het hof merkt op dat met ‘eik’ vermoedelijk Maaseik wordt bedoeld)
‘ik must in antw. Van 18.u tot 23.u vor de inf. Van jou vriend’
[medeverdachte 2] : ‘Ik heb je gister al gestuurd. Was om 1900. Bij jou. Heb iets voor jou ivm foto. Ik probeer hem te pakken te krijgen en geef hem mee. Gr. Ps heb ook veel keer over laten gaan.’
Sms-verkeer tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] tussen 9.17 en 9.19 uur: [95]
[medeverdachte 2] : ‘Kan je even langs mij ivm bakker’. Opmerking hof: met ‘bakker’ wordt naar alle waarschijnlijkheid [verdachte] bedoeld. [96]
[medeverdachte 3] : ‘Die zie ik zo meteen. Moet daar na. Gaat niet anders.
Sms-verkeer tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] om 9.19 uur: [97]
Van de Vleut: ‘Probeer hem ook even te zeggen dat hij bij mij stopt’
[verdachte] : ‘Ik waas weg om 17.15 must om 18.udar ij mar op 1. Pl.
Sms-verkeer tussen [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 3] tussen 9.20 en 9.27 uur [98] :
[medeverdachte 2] : ‘Beter even stoppen. Het is voor hem’.
[medeverdachte 3] : ‘Ok ik vertrek zo’.
[medeverdachte 2] : ‘Gas erop’.
Sms-verkeer tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] tussen 9.23 en 9.25 uur: [99]
[medeverdachte 2] : ‘Hoeft niet meer heb hem nu gehad. Ik heb voor voor foto gekregen’
‘Gister .en je kunt zeggen tegen je vriend dat je het hebt. Als je h’
‘et vandaag niet hebt geef ik je het zodra ik je zie. Gr.’
[verdachte] : ‘OK’
Sms-verkeer tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] tussen 10.06 en 11.07 uur: [100]
[medeverdachte 5] : ‘Vriend wanneer horen of zien we jullie? Gr hoekje’.
[medeverdachte 3] : ‘Kan zo meteen. Ik zit in maaseik’.
Voorts is er tussen 11.07 en 11.09 uur drie keer sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] . [101]
Daarna neemt [medeverdachte 3] contact op met [medeverdachte 5] via de sms (Sms-verkeer tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] tussen 11.47 en 11.50): [102]
[medeverdachte 3] : ‘Kunnen we nu afspr.? Ik ben in zuiden.
[medeverdachte 5] : ‘Ok zeg maar waar’
[medeverdachte 3] : ‘Urmond?’
[medeverdachte 5] : ‘Ok ong 15min’
[medeverdachte 3] : ‘OkOk’
Uit de peilbakengegevens van de VW Polo met kenteken [kenteken 3] in gebruik bij [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] blijkt dat deze om 12.08 uur bij het [locatie 3] in Urmond is geweest. [103]
Om 12.36 uur sms-t [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 3] : ‘Kun je om 14u op plek zijn waar we ons net gezien hebben. gr. Hoekje.’ [medeverdachte 3] antwoordt om 12.37 uur: ‘ok’ [104]
Om 12.38 uur is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] . [105]
Sms-verkeer tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] tussen 13.32 en 13.33 uur: [106]
[medeverdachte 3] : ‘ik ben 10min later.’
[medeverdachte 5] : ‘geen probleem, zitten binnen’
(uit het gebruik van het meervoud, leidt het hof af dat ook [medeverdachte 1] aanwezig is).
[medeverdachte 3] : ‘OK’
Uit de peilbakengegevens van de VW Polo met kenteken [kenteken 3] in gebruik bij [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] blijkt dat deze tussen 14.04 en 15.19 uur bij het [locatie 3] in Urmond is geweest. [107]
Tussen 14.29 en 15.58 uur is er vier keer sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] . Om 15.49 belt [verdachte] uit naar [medeverdachte 2] . Een computerstem antwoordt dat het mobiele nummer niet bereikbaar is. [108]
Om 16.01 uur sms-t [medeverdachte 3] [medeverdachte 5] : [109]
[medeverdachte 3] : ‘we hebben hem. Is ok. Blaas alles maar af. We zien ons morgen.’
[medeverdachte 5] : ‘ok vriend. Gr.’
Tussen 18.19 en 21.16 uur stuurt [medeverdachte 2] een drietal sms-en naar [verdachte] : [110]
‘Ik moet vroeg weg. ik kan beter bij lambrettam bij jou thuis stoppen om 8.30. oké’
‘Dus als ik ze zie kan ik dat zo zeggen dat ze zich geen zorgen over de aanbouw hoeven te maken?’
‘Ik moet morgen al vroeg weg. ik kan beter bij lambrettam bij jou thuis stoppen om 8.30. oké?’
Tussen 21.17 en 21.22 is er een sms-wisseling tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] : [111]
[medeverdachte 2] : ‘Morgen ben ik er niet. Je kan met die ene contact op nemen eventueel. Gr.’
[…]
[medeverdachte 2] : ‘oké ben er zaterdag ook niet of laat middag’
[medeverdachte 5] : ‘Ok, dan hou ik even contact met jou vriend. Gr.’
Vervolgens probeert [medeverdachte 2] tussen 26 april 2012, 22.22 uur en 27 april 2012, 7.22 uur tot vier keer toe in contact te komen met [verdachte] . [112]
Berichtenverkeer en ontmoetingen op 27 april 2012
Tussen 8.01 en 9.17 uur is er contact tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] : [113]
[medeverdachte 2] : ‘ja van vroeger ook koffie en eten
[verdachte] : ‘U.lat bij de lamb.
[medeverdachte 2] : ‘bij jullie lambrettam in maas mechelen’
[verdachte] : ‘U.lat’
[medeverdachte 2] : ‘half negen’
[verdachte] : ‘ok’ ‘bij mij?’ ‘ben niet t’
[medeverdachte 3] heeft om 8.09 uur en 8.13 uur sms-verkeer met [verdachte] . [114]
Om 10.55 uur stuurt [medeverdachte 3] een sms aan [medeverdachte 2] : ‘geef ff een seintje als je in de buurt bent? Ik ben niet thuis maar wel vlakbij. Gr’ [115]
Verder blijkt die dag dat er tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] sms-verkeer plaatsvindt. Uit de inhoud kan worden afgeleid dat men elkaar wil ontmoeten. Ook zijn er die middag en avond telefonische contacten tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] . [116]
Berichtenverkeer op 28 april 2012 [117]
Die ochtend zijn er onderlinge telefonische contacten tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] .
SMS-verkeer tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] . Daaruit kan worden afgeleid dat er ’s maandags vermoedelijk een afspraak zal zijn en dat men van elkaar hoort.
SMS-verkeer tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . Uit de berichtenwisseling kan worden afgeleid dat men elkaar wil ontmoeten bij ‘Haring’.
SMS-bericht van [medeverdachte 2] aan [verdachte] om 15.21 uur: [medeverdachte 2] wil [verdachte] morgen (29 april 2012) om 12 uur bij Lambrettam ontmoeten.
Die middag zijn er ook onderlinge telefonische contacten geweest tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] .
Berichtenverkeer op 29 april 2012 [118]
Uit sms-berichten tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] volgt dat zij elkaar om 12.10 uur willen ontmoeten.
Berichtenverkeer op 30 april 2012 [119]
[verdachte] en [medeverdachte 3] hebben die ochtend twee keer onderling contact.
[medeverdachte 5] vraagt om 10.59 uur aan [medeverdachte 3] : ‘vriend, hoe laat zien we je? Gr’ [medeverdachte 3] antwoordt om 11.01 uur: ‘ze zijn er mee bezig vandaag. Ik hoor het zsm. Dan hoor je van mij.’
Om 14.02 uur vraagt [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 2] : ‘toevallig nog iets gehoord?’
Om 14.56 meldt [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 3] : ‘Vriend het moet vandaag anders zijn we ze kwijt. Ze worden nerveus’.
[medeverdachte 3] antwoordt meteen: ‘ben je in de buurt? Ik moet iets zeggen’ en ‘ik wacht op antwoord’.
[medeverdachte 5] : ‘ik kan wel die kant op komen, ong 45 min hoekje’
[medeverdachte 3] ‘is nu zinloos. Wacht ff’
[medeverdachte 5] : ‘is vandaag wel iets aantoonbaar?’
[medeverdachte 3] : ‘nog niet’ ‘ik ben bang dat het pas morgen wordt. Ben niet zeker’
[medeverdachte 5] : ‘kan niet, MOET VANDAAG ivm vervolg’ en ‘kan niet, MOET VANDAAG ivm
vervolg. Morgen is te laat’
Om 15.20 uur sms-t [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 2] : ‘ben je thuis?’
Vervolgens neemt [medeverdachte 3] om 15.21 uur weer contact op met [medeverdachte 5] . Tot 15.46 uur wordt er over en weer gesms-t:
[medeverdachte 3] : ‘ik kan niemand bereiken. Ik ben de enige paraat’ en ‘ik rij nu naar onze gezamenlijke vriend’
[medeverdachte 5] : ‘zullen wij ook daarheen komen?’
[medeverdachte 3] : ‘Ok hoe laat?’
[medeverdachte 5] : ‘ong 45 min’
[medeverdachte 3] : ‘Ok. Weet niet of ie thuis is. Laat het je weten. Anders hoekje over 45min’.
[medeverdachte 5] : ‘Ok’
[medeverdachte 3] : ‘Blijf maar in jullie buurt. Ik en mijn vriend komen jullie kant uit. We moeten toch daar in de buurt zijn’
Om 15.48 uur vraagt [medeverdachte 2] aan [verdachte] : ‘Ik kom naar je toe. ben je thuis of eik?’
Tussen 15.59 en 17.57 uur sms-en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] elkaar weer. Afgesproken wordt bij Van der Valk in Urmond. Uit de berichtenwisseling is af te leiden dat [medeverdachte 3] daar rond 18.00 uur aankomt. Gelet op voorgaande concludeert het hof dat naast [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] ook [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] bij deze afspraak aanwezig zijn.
Om 20.00 uur ontvangt [medeverdachte 5] de volgende sms van [medeverdachte 3] : ‘hoe laat hoekje? Wordt woensdag’
Uit een sms-wisseling tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] volgt dat zij voor die avond een afspraak maken bij ‘hoekje’. Er is enige spraakverwarring hierover. [medeverdachte 3] geeft aan: ‘ja maar niks gaat door vandaag. Piet heeft afgezegd want wordt woensdag. Hoekje gaat wel door om 21.’
Uit de zendmastgegevens blijkt dat de telefoon in gebruik bij [medeverdachte 5] op 19.56 en 20.20 uur een zendmast aanstraalt te Valkenswaard (in de omgeving van de horecagelegenheden die worden aangeduid als ‘hoekje’).
Ook is er die avond (30 april 2012) omstreeks 21.13 uur nog (telefonisch) contact geweest tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] .
Op 1 mei 2012 is er tussen 10.26 en 11.41 uur 8 keer onderling contact tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] . [120]
Op 2 mei 2012 bericht de Belgische Douane dat de container HASU 4001697 gescand moet worden [121] .
Op 2 mei 2012 heeft [medeverdachte 2] sms-verkeer met [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] . Men wil elkaar kennelijk ontmoeten. Ook blijkt uit de historische telecom verkeersgegevens dat er telefonische contacten zijn geweest tussen de telefoons in gebruik bij [medeverdachte 3] en [verdachte] . [122]
Om 20.44 uur vraagt [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 3] : ‘en vriend hoe lang nog?’.
Om 20.46 uur sms-t [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 1] : ‘vriend bel me effe’.
Om 20.50 uur antwoordt [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 5] : ‘ze zijn nog bezig. Laat het je zo weten’.
Om 20.56 sms-t [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 2] : ‘vriend is grijze nog bij jou’
Om 21.09 uur sms-t [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 3] : ‘als het nog lang duurt dan gaat ie. En als ie met lege handen gaat is een kans dat afgelopen is. En is mijn vriend ook bij jou?’ [medeverdachte 3] : ‘ja hij vertrekt nu’.
Om 22.31 uur sms-t [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 1] wederom: ‘vriend bel me effe’.
Om 23.29 uur is er een telefoongesprek tussen [medeverdachte 1] en [betrokkene 1] . [medeverdachte 1] vertelt dat hij de hele dag onderweg is geweest en dat hij nu pas thuis is. Hij had zijn telefoon thuis laten liggen. [medeverdachte 1] vertelt dat hij net door [medeverdachte 5] thuis is afgezet en dat zijn auto nog bij [medeverdachte 5] staat. [medeverdachte 1] was vanmorgen als om 8.00 uur bij [medeverdachte 5] en ze zijn met de auto van [medeverdachte 5] weg geweest.
Uit de mastlocatie blijkt dat de telefoon in gebruik bij [medeverdachte 5] zich om 20.44 uur in de buurt van het [locatie 3] te Urmond bevindt. Uit de opgevraagde camerabeelden van dit [locatie 3] blijkt dat [medeverdachte 5] die dag aldaar rond 19.00 uur een ontmoeting heeft gehad met een onbekende man van buitenlandse afkomst en van ongeveer 21.20 tot 22.25 uur met [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en die onbekende man van buitenlandse afkomst. [123]
Uit deze gang van zaken leidt het hof, met de rechtbank, in onderling verband en in samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen, af dat de contacten tussen [verdachte] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] te maken hebben met de aankomst van de container HASU 4001697.
Op 3 mei 2012 wordt door de Douane Remant een mail verstuurd naar [betrokkene 2] van de expediteur [bedrijf 6] die in opdracht van [bedrijf 3] de inklaring van deze container verzorgt. [124] In de onderwerp regel van deze mail was aangegeven dat de goederen waren vrijgegeven. Deze mail heeft betrekking op de goederen in de HASU 4001697. [125]
Die avond (3 mei 2012) wordt er een ontmoeting geobserveerd in Herberg De Scheutert te Leende tussen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] en een hem begeleidende man. Gehoord werd dat men het over ‘douane’ en ‘container’ had.
Daarna wordt er een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] in restaurant La Fortuna. [126] Uit deze gang van zaken leidt het hof, met de rechtbank, in onderling en samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen, af dat het gesprek met [medeverdachte 6] werd teruggekoppeld aan [medeverdachte 2] .
Uit de vrijgave van de container HASU 4001697 op 3 mei 2012 kan afgeleid worden dat er niets ‘strafbaars’ is aangetroffen in die container. De politie concludeert dat het dus om een proefzending moet zijn gegaan. [127] Het hof, met de rechtbank, overweegt echter dat het heel wel mogelijk is dat er wel degelijk tussen de travertin tegels cocaïne is ingevoerd. Het hof baseert dit op het volgende afgeluisterde gesprek van 20 februari 2013 tussen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 15] en [medeverdachte 14] , waaruit is af te leiden dat de cocaïne uit de container is gehaald voordat deze door de scan ging. [128] Dat het om cocaïne gaat leidt het hof in onderling verband en in samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen in zaaksdossier 2 af.
[medeverdachte 3] Toen die Dominicanen afleverden toen die keer, weet je nog?
[medeverdachte 14] Ja
[medeverdachte 3] Op EFK (…)
[medeverdachte 14] Maar dat was ook een fysieke, dat was ook een fysieke scan. ‘Heb ik er uit gehaald’
[medeverdachte 15] Ja
[medeverdachte 3] Hoe?
[medeverdachte 14] Toen was er ook een fysieke scan. Scan.
[medeverdachte 15] Daar is het leeg ingegaan… Het is er niet vol ingegaan maar leeg. Jullie hebben EFK leeg de fysieke scan in laten gaan.
[medeverdachte 14] Was het EFK?
[medeverdachte 3] Ja
[medeverdachte 14] Ik weet het niet meer.
[medeverdachte 3] Jawel, ja EFK
[medeverdachte 15] Dus, er is , iets een ..uh.. tegels.
[medeverdachte 14] Oh, ja ja ja , de, de partij, klopt, de partij tegels, dat klopt, dat klopt.
In voormeld OVC gesprek wordt tevens gesproken over ‘ [medeverdachte 20] ’. ‘ [medeverdachte 20] is besmet’ ‘daarom hebben ze die badge afgenomen’. De politie onderbouwt gemotiveerd dat met ‘ [medeverdachte 20] ’ of ‘streep’ douane medewerkers worden bedoeld. Het meest in het oog springende is dat de mededeling ‘ [medeverdachte 20] staakt’ strookt met een min of meer gelijktijdige staking van de Antwerpse Douane. [129] Het hof, met de rechtbank, neemt deze conclusie over en maakt deze tot de zijne.
Tweede container SUDU 6710420
De tweede container die door [medeverdachte 22] was besteld bij het Dominicaanse bedrijf Inversiones Grammy werd op 3 mei 2012 vanuit [bedrijf 2] middels de container SUDU 6710420 verzonden naar de haven van Caucedo in de Dominicaanse Republiek. Deze container was wederom bestemd voor EFK en was eveneens geladen met Travertin Tegels. Hij vertrok op 6 mei 2012 en kwam in Antwerpen aan op 22 mei 2012. [130]
Uit de interceptie van telecomgegevens en uit historische verkeersgegevens blijkt dat er op 7 mei 2012 onderlinge contacten zijn geweest tussen de telefoons in gebruik bij:
[medeverdachte 3] - [verdachte]
[medeverdachte 2] - [verdachte]
[medeverdachte 1] - [medeverdachte 5] .
De relevante gegevens zijn hieronder weergegeven. Afgeleid kan worden dat er een afspraak is die verschoven wordt naar de volgende dag (8 mei 2012) om 11.30 bij ‘hoekje’. [131]
[medeverdachte 1] vertelt op 7 mei 2012 om 15.49 uur (in een afgetapt telefoongesprek) dat hij met [medeverdachte 16] in Antwerpen is. [132]
[medeverdachte 1] belt om 20.14 uur met [medeverdachte 5] . [medeverdachte 1] vraagt of [medeverdachte 5] nog wat gehoord heeft. [medeverdachte 5] zegt ja. Ben je er geweest, vraagt [medeverdachte 1] . Nee zegt [medeverdachte 5] . Morgen, vraagt [medeverdachte 1] . Ja zegt [medeverdachte 5] . Hoe laat vraagt [medeverdachte 1] . Een uur zegt [medeverdachte 5] . Laten we het dan morgen 12 houden zegt [medeverdachte 1] . Ja is goed, dat moet zeker zijn ja want we moeten een uurtje rijden, zegt [medeverdachte 5] . [133]
Tussen 20.13 en 20.21 is er de volgende sms-wisseling tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] :
[medeverdachte 2] : ‘hallo waar ben je? Je hebt een afspraak vanavond om 20.00 uur. Heb je nieuws?’
[medeverdachte 3] : ‘alles ok’ en ‘afspraak’
[medeverdachte 2] : ‘Jij hebt dat gemaakt! Maar hoe laat morgen en waar. Neem contact met onze vriend op aub. Gr’.
[medeverdachte 3] : ‘OK’. [134]
Vervolgens sms-t [medeverdachte 3] om 20.22 uur [medeverdachte 5] : ‘morgen 11.30 uur hoekje’. Waarna [medeverdachte 5] antwoordt: ‘OK’. (Uit eerdere afspraken is duidelijk geworden dat met ‘hoekje’ 2 horecagelegenheden in Valkenswaard worden bedoeld.) [135] Daarop belt [medeverdachte 5] met [medeverdachte 1] . [medeverdachte 5] zegt dat het morgen een uurtje eerder zal zijn. Het wordt rond half elf bij [medeverdachte 1] . Een uurtje eerder zegt [medeverdachte 1] , is goed, half elf ben je bij mij, is goed. [136]
Om 22.30 uur sms-t [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 5] : ‘ik ben in de late middag bij pannekoeken grind vijver. Exact hoe laat geef ik nog door. Rond half zes wordt het. Gr of ander optie om 09.30 bij mij?
[medeverdachte 5] antwoordt: ‘Hebben al een afsp met je vriend om 11.30 hoekje’
[medeverdachte 2] ‘Volgens mij kan ik wer ook zijn.Gr’
[medeverdachte 5] ‘Oke tot dan. Gr’ [137]
De telefoon van [medeverdachte 1] straalt op 8 mei 2012 om 11.21 uur een mast te Valkenswaard aan en die van [medeverdachte 5] om 12.11 uur. [138]
Op basis van vorenstaande concludeert het hof dat er op 8 mei 2012 in Valkenswaard een ontmoeting heeft plaatsgevonden tussen (in elk geval) [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] .
Op 9 mei 2012 hebben [medeverdachte 3] en [verdachte] tussen 10.51 en 12.25 uur, 14 keer onderling contact. [139]
Sms-verkeer op 9 mei tussen [medeverdachte 2] enMelis:
10.58
uur [verdachte] : ‘G.morgen ben om 16.30thuis of om 19.u’
11
uur [verdachte] : ‘i.v.met fotos 2.z. Klar’
11.04
uur [medeverdachte 2] : ‘Ben onderweg weet het nog niet zeker, Laat je nog weten. Anders wie ik je om negen vanavond in op. ?’
11.06
uur [verdachte] : ‘OK’
20.02
uur [verdachte] : ‘Ik ga nu terug ik ben kort bij thuis 20.45 ben ik dar’
20.03
uur [medeverdachte 2] : ‘Ok ik rij nu bij’
20.04
uur [verdachte] : ‘OK’ [140]
Op 10 mei 2012 is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] :
09.40u 275 G.morgen. Heb je mijn text gehad van gister ?
09.49 276
Ja vriend, ik regel dat zsm. Tot snel. [141]
Op 10 mei 2012 om 11.07 stuurt [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 5] een sms: ‘zien we elkaar nog.’ [142]
Uit historische verkeersgegevens blijkt dat op 10 mei 2012 er tussen 11.18 uur en 11.43 uur zes keer onderling contact is geweest tussen het telefoonnummer van [medeverdachte 3] en dat van [verdachte] . [143]
Om 11.47 uur stuurt [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 5] een sms: ‘Mijn vriend staat te wachten van hoekje, Je reageert niet zegtie’. [144]
[medeverdachte 5] stuurt [medeverdachte 3] om 12.12 uur het volgende bericht: ‘Hoop t wel, zijn aan het wachten. Je hoort zo snel mogelijk van me. Gr’.
[medeverdachte 3] antwoordt om 12.12 uur met ‘OK’.
[medeverdachte 3] 15.12 uur: ‘wat is jullie plan vandaag’
[medeverdachte 5] 15.17 uur: ‘zo gauw wij iets horen, jou een tijd doorgeven. Dan zien we ons in hoekje. Kleine is ook aan t wachten’. [145] (opmerking hof: met ‘kleine’ wordt [medeverdachte 6] bedoeld.)
Tussen 16.36 en 16.43 uur is er vijf keer en omstreeks 20.26 uur één keer contact geweest tussen het telefoonnummer van [medeverdachte 3] en dat van [verdachte] . [146]
Tussen 20.31 en 20.52 is er de volgende sms-wisseling tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] [147] :
[verdachte] : ‘Alo u is met jou vriend 2. Fotos z. Klar en nu woord ik nieks’
[medeverdachte 2] : ‘ik heb het door gegeven. […]
[verdachte] : ‘mar vande andere inf. Ok nieks en asprak was wonsdag mijn vriend zij niet bl. ik op dat morgen is ?’
[medeverdachte 2] : ‘Ja ik ook. Maar moeten toch een beetje begrip hebben. Laten we het even zo laten vriend tot morgen aub gr.’
[verdachte] : ‘Ja ik wel jou vriend ha tafel het bl. 100.p. Wonsdag ik op dat morgen vor 16.u’
De volgende dag 11 mei 2012 is er tussen 11.23 en 12.43 uur de volgende sms-wisseling tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] : [148]
[medeverdachte 2] : ‘laat over 45 min wat weten’
[verdachte] : ‘Voor de fot s of voor de info’
[medeverdachte 2] ‘Voor beide denk ik tot zo’
[verdachte] : ‘Mut ik kom nu’
‘Mut ik kom ik ben nu in eik bena’
‘Kom je hok’.
Diezelfde dag wordt er rond 12.30 uur een ontmoeting tussen [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] in [locatie 5] in Valkenswaard geobserveerd. [149]
Op 12 mei 2012 wordt er door [medeverdachte 2] en [verdachte] tussen 14.22 en 14.58 uur per sms een afspraak voor een ontmoeting gemaakt voor foto’s, info en schilderij: [150]
[verdachte] : ‘G.middag. Wanner heb jij die foto’s eigenlijk’
‘Ik heb al en de inf is of niet’
[medeverdachte 2] : ‘Vandaag nog niks gezien. Wanneer zie ik die foto’
[verdachte] : ‘Kom je nar lim’
[medeverdachte 2] : ‘Eik kan om 1500?’
[verdachte] : ‘OK’
[medeverdachte 2] : ‘Ik kan stoppen om half vier voor schilderij bij pomp toren ITTERVOORT’
[verdachte] : ‘Bij de kerken’
[medeverdachte 2] : ‘Ok maar ben iets later’
[verdachte] : ‘Ik ben er was tog om 15.u ik bezok thuis’
[medeverdachte 2] : ‘Ik ben er 15.10 ?’
Op 12 mei 2012 om 16.41 uur is er het volgende telefoongesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] [151] :
[medeverdachte 5] : ‘ik heb bericht gehad van die van Eindhoven. Die had het schilderij van mij klaar’
(…)
[medeverdachte 5] : ‘Ik heb hem nog gebeld en gevraagd of het nog vandaag moet, nee, had hij gezegd, is niet erg ik ben al weg, maar we zijn met klem aan het wachten op dat andere …. ja dat snap ik’.
[medeverdachte 1] : ‘ja’
[medeverdachte 5] : ‘en net krijg ik een berichtje van die kleine, die is weer terug en die laat mij zo snel mogelijk wat weten, want die ging er meteen achteraan en daar ben ik nu nog op aan het wachten.’
[medeverdachte 1] : ‘ja, ja’
(…)
Om 17.00 uur belt [medeverdachte 5] [medeverdachte 1] op en zegt dat hij online moet gaan, ‘dan krijg je die kleine eraan’. Met ‘de kleine’ wordt aldus het proces-verbaal van politie [medeverdachte 6] bedoeld en met online een skypegesprek. [152]
Uit historische verkeersgegevens van het nummer in gebruik bij [medeverdachte 3] blijkt dat op 12 mei 2012 omstreeks 17.04 uur en 18.26 uur contact is geweest tussen dit nummer en het telefoonnummer in gebruik bij [verdachte] . [153]
Voorts is op 12 mei 2012 om 17.38 het volgende telefoongesprek getapt. [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] maken een afspraak voor de daaropvolgende maandag, zijnde 14 mei 2012. Het hof gaat er van uit dat deze afspraak tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] gemaakt wordt naar aanleiding van het skype-overleg dat [medeverdachte 1] met [medeverdachte 6] heeft gehad. [154]
[medeverdachte 5] : ‘En, heb je gered?’
[medeverdachte 1] : ‘maandag’
[medeverdachte 5] : ‘kan ik dat doorgeven?’
[medeverdachte 1] : ‘ja’
[medeverdachte 5] ‘is dat 100 %?’
[medeverdachte 1] ‘ja’
[medeverdachte 5] ‘dan weet ik genoeg’
[medeverdachte 1] ‘ik zie je maandag sowieso’
[medeverdachte 5] ‘is goed vriend, tot dan’
[medeverdachte 1] ‘wanneer kom je terug, zondag of maandag?’
[medeverdachte 5] ‘maandag, maandagmorgen’
[medeverdachte 1] ‘maandagmorgen beetje bij de tijd?’
[medeverdachte 5] ‘mmm, ja’
[medeverdachte 1] ‘is goed dan zie ik je maandagmorgen’
[medeverdachte 5] ‘of ehhh, moet het eerder?
[medeverdachte 1] ‘neen, neen, maar maandagmorgen, als je maandagmorgen dan is het goed’
[medeverdachte 5] ‘reken maar op een uur of 11’
[medeverdachte 1] ‘is goed, ik vind het prima’
[medeverdachte 5] ‘oke dan zie ik je maandag’.
Op maandag 14 mei 2012 hebben [medeverdachte 3] en [verdachte] tussen 9.26 uur en 23.36 uur 30 keer telefonisch contact. [155]
Om 9.15 uur die dag stuurt [verdachte] de volgende sms naar [medeverdachte 2] : ‘G.morgen mut zegen tegen di mensen dat donderdag en vreidag er is nazional fest dag en mut vondag kom de inf. Anders is en problem?’ [156]
Om 11.45 stuurt [medeverdachte 2] de volgende sms naar [medeverdachte 5] : ‘Kan je direct met mijn vriend contact opnemen vandaag als je nieuws hebt. Het is Urgent. Doen moeilijk en niet te vergeten snipper weekend. !!!’ [157]
Opmerking hof: donderdag 17 mei 2012 was Hemelvaart, hetgeen een nationale feestdag in België is.
Even later (11.49 uur) ontvangt [medeverdachte 5] ook een sms van [medeverdachte 3] : ‘Hoe laat weet je iets. Zomaar wachten is niet meer genoeg’.
[medeverdachte 5] antwoordt (om 11.58 uur) : ‘zal m nu weer bericht sturen, geef je zo antwoord’
en om 12.10 uur: ‘Die kleine is ook aan het wachten hoe laat ie t kan ophalen, maar zeker vandaag.zo gauw die heeft krijg ik tijd hoekje’. [158]
Op 14 mei 2012 sms-t [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 5] om 13.54 uur
? ik wil van schilderijtjes af.Restauratie bfi,belangrijk voor me.! [159]
Op 14 mei 2012 vindt er een observatie plaats. Om 14.52 uur worden [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] gezien. Zij komen al pratend uit een Gulf tankstation te Veldhoven. [160]
Tussen 16.15 uur en 16.42 uur is er de volgende sms-wisseling tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] : [161]
[verdachte] : ‘En nieuws van de inf.’ en ‘Ben thuis ik ben bij jou in de b. rond 17.u
[medeverdachte 2] : ‘ja ben thuis. Wacht op je’
[verdachte] : ‘nu’
[medeverdachte 2] : ‘Oke ik ben thuis’
Omstreeks 17.03 uur wordt de Audi A3, voorzien van het Belgische kenteken [kenteken 2] in gebruik bij [verdachte] bij de woning van [medeverdachte 2] aan [adres 3] te Leende gezien. Omstreeks 17.29 uur wordt gezien dat deze Audi A3 en een witte Mini Cooper met twee inzittenden het parkeerterrein van de [bedrijf 5] , gevestigd aan de [adres 4] te Leende oprijden. Bij het onderzoeksteam is bekend dat de partner van [medeverdachte 3] destijds in het bezit was van een Mini Cooper. [medeverdachte 3] was al eerder, tijdens een observatie van 11 mei 2012, in een Mini Cooper gesignaleerd. Verder werd gezien dat [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] met de VW Polo kenteken [kenteken 3] over de Dorpsstraat te Leende reden. [162]
Het hof leidt hier uit af dat er op 14 mei 2012 een ontmoeting heeft plaatsgevonden tussen [verdachte] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] .
Vervolgens is er tussen 19.49 uur en 21.05 uur de volgende sms-wisseling tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] [163] :
[verdachte] : ‘Kunt di foto mij nimen nar mij vriend als vor di auto gat.’
[medeverdachte 2] : ‘Andere foto is nog bij kennis moet ik die eerst ophalen.’
[verdachte] ” ‘als mij nimen lat dar bij mij v’
[medeverdachte 2] : ‘Bedoel je dat ik die van hem op moet halen en jouw terug geven’
[verdachte] : ‘ja als dat kan ja ik terug geven of anders morgen’
[medeverdachte 2] : ‘nee ik ga het nu ophalen als het kan en ik zie je bij nieuwe kever’
[verdachte] : ‘ik ben nu weg ik kan niet b’
Om 21.06 sms-t [medeverdachte 2] [medeverdachte 5] : ‘kan ik je bij grindvijver nog even zien en breng schilderij mee’. [164] Meteen daarop (21.08 uur) neemt [medeverdachte 2] weer contact op met [verdachte] . De volgende sms-wisseling is van 21.08 tot 21.31 uur [165] :
[medeverdachte 2] : ‘Moet ik foto bij kever laten of wat bedoel je nu’
[verdachte] : ‘gat vor di auto of niet lat die, fot dar’
[medeverdachte 2] : ‘Ja ik ga bij hem langs en laat foto daar?’
[verdachte] : ‘ok u kat ben dar’ en ‘u lat ben dar’
[medeverdachte 2] : ‘Weet ik nog niet. Ik moet nog hier en daar zijn.En langs foto graaf. Ik laat het zo weten’
[verdachte] : ‘Di mensen mut werk morgen ik ben 21.45 bij hem’
[medeverdachte 2] ‘man ik kan nog niet. Ik moet nog een werken en dan kan ik om elf pas daar zijn anders mogen maar ik hoor fotgraaf ook nog niet ?’
[verdachte] : ‘OK’
Uit historische verkeersgegevens blijkt dat het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 3] op 15 mei 2012 tussen 7.54 en 13.21 uur 15 keer contact heeft gehad met het telefoonnummer in gebruik bij [verdachte] . [166]
Tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] is er tussen 9.22 en 10.55 uur de volgende sms-wisseling [167] :
[verdachte] : ‘Pac mut tot lat werk kom pas vondag’, en
‘U is met inf. Komt vondag nog wat mut nog denk de mens’
[medeverdachte 2] : ‘We zien die mens zo. Ff wachten.
[verdachte] : OK.
Met ‘Pac’ wordt ‘ [medeverdachte 19] ’ bedoeld. Uit het proces-verbaal van bevindingen dat als bijlage 2 is opgenomen in het persoonsdossier van [medeverdachte 14] [168] , blijkt onder andere dat [medeverdachte 14] de bijnaam ‘ [medeverdachte 19] ’ heeft. Uit het (ook hierna aangehaalde) OVC gesprek van 20 februari 2013 blijkt dat [medeverdachte 14] ook betrokken was bij de invoer van deze container. [169]
Uit de peilbakengegevens blijkt dat de Polo [kenteken 3] in gebruik bij [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] op 15 mei 2012 van 11.00 tot 11.30 op het [adres 5] (=woonplaats [medeverdachte 2] ) is. Het vermoeden dat zowel [medeverdachte 5] als [medeverdachte 1] in die auto zaten, wordt versterkt door een telefoongesprek van [medeverdachte 5] dat hij rond 11.24 uur met een derde voert waarin hij aangeeft dat ‘ze’ nu vanuit Eindhoven vertrekken. [170]
Rond 20.49 uur geeft [medeverdachte 5] in een telefoongesprek aan zijn partner Mariette aan dat hij het morgen en overmorgen druk heeft. Mariette zegt het is donderdag een feestdag (Hemelvaart) waarop [medeverdachte 5] zegt voor hem niet. [171]
In de ochtend van 16 mei 2012 is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] . Ook is er de volgende sms-wisseling tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] [172] :
[verdachte] : ‘Ok mut bellen want er is nazional festdag’
[medeverdachte 2] : ‘Sorry kan nu pas antw..Vriend kan niet meer doen dan afwachten meer. Gr.
Op 16 mei 2012 is er telefonisch contact geweest tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] om 11.27 en 11.57 uur. [173]
Op 16 mei 2012 om 11.31 uur zitten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] in de VW Polo [kenteken 3] . [medeverdachte 1] zegt: ”Hij is later. Nijmegen-Eindhoven file 3 kilometer”. Er wordt gesproken over ‘De Valk’. [174] Om 11.54 uur zegt [medeverdachte 5] : ”Het is woensdag vandaag. Ik leg even alles weg. Eens even kijken. Meenemen deze voor als die zou bellen of sms’en, voor die kleine”. Uit de peilbakengegevens van de VW Polo blijkt dat deze tussen 11.57 en 12.38 uur in de buurt is van [locatie 2] te Valkenswaard. [175]
Tussen 12.30 en 12.40 uur is er vijf keer telefonisch contact geweest tussen [medeverdachte 3] en [verdachte] . [176]
Om 12.44 uur hebben [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] in de VW Polo een gesprek: [medeverdachte 5] : ‘als we een half uur gewacht hadden dan was het goed geweest’. [medeverdachte 1] : ‘kijk aan de ene kant, wij staan aan die kant, die kale aan die kant (…) Ik weet zeker (…) dat hij zich ook niet lekker moet voelen met dat hele … En om nu weer af te zeggen van ja nee het wordt toch maandag (…). Het is gewoon allemaal kut. Hun hadden gewoon die jongen, hij zei tegen mij je had het al donderdag gekregen. [177]
Om 13.30 uur zegt [medeverdachte 5] tegen [medeverdachte 1] : ‘meteen pakken en wegwezen’. [medeverdachte 1] antwoordt: ‘ik wil nog geen koffie’. Even later zegt [medeverdachte 1] : ‘o hier is het, 16’. [178]
In relatie met de peilbakengegevens van de VW Polo [kenteken 3] kan vastgesteld worden dat [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] in Nijmegen zijn bij de [adres 6] 16, zijnde het woonadres van [medeverdachte 6] . [179]
Om 13.46 uur zegt [medeverdachte 5] tegen [medeverdachte 1] dat de navigatie aangeeft dat ze er om 15.15 uur zijn. [180]
[medeverdachte 5] zegt om 14.02 uur: ‘als we dit afgegeven hebben, dan eten we wat’. [181]
Om 14.56 uur zegt [medeverdachte 5] : ‘nu hoop ik dat die spaghetticowboy op tijd is’.
[medeverdachte 1] : ‘wat heeft die, een oude Audi he?’.
[medeverdachte 5] : ‘ja een Belgische Audi’. [182]
Uit de peilbakengegevens van de VW Polo [kenteken 3] in gebruik bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] blijkt dat deze rond 15.00 uur op de hoek van de nieuwe Postbaan en de Mauritslaan te Urmond is waar het [locatie 3] te Urmond is gelegen [183] .
Op de opgevraagde bewakingscamerabeelden van [locatie 3] Urmond is te zien dat [medeverdachte 5] rond 15.00 uur een gele envelop overhandigt aan iemand die sterke gelijkenis vertoonde met [verdachte] . [184]
Via de OVC van de VW Polo is rond dat tijdstip het volgende gesprek opgevangen. [185]
[verdachte] : “moeten altijd die gesloten enveloppen zijn, nooit open”.
[medeverdachte 5] : ”ja, hun hebben nagekeken, hun moesten het nummer hebben”.
[verdachte] : ”he?”
[medeverdachte 5] : “hun moesten het nummer hebben”
[verdachte] : ”welk nummer”
[medeverdachte 5] : “van de boot. Dat moeten ze …. doorgeven daar”
[verdachte] : ”dat moeten ze normaal nooit doen, want dan gaan ze met de computer nachecken hoe laat dat is en dat allemaal”.
[verdachte] : “Maar tegen die jongens zeggen: Niet naar kijken he”
[medeverdachte 5] : “Nee”
[medeverdachte 1] : ”Nee, nee, nee, nee”
[verdachte] : “Dan weten we dat die gaat he. Want dan kennen ze precies zien hoe eh…”
[medeverdachte 5] : “Waarom ze daar naar kijken”
[verdachte] : ”Ja”
[medeverdachte 5] : ”Valt op, ja”
[verdachte] : ”Dan moet ie opletten he”
[medeverdachte 5] : ”Ja, dat weten we wel”
[verdachte] : “Denk erom, dan moet ie niet eh, geen flauwekul”
[medeverdachte 5] : “Jongens eh, komt goed Mario”
[medeverdachte 1] : “We horen van je”
Het hof, met de rechtbank, concludeert dat met ‘de spaghetticowboy’ [verdachte] wordt bedoeld, nu deze van Italiaanse afkomst is en in een Belgische Audi rijdt. Voorts vertoont de persoon die op de beelden gezien is een sterke gelijkenis met [verdachte] en blijkt uit het proces-verbaal stemherkenning [verdachte] dat de stem van [verdachte] herkend wordt. [186]
Op basis van deze gang van zaken concludeert het hof, met de rechtbank, dat [verdachte] kennelijk zat te wachten op documenten en dat hij over het uitblijven van deze documenten contact had met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] , die op hun beurt weer afhankelijk waren van [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] . Uit deze gang van zaken blijkt voorts dat deze documenten afkomstig zijn van [medeverdachte 6] en op 16 mei door [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] bij [medeverdachte 6] in Nijmegen zijn opgehaald en vervolgens door hen bij het [locatie 3] te Urmond zijn overhandigd aan [verdachte] . Gezien het gebruik van de woorden ‘nummer’, ‘gesloten enveloppen’, ‘boot’, ‘computer nachecken’ en ‘info’ – en de overige gang van zaken waaronder de wijze van contact leggen en opereren in onderling verband en samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen concludeert het hof dat in de gele envelop documenten aanwezig waren die benodigd waren voor het inklaren van de container, die gelost zou worden in de haven te Antwerpen. Hoewel de officiële lading bestaat uit travertin tegels, blijkt uit de omslachtige en verhullende gang van zaken (de communicatie is soms dermate verhullend dat verdachten moeite hebben elkaar te begrijpen) dat de officiële lading enkel als deklading functioneerde voor een illegale lading, zijnde -gelet op de overige bewijsmiddelen- cocaïne.
Na de ontmoeting tussen [verdachte] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] is er tussen 15.44 en 21.40 zes keer contact tussen het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 3] en het telefoonnummer in gebruik bij [verdachte] . [187]
[medeverdachte 1] maakt een afspraak met René [betrokkene 5] om elkaar te ontmoeten bij [betrokkene 5] thuis. In een tapgesprek tussen hen beiden om 15.21 uur deelt [medeverdachte 1] mee dat hij er met twintig minuten een half uur is. Daarbij zegt [medeverdachte 1] onder andere: “dan zie ik je bij jou thuis”. [188] De Polo staat van 16.00 uur 18.30 uur op de [adres 14] te Landgraaf, (nr. 52 is de woning van [betrokkene 5] ). Dit blijkt uit de peilbakengegevens van het peilbaken dat is geplaatst onder de door [medeverdachte 1] in gebruik zijnde VW Polo met kenteken [kenteken 3] . [189] Na deze ontmoeting zitten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] weer in de Polo. [medeverdachte 1] belt met zijn ‘dushi’ (waarschijnlijk [betrokkene 4] ) en zegt dat hij net bij René is geweest en dat John er ook is. [190]
Het gesprek tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] gaat over iets dat kennelijk niet helemaal goed is gegaan:
[medeverdachte 1] Je kunt niets meer veranderen aan de hele zaak. Dat kunnen we wel de tweede dingen doen. Luister, hij heeft er met zijn neus bovenop gezeten.
[medeverdachte 5] Ja heeft toch ook bij die bespreking gezeten met die…
[medeverdachte 1] Bovenop
[medeverdachte 5] Je kunt toch niet achteraf aan Hans gaan vertellen….
[medeverdachte 1] En je kunt toch ook niet die strepen dan weer dingen af gaan pakken.
[medeverdachte 5] kijk, we moeten blij zijn dat het goed gaat. En daarna als er zoveel komt, ouwhoer, waar maak je je dan nog druk om.
[medeverdachte 1]
:En dan ben ik er ook helemaal voor
voor dat van die gasten voor mijn part af te pakken, interesseert mij ook niet
[medeverdachte 5] :
dat zou ik pas de tweede keer doen. Ik zou de eerste keer een keer goed laten gaan want dan hebben hun ook weer goed gebeurd en dan hebben ze wat minder moeite mee denk ik. [191] .
Rond 21.00 zitten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] weer in de VW Polo [kenteken 3] . [medeverdachte 1] geeft aan dat de kleine hen morgen wil zien.
[medeverdachte 5] Ja?
[medeverdachte 1] Ja, ja, die heeft een bericht gestuurd. Ja want die wil per se ook naar die platen kijken, waar dat komt.’
[medeverdachte 5] Ja maar dat redt die morgen toch niet, dan is alles dicht.
Dat moeten we aan die kale vragen. [192]
Op 17 mei 2012 rond 01.00 uur zitten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] weer of nog steeds in de VW Polo [kenteken 3] . [medeverdachte 1] zegt dat hij denkt dat morgen de kleine belt. Ook heeft de kale nog gebeld. Die moet nog naar Amsterdam. De kale die heeft die Mario…. [193]
Op 17 mei 2012 stuurt [medeverdachte 5] om 01.12 uur de volgende sms naar [medeverdachte 3] : ‘Alles ok vriend, Is geregeld. Gr.’
Om 12.15 uur belt [medeverdachte 1] René [betrokkene 5] en zegt dat ze bij hem staan. Het peilbaken van de Polo geeft aan dat deze zich bevindt op de [adres 14] te Landgraaf (zijnde de woning van [betrokkene 5] ). [194]
Op 17 mei 2012 om 12.54 uur stuurt [medeverdachte 5] een bericht naar [medeverdachte 3] : ‘Vriend hoe vroeg kun je morgen hoekje? Gr’. Diezelfde ochtend is er ook vijf keer contact tussen het telefoonnummer in gebruik bij [medeverdachte 3] en het telefoonnummer in gebruik bij [verdachte] . [195]
De volgende dag 18 mei 2012 blijkt uit de OVC dat [medeverdachte 5] rond 9.45 uur weer in de VW Polo [kenteken 3] 6 zit. [196] De Polo bevindt zich dan volgens het peilbaken weer op de Leenderweg te Valkenswaard (tot 11.12 uur) [197] .
Om 17.31 uur zitten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] samen in de Polo. [medeverdachte 5] vraagt of René die tegels nog moet zien. [medeverdachte 1] zegt dat hij weet hoe die tegels er uit zien. [198]
De VW Polo [kenteken 3] is op 19 mei 2012 tussen 9.50 uur en 11.18 uur in de buurt van Eindhoven, Son en Breugel en Heeze-Leende. [199]
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] zitten dan in deze Polo en hebben om 9.50 uur een gesprek [200] .
[medeverdachte 5] “Vraag je hem dat dadelijk weer?”
[medeverdachte 1] “Wat”
[medeverdachte 5] “Van die prijs.”
[medeverdachte 1] “Ja ja”
[medeverdachte 5] : “Zal toch vanavond moeten komen.”
[medeverdachte 1] “Hij kan ook volgens mij voor eenendertig zijn.”
(…)
[medeverdachte 1] “Ja die kale gaf niet graag dat uhh dingetje prijs.”
[medeverdachte 5] “Nee ja ik weet ook waarom.”
“Omdat ze daar meer dingen ontvangen.”
“Je bent toch iets aan het bouwen dat vertrouwen moet opwekken.”
(…)
[medeverdachte 1] “Laten we een beetje de kat uit de boom kijken. Het ene is nog niet binnen of hij (opmerking hof: bedoeld wordt ‘Rene’) wil het volgende al pakken.”
Om 10.50 uur hebben ze het over de kleine: [201]
[medeverdachte 5] “Dan heb je geld te weinig.”
[medeverdachte 1] “Ja daarvoor moesten we toevallig …ntv… wachten.”
[medeverdachte 5] “Ja moeten we op hem wachten?”
[medeverdachte 1] “Ja tuurlijk. Je moet begrijpen hij wordt ook gepusht van alle kanten.”
[medeverdachte 5] “Die kleine ja.”
[medeverdachte 1] “Die kleine ja.”
10.53
[medeverdachte 5] “Die kale die daar, die lult ook.
Hij rijdt nu achter ons aan.”
[medeverdachte 1] “Zoals het nu geregeld is, hebben we geen risico.
Dat bedrijf dat weet ik wel, daar zie ik niets van. Als dat weg is dan krijgen hun de schuld.”
[medeverdachte 5] “Dat niet weer.
Is het toch geregeld dan…ntv.. ik wel de goeie… nee dinge gaat toch mee?”
[medeverdachte 1] “Ja maar maar maar, eerst gaat er een auto naar bedrijven dan uhh, als er dan niets gebeurt dan uhh, dan gaan wij daar heen.”
(…) over onkosten:
[medeverdachte 1] “Vergeet niet dat ik ook met René naar dinge ben geweest. Dat heeft ons weliswaar alleen de vlucht en het [locatie 3] gekost.
Ja nou heb ik die ene, die tweede keer dat ik hier was, hebben ze dat wel… van die avond … hebben dat ticket betaald.
Maar het was toch eigenlijk de bedoeling dat ik in contact zou komen. Dat is dan een voordeeltje, maar ja, ik heb hier meer dan twee maanden rondgehangen.”
Uit de stempels in de paspoorten van [medeverdachte 1] en [betrokkene 5] blijkt dat ze van 30 januari 2012 tot 2 februari 2012 in de Dominicaanse Republiek zijn geweest. [203]
Vervolg van gesprek in VW Polo [kenteken 3] op 19 mei 2012:
11.05: [204]
[medeverdachte 1] “Hij gaat daar staan dus.”
[medeverdachte 1] wil niet daar staan in verband met de camera’s. [medeverdachte 5] geeft aan dat op deze carpool geen camera’s staan.
11.09
uur.
[medeverdachte 6] stapt in de Polo. Uit het gesprek is af te leiden dat [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] [medeverdachte 6] uitleggen hoe hij bij de woning van [medeverdachte 2] moet komen. [205] Er wordt een afspraak gemaakt voor een ontmoeting op dinsdag om 10 uur bij de McDonalds te Helmond. [206]
Daarna rijdt de Polo om 12.52 uur naar het adres van de manege van [medeverdachte 17] te Schinveld. [207]
[medeverdachte 1] zegt tegen [medeverdachte 5] : ”Rij maar gewoon door”, “zo zien we ook dat we niet gevolgd worden”. [208]
Om 14:56 uur gaat het gesprek tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] over die kleine en over iets dat met zes man gedeeld moet worden. [209]
Om 19.24 uur gaat het gesprek over René, die kennelijk na één crisis al iets wil afpakken. Dat dat toch niet werkt: [210]
[medeverdachte 5] : “probeer dan iets op te zetten voor de langere termijn. En dan meteen te zeggen, maar wie zegt dat het de tweede lukt. Als het de eerste keer lukt, lukt het de tweede keer ook. Als iedereen maar zijn waffel dicht houdt.”
[medeverdachte 1] : “Ik zit al zo’n 50 jaar in de business”.
[medeverdachte 1] geeft aan dat hij met veel mensen werkt. Gelijke monniken gelijke kappen, zo werkt hij al 50 jaar.
[medeverdachte 5] zegt dat het lukt als iedereen zijn waffel houdt.
Op 20 mei 2012 om 00.26 uur zitten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] nog steeds of weer samen in de VW Polo [kenteken 3] . [medeverdachte 1] hoopt dat het dinsdag allemaal goed gaat en dat ze er in ieder geval iets van krijgen. “Het moet”, zegt [medeverdachte 5] . [211]
Op 22 mei 2012 komt de SUDU6710420 met als lading 15 pakken travertin tegels aan in de haven van Antwerpen. EFK geeft de opdracht tot inklaren aan [bedrijf 6] . Op dit opdrachtformulier is het telefoonnummer in gebruik bij Servet [medeverdachte 14] geschreven. [212] Op 23 mei 2012 wordt deze container vrijgegeven. [213]
Op 23 mei 2012 vraagt sms-t [medeverdachte 2] [medeverdachte 5] met het verzoek om af te spreken. Het wordt 11.45 bij ‘ [adres 8] met je vriend bij de schoenen potte kruier’. [214] Om 11.39 uur belt [medeverdachte 1] met [medeverdachte 16] . [medeverdachte 1] vraagt waar [medeverdachte 16] nu staat. [medeverdachte 16] zegt in Panningen. [215]
Geobserveerd wordt dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] in de Caddy zitten en dat ze omstreeks 12.08 uur bij een schoenenkraam in Helden contact hebben met [medeverdachte 2] . [216]
Het hof, met de rechtbank, concludeert uit voorgaande in onderling en samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen dat contacten tussen de verdachten van de afgelopen weken kennelijk te maken hebben met de aankomst van deze container SUDU671042 en het vervolgtraject met betrekking tot de afhandeling/verdeling van de lading. Hoewel de officiële lading bestaat uit travertin tegels, blijkt uit de omslachtige en verhullende gang van zaken (de communicatie is soms dermate verhullend dat verdachten moeite hebben elkaar te begrijpen) dat de officiële lading enkel als deklading functioneerde voor een illegale lading, zijnde -gelet op de overige bewijsmiddelen- cocaïne.
Op 23 mei 2012 is er een tapgesprek waarin [medeverdachte 5] voor [medeverdachte 1] diens vliegticket bij de KLM verlengt. De vertrekdatum voor [medeverdachte 1] (Amsterdam-Bonaire) werd gepland op 12 juni 2012. [217]
Rederij Hamburg Süd verzoekt op 24 mei 2012 [bedrijf 6] de container SUDU6710420, aangekomen bij kaai 742 vrij te stellen. De wegname van voormelde container is voorzien op 24.05.12 voormiddag. [218]
[medeverdachte 5] stuurt op 24 mei 2012 om 13.52 uur een sms naar [medeverdachte 6] : ‘Vriend dit is voor nu nieuwe nummer. Kale is ook wachten. Kan niet lang meer duren zegt ie. Geef oke als je mijn sms ontvangen hebt aub’. [219]
Een uurtje later bellen ze met elkaar [220] :
[medeverdachte 5] : ”ik denk duurt lang, dus bel maar even”
[medeverdachte 6] : ”oke en en eh …maar hij weet zeker dat die voor vandaag is he”
[medeverdachte 5] : ”zoals ik het begrijp wel ja. Want eh .. ik had eigenlijk gister al verwacht”
[medeverdachte 6] : ”dat bedoel ik want e.. wij zitten te wachten en die jongens vragen, vragen, vragen snap je. Dat is normaal.”
[medeverdachte 5] : “ja, ja ja”
[medeverdachte 6] : “en daar aan de overkant… ze zijn een beetje nerveus aan het worden, snap je”
[medeverdachte 5] : “ja ja logisch logisch. Maar zo gauw wij wat weten jong. Jij bent de eerste”
[medeverdachte 6] : ”zeg tegen die kale dat die moet vandaag eh… papieren niet morgen of overmorgen dat eh… kan niet”
[medeverdachte 5] : ”ja maar dat bepaalt hij niet he”
[medeverdachte 6] : ”ja maar ik bedoel eh dat weet je zelf hoe hoe wij met hem hebben afgesproken dat dag erna gelijk. Nou is het twee dagen”
[medeverdachte 5] : “ja ja ja ja”
[medeverdachte 6] : “dus eh… dat ben ik nou eh… een beetje druk aan het krijgen door de andere kant.”
[medeverdachte 5] : “ja logisch logisch dus eh moet je ook aan hem doormelden”
“Ja ja ja komt goed”
[medeverdachte 6] : “oke anders moet je mij tijdstip of zo geven waar ik … Dat ik jou treffen en die kale ook zie, snap je”
[medeverdachte 5] : “ja ja, ja ja, hebben we toch al afgesproken. Als jij een tijd krijgt dan zien we ons daar he, dat weet je”
Om 15.14 uur stuurt [medeverdachte 5] een sms naar [medeverdachte 6] : ‘Vriend, kale zegt dat er een kleine kans bestaat dat het ook morgen kan worden. Maar volgens zijn verkregen info vandaag. Moeten geduld hebben vriend’. [medeverdachte 6] sms-t terug: ‘laat hem iets zeker zeggen want begin wat laat te worden. Gr’. Later die middag sms’t [medeverdachte 5] [medeverdachte 6] : ‘alles oke, 21.45u’ [221] .
Een observatieteam houdt die dag [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] in de gaten. Ze verplaatsen zich in de Caddy. Rond 20.00 uur hadden ze contact met [betrokkene 5] . [222]
Het vermoeden is dat [betrokkene 5] en [medeverdachte 5] in de gaten hadden dat er geobserveerd werd en dat dat de reden is dat [betrokkene 5] spoorslags naar Bonaire is vertrokken. Op 25 mei 2012 is [betrokkene 5] weer op Bonaire. [223]
Op 24 mei 2012 tussen 15.12 en 22.42 uur werd er door een observatieteam een observatie verricht op de verdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] . Er werd gezien dat zij zich verplaatsten in een VW Caddy [kenteken 1] .
Dat men achterdochtig werd, valt af te leiden uit het gegeven dat de VW Caddy die 24 mei 2012 door [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] gebruikt werd ’s avonds nog om 21.45 uur in de straat van de ouders van [medeverdachte 5] stond. In een OVC gesprek van 28 januari 2013 hebben [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] het over René: [224]
[medeverdachte 5] “Kijk eens hoe snel die weg was. Het ’s middags krijgen we te horen dat dat gebeurt en het ’s avonds zit die al op het vliegtuig zonder ons wat te vertellen. En als we dan zeggen van ja moeten we hun niet waarschuwen. Oh dat ze het zich bekijken zegt ie. Ik zeg ja maar zo werkt het niet. Zegt Robbie ook kom wij gaan meteen daarheen. Heb ik de auto van mijn ouders gehaald en toen zijn we jullie komen waarschuwen.”
[medeverdachte 6] “Ja daarom is beter dat eh… Robbie gewoon deze kant niet opkomt totdat wij…”
[medeverdachte 5] “Nee nee.”
[medeverdachte 6] “Zelfs helemaal niks. Gewoon blijf daar of Santa Domingo is beter. Wij zien ons allemaal in Santa Domingo. Beter hoeft hij geen hoofdpijn te krijgen van dat dat eh…Stel je voor dat hij toch hier is die dan hebben wij toch dezelfde probleem. Die mag wel komen als alles weg is. Dan mag die komen.”
[medeverdachte 5] “Ja ja ja. Dat doen we ook. Als alles weg is.”
[medeverdachte 6] “Mag die komen zijn eh.. centjes ophalen.
Ik vind niet erg he zo ben ik zelfde dat… Hij doet precies dezelfde als wij. Hij blijft op de hoogte. Hij blijft alert. Hij is geïnteresseerd. Hoeft niet altijd dat hij niks doet. Op moment dat hij moet doen doet die. […] Wij moeten hem gewoon ver houden want dat is veilig voor ons.”
Vervolg ontmoetingen na ontvangst container SUDU6710420
Op 26 mei 2012 blijkt uit het peilbaken dat de VW Polo [kenteken 3] in gebruik bij [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] naar de omgeving van Eindhoven gaat (waaronder [adres 5] , waar de woning van [medeverdachte 2] is gelegen) en van daaruit naar Nijmegen, naar de [adres 6] (aan deze straat ligt de woning van [medeverdachte 6] ). De peilbakengegevens melden een stop te Sittard-Geleen in de buurt van de verblijfplaats van [medeverdachte 1] en daarna rijdt de Polo door naar de camping in Kröv in Duitsland waar [medeverdachte 5] regelmatig verblijft. [225] Het hof concludeert hieruit dat er contact is geweest tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 6] .
Op 29 mei 2012 belt [medeverdachte 5] om 9.31 uur [medeverdachte 1] op met de vraag hem op te halen. [medeverdachte 1] komt er aan. Uit het peilbaken van de VW Polo [kenteken 3] volgt dat deze die dag van 11.11 tot 13.21 uur in Ekkersrijt is. Uit eerdere observaties is gebleken dat de verdachten in dit dossier elkaar daar vaker ontmoeten onder andere in de Burger King aldaar. Om 14.34 uur arriveert de VW Polo op de [adres 7] te Onderbanken (bij de manege van [medeverdachte 17] ) en om 17.38 uur geeft het peilbaken aan dat de VW Polo op de [adres 6] te Nijmegen (woning [medeverdachte 6] ) is. [226]
De volgende dag 30 mei 2012 is de VW Polo in gebruik bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] tussen 18.37 en 19.16 uur weer te Ekkersrijt. In de nacht van 31 mei op 1 juni 2012 is deze Polo in Antwerpen. Uit de interceptie van telecommunicatieverkeer en peilbakengegevens kan worden afgeleid dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] op 1 juni 2012 wederom een ontmoeting in Ekkersrijt hebben. [227]
Op 6 juni 2012 zitten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] weer samen in de VW Polo met het kenteken [kenteken 3] . Ze hebben het rond 12.36 uur over de kleine ( [medeverdachte 6] ) die hen wil zien. Later op die dag ontmoeten ze [medeverdachte 6] . Om 12.41 uur zegt [medeverdachte 1] “Stel je voor hij moet er vijftig hebben. Kunnen we zeggen zijn vijftig kwijt”. [228]
Rond 12.46 uur bevindt de Polo zich in de buurt van de manege van [medeverdachte 17] te Schinveld, gemeente Onderbanken [229] . In dan wel direct naast het voertuig wordt het volgende OVC gesprek vastgelegd. Deelnemers aan het gesprek zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] en twee onbekende mannen NN1 en NN2. Later wordt door de politie de stem van NN2 herkend als die van [medeverdachte 17] , wonende aan de [adres 7] 2 te Schinveld. [230] Het gesprek gaat (zakelijk weergegeven) over ‘blokken’. [medeverdachte 17] vraagt aan [medeverdachte 1] hoeveel hij er nog heeft. [medeverdachte 1] zegt: “Dat kunnen we dadelijk horen, maar minimaal zijn der toch nog wel vijftig” en “vergeleken met bij anderen zijn we duur, 31 kosten ze, maar het is wel kwaliteit”. [medeverdachte 17] wil weten wat er in staat. Hij heeft nu halve manen. [medeverdachte 1] geeft aan dat het super spul is. [medeverdachte 17] beaamt dit: hij zegt dat hij een beetje van Mario heeft gekregen en dat was goed. [medeverdachte 1] geeft aan dat hij niet opdringerig wil zijn, maar dat het urgent is omdat hij maandag weer terug gaat naar Bonaire. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] geven aan dat ze ‘ze’ dan het liefste weg hadden. [medeverdachte 17] geeft aan dat hij zal kijken wat hij kan doen voor [medeverdachte 1] . Hij ziet die jongens vanavond nog, die pakken normaal alles. [medeverdachte 17] heeft ze ook zijn blokken aangeboden. [medeverdachte 1] geeft aan dat hij morgen zal kunnen zeggen hoeveel er nog zijn, want het ligt een stukje uit de buurt. [medeverdachte 17] zegt dat ze hem er niet op moeten vastpinnen, want er is meer in omloop. [medeverdachte 1] beaamt dit en zegt dat er in de Randstad iets van 7000 is binnengekomen. Ze spreken af voor de volgende dag. [231]
Op 6 juni 2012 rond 14.15-15.00 uur wordt geobserveerd dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] met de bij hun in gebruik zijnde Polo 18-SXG-6 aanwezig zijn nabij de Burger King aan de Ekkersrijt te Son en Breugel. Ook wordt gezien dat de Opel in gebruik bij [medeverdachte 6] met kenteken [kenteken 4] aldaar wegrijdt met minimaal 3 personen. [232] Gelet op voorstaande werden de camerabeelden van de Burger King gevorderd. Daarop is te zien dat [medeverdachte 6] en een onbekende man naar binnen gaan. Rond 15.00 uur vertrekt men uit de Burger King [233]
Op 6 juni 2012 om 15.11 uur sms-t [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 3] : ‘kun je 30min hoekje’ [234]
Een dag later op 7 juni 2012 is er een sms-wisseling tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 5] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] waaruit af te leiden is dat [medeverdachte 3] dringend [medeverdachte 6] moet hebben, hij hem aanvankelijk niet te pakken krijgt en daarom [medeverdachte 5] benadert. [235] Kennelijk is dit ook relevant voor [medeverdachte 1] want [medeverdachte 5] vertelt [medeverdachte 1] om 18.28 uur in de VW Polo (OVC) dat hij van die kale vernomen had dat deze de kleine al te pakken had. [236]
De volgende sms-wisseling heeft plaatsgevonden tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] [237] :
[medeverdachte 6] : ‘Dag vriend ik was ff buiten. Wil je me nog zien. Gr’
[medeverdachte 3] : ‘ja heel dringend aub. Hoe laat in u?
[medeverdachte 6] : ‘Ik moet in rott om 20 u zijn. Kan je bij mij komen overal file nu’.
[medeverdachte 3] : ‘Ik moet met spoed 3. Heb afkeur, kan dat
[medeverdachte 6] ‘Welk merk moet je hebben’
[medeverdachte 3] : ‘Cro’
‘Tot hoe laat kan mijn chauffeur bij jou terecht? En welk huis nr’
[medeverdachte 6] : ‘zwart ingepakt’
[medeverdachte 3] : ‘ja. Ik heb 3 slechte nl. Wit ingepakt. Toyota’
[medeverdachte 6] : ‘Geen probleem ik stuur je straks een tijd dat je manetje op station kan zijn. Gr.
[medeverdachte 3] : ‘In u?’
[medeverdachte 6] : ‘nee bij me’
[medeverdachte 3] : ‘ok kan je een tijd geven. Geef je straks de auto door’
[medeverdachte 6] : ‘hij kan morgen vroeg 9u. Gr’
[medeverdachte 3] : ‘nee. Moet zo vlug mogelijk anders gaat niet door. Heb ik geen verkoop. Aub’
[medeverdachte 6] : ‘Dan moet hij nu vertrekken en voor half 7 hier zijn’
[medeverdachte 3] : ‘wordt 18.45 19u. Paars polo. Die drie komen dan morgen ok’
[medeverdachte 6] : ‘Hij kan om 7u zijn mijn afspraak heb ik verzet. Gr.’
‘nee moet vandaag want moet die kwijt want kan nu niet weer bij kantoor’.
Deze sms-wisseling wordt vervolgd op 8, 9 en 10 juni 2012: [238]
8 juni 2012 tussen 18.05 en 21.14 uur:
[medeverdachte 6] : ‘Laat me een tijd weten dat hi bij me kan zijn. Gr’
‘Hoort nieks van je’
[medeverdachte 3] : ‘Ja was druk. Wanneer wil je die reparaties terug?’
‘Hij kan morgen zaterdag’
[medeverdachte 6] : ‘Ok mrgen 10u zelfde plek. Verder alles geod met ons vrienden. Gr’
[medeverdachte 3] : ‘Morgen 10u is ok’
[medeverdachte 6] : ‘ok. Gr’
9 juni 2012 tussen 9.25 en 10.48 uur:
[medeverdachte 3] : ‘Hij is daar 1020’
‘Zw Skoda’
[medeverdachte 6] : ‘ik zie hem niet staan’
[medeverdachte 3] : ‘Hij is vertraagd. 15 min nog’
‘nog 7 min. Blijf wachten’
[medeverdachte 6] : ‘Hij is al geweest. Gr’
9 juni 2012 om 19.05 uur en 10 juni 2012 9.51 uur:
[medeverdachte 6] : ‘Dag vriend als je klaar bent met jou autos en je mannetje kan meer aan laat we weten dan help je met de mijne. Gr.’
[medeverdachte 3] : ‘OK’
Uit de combinatie van een OVC gesprek in de Polo [kenteken 3] van 7 juni 2012 om 20.01 uur tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] ( [medeverdachte 1] zegt: ”Ik heb geld van Hans gekregen voor die waspoeder” en een sms van [medeverdachte 2] aan [medeverdachte 5] van 12.11 uur waarin [medeverdachte 2] aangeeft dat [medeverdachte 5] zijn shag is vergeten, leidt het hof, met de rechtbank, af dat er die ochtend een ontmoeting tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] heeft plaatsgevonden. [239]
Even later, op 7 juni 2012 om 20.06 uur, wordt in of naast eerdergenoemde VW Polo een OVC gesprek tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 17] opgenomen. Het peilbaken van de Polo geeft aan dat deze zich bij de manege van [medeverdachte 17] bevindt. [240] Zij bespreken, onder andere, het volgende:
[medeverdachte 1] : “En, wat zeiden ze?”
[medeverdachte 17] : “Ik ben nog bezig met die blokjes, maar ja dan ben jij, ga jij weg wah.”
[medeverdachte 1] : “Dinsdag ga ik weg.”
[medeverdachte 17] : “Dat… heb ik afgegeven, ik heb toch een monster van die jongen gekregen weet je wel.”
[medeverdachte 1] : “Ja ja.”
[medeverdachte 17] : “Dat heb ik afgegeven dus… en dat hoor ik vandaag of morgen hoor ik dat snap je… dat is goed… maar als die ze nou alle 50 pakt.”
[medeverdachte 1] : “Ja hetzelfde 31.”
[medeverdachte 17] : “Blijft dat hetzelfde.”
[medeverdachte 1] : Ja.
Een paar uur later geeft [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 5] aan dat hij als hij weer terug gaat naar Bonaire hij ‘piekke’ van die kleine moet meekrijgen. [241]
Op 8 juni 2012 bespreken [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] het volgende in of in de directe nabijheid van de VW Polo. Tevens neemt een onbekende man deel aan het gesprek. Uit de peilbakengegevens blijkt dat de Polo zich op de [adres 7] te Schinveld, gemeente Onderbanken, bevindt, zijnde de straat waar de manege van [medeverdachte 17] ligt. [242] [medeverdachte 1] geeft aan dat hij twee bij zich heeft en dat de onbekende man volgende week die andere twee krijgt. Vervolgens gaat het gesprek over een derde. Kennelijk vindt een derde een prijs te hoog. Die derde geeft echter niet aan wat hij wel zou willen betalen. De onbekende man geeft aan dat hij een contact heeft die geïnteresseerd is in grote partijen. [medeverdachte 1] geeft aan dat hij niet weet ”wat die vriend van ons gaat vragen. Die heeft ook een flinke partij binnen. Dus als ik daar een prijs van weet, dan komen we even langs”. Te horen is dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] afscheid nemen van de onbekende man. Er zijn weer rijgeluiden te horen. [medeverdachte 1] zegt ”het is wel veel 31, kut he” en ”nou moeten we de kleine even waarschuwen. Ik had daar een beetje hoop op gehad”. [medeverdachte 5] zegt: “Jja die grote partijen jong. Die kale is ze ook voor dertig aan het verkopen”.
In de woning van [medeverdachte 6] is een notitieboekje in beslag genomen. De volgende notities zijn aangetroffen: [243]
400 x 32 = 12.800
4 x 29 = 116.00
6.4
x 32 = 204.800
CALV. (opmerking hof: Calv. Is de afkorting van [medeverdachte 26] , zijnde de
Spaanse vorm van ‘Kale’ waarmee [medeverdachte 3] wordt bedoeld).
2 x 28 = 56.000
De politie geeft aan dat de 30 en 31 waar [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] over spreken groothandelsprijzen per kilo cocaïne zijn (30.000 en 31.000). [244] Het hof, met de rechtbank, concludeert, gelet op de reactie van [medeverdachte 1] op een opmerking van [medeverdachte 17] dat er ‘meer in omloop is’ tijdens een OVC gesprek met [medeverdachte 17] van 6 juni 2012 in relatie tot de prijs van de ‘blokken’ ‘dat er in de Randstad 7.000 is binnengekomen’, in onderling verband en samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen in het dossier dat de door [medeverdachte 1] genoemde ‘31’ duidt op de kiloprijs van cocaïne.
Dat de prijs van cocaïne in die periode teleurstellend was blijkt ook uit de hierna aangehaalde OVC gesprekken tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] van 28 januari 2013, waarin ze aangeven dat de prijs nu rond de 33, 34 ligt en dat ze dan een leuke winst kunnen maken, want de vorige keer was het met 28, 29 weinig heel weinig. [245] De genoemde bedragen sporen met de bedragen aangetroffen op de notitieblaadjes in de woning van [medeverdachte 6] .
Hieruit volgt dat de 50 blokken die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] aan een contact van [medeverdachte 17] ter verkoop aanboden een partij van (minimaal) 50 kilo cocaïne betrof. Ook de sms-wisseling tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] van 7 juni tot en met 10 juni 2012 (het ruilen van 3 slechte wit ingepakte Toyota’s voor goede zwart ingepakte “Cro’) duidt op de handel in cocaïne, te meer daar verdachten daar waar ze documenten voor het inklaren van de container bedoelen, het hebben over ‘originele papieren voor auto’s’.
Het hof, met de rechtbank, concludeert voorts dat deze cocaïne in Nederland is ingevoerd door middel van (een van de) hierboven genoemde containers (HASU 4001697 en SUDU6710420) afkomstig uit de Dominicaanse Republiek, bij welke invoer en verdere doorlevering c.q. handel betrokken was een crimineel samenwerkingsverband bestaande uit in ieder geval: [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] , [verdachte] . Het hof merkt daarbij op dat de haven van Antwerpen voor een zeeschip slechts bereikbaar is via het binnen de grenzen van Nederland gelegen gedeelte van de Westerschelde. Ook in een container te Antwerpen verborgen cocaïne geldt daardoor als ingevoerd in Nederland.
Voorbereiding nieuw transport
Uit onderstaande blijkt dat de groepering weer afspraken maakt voor een ontmoeting op 11 juni 2012. Voor deze ontmoeting moest een locatie worden afgesproken waar men niet al te veel zou opvallen. Na deze ontmoeting is er sms-verkeer tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] waaruit blijkt dat er voorbereidingen worden getroffen voor een nieuw transport.
[medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] zitten op 9 juni 2012 samen in de VW Polo [kenteken 3] . Er wordt gesproken over een afspraak maandagmorgen en de locatie waar die afspraak moet plaatsvinden. [medeverdachte 5] zegt: “Als je bij Ikea gaat zitten met zoveel man he. Dan komt die kleine met die vriend van hem. Hans, die kale en wij twee. Dan zitten we met zes man daar, en dat valt ook op. En in het hoekje, ja daar ziet niemand je, en daar zijn we al een tijdje niet meer geweest. [246] [medeverdachte 5] geeft aan dat hij ook de kale een berichtje zal sturen ‘elf uur hoekje’. [medeverdachte 1] vraagt zich hardop af ‘waar die ons nou weer voor nodig heeft’. [medeverdachte 5] : ‘Die wil nu kijken of het verder kan. Voor een tweede keer gedaan’. [medeverdachte 1] ‘Ja maar dan moet toch alles verkocht zijn eerst’. [247]
Uit het peilbaken van de VW Polo [kenteken 3] in gebruik bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] blijkt dat deze op 11 juni 2012 rond 12 uur aanwezig is geweest in Valkenswaard in de nabijheid van de twee horecagelegenheden die door de groepering aangeduid worden met ‘hoekje’ ( [locatie 5] en [locatie 2] ). [248] Deze ontmoeting is geobserveerd. Aanwezig waren [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 6] en een onbekend gebleven persoon [249] .
Na die ontmoeting is er de volgende sms-wisseling tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] : [250]
[medeverdachte 6] : ‘Ik kan pass de 10jun binnen zijn. Moet je vragen of dat nog lukt anders moeten we wachten tot sept. Gr.’
‘En hoe snel kan je me aanwordt geven aub. Gr’
[medeverdachte 3] : ‘Je boedelt juli waarschijnlijk. Je schijft juni. Dat is veel te laat. 2 juli max binnen. Gr’
‘Moet voor 2 juli’
[medeverdachte 6] : ‘Nee ik bedoel juli maar vertrek 24 dus kom pass voor de 10 aan’
‘Kan je kijken of hun toch voor de 10de aan kunnen. Gr’
[medeverdachte 3] : ‘Moet uiterlijk op 2 juli.’
[medeverdachte 6] : ‘Ok zal doorgeven. Gr.’
‘Is er al een tijd bekend? Gr.’
Later die dag rond, 19.00-20.00 uur, is de VW Polo [kenteken 3] in gebruik bij [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] nabij de woning van [medeverdachte 6] in de [adres 6] te Nijmegen. [251]
Uit een sms-wisseling tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] van 14 juni 2012 blijkt voorts dat zij een afspraak maken voor die dag. [medeverdachte 3] geeft aan dat hij [medeverdachte 6] met spoed moet zien. [252]
Op 7 juli 2012 is er een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] : [253]
[medeverdachte 1] : “Nou en voor de rest nog nieuws.”
[medeverdachte 5] : “Eigenlijk nog niet, want ik krijg die kleine maar niet te pakken die is even weg.”
[medeverdachte 1] : “Ja dat weet ik.”
[medeverdachte 5] : “Je weet toch die vriend van ons uit eind. De kale. Die moet hem eigenlijk dringend hebben, maar die krijgt hem ook niet te pakken.”
[medeverdachte 1] : “Die moet hem dringend hebben. Weet je waarvoor?”
[medeverdachte 5] : “Nee eigenlijk niet. Ik heb afgesproken met ze voor dinsdag dus dan hoor ik het wel.”
[medeverdachte 1] : “Vraag dat in ieder geval want uhh, niks achter de rug om he.”
[medeverdachte 5] : “Nee, nee, doen ze zo wie zo niet.”
Op 10 juli 2012 wordt geobserveerd dat [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [verdachte] samen aan een tafel zaten in [locatie 5] te Valkenswaard. [254]
Zaaksdossier 2: de poging tot invoer van 550 kg cocaïne en de criminele organisatie
( [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] , [verdachte] , [medeverdachte 15] , [medeverdachte 14] en [medeverdachte 34] .)
Op de bij de doorzoeking van de woning van [medeverdachte 6] inbeslaggenomen BlackBerry is, voor zover van belang, de volgende e-mailwisseling van 5 oktober 2012 tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] aangetroffen [255] .
[medeverdachte 3] De oude firma gaan we niet meer geb
[medeverdachte 3] Hey dit is mn nieuwe bb. Ik heb je gister er zelf een bezorgd. Oude bb is weg. Die was kapot. Dus deze even opslaan in contacten.
[medeverdachte 6] Dag vriend vergeet niet om die fot en nog belangrijker de info van ons eigen want dat moet ik hebben zo snel mogelijk. Gr.
[medeverdachte 3] Wordt vandaag later. Geef je tijd door. Kan je om 1745 uden zijn?
[medeverdachte 3] Ok. Mijn vriend komt usb enz brengen. Jij kent hem wel. Wij zien elkaar maandag voor instructies. Ok? Hij zit in frituur. Alles ontvangen? Ik leg je de usb stick nog uit.
[medeverdachte 6] Ok ja heb hem al gezien dan zie ik je maandag voor uitleggen goie weekend.
Voorts volgt uit een berichtenwisseling in de BlackBerry van [medeverdachte 6] dat er een ontmoeting is tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] op 9 oktober 2012. [256]
Vervolgens is op 15 november 2012 tussen 8.54 uur en 10.18 uur een ontmoeting geobserveerd in de woning van [medeverdachte 2] tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] [257] .
Binnen een uur nadat [medeverdachte 5] wegreed bij het huis van [medeverdachte 2] vond er bij de Ikea te Son een ontmoeting plaats tussen [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] [258] . Tijdens deze ontmoeting bij Ikea is onder meer het volgende besproken [259] :
[medeverdachte 6] Die man, die man, with the stift, begrijp je wat ik bedoel met de stift, tegels, sorry. Die man, wie heeft er daar… mee,.. Domini.
[medeverdachte 2] Ja, ja, ja, moeten poetsen.
[…]
[medeverdachte 3] Vijfhonderd.
[medeverdachte 6] Ja. Niet dat ik.. uh… niet moet bijbetalen.
[…]
[medeverdachte 6] en dan ga ik weg, weg, daarheen. Vijftiende kan je sturen.
[medeverdachte 2] Ik zou er scheel op slaan, als het allemaal weer verpest wordt.
Op 14 december 2012 is, voor zover van belang, het volgende OVC-gesprek afgeluisterd in de BMW van [medeverdachte 3] , waarbij het woord enkel wordt gevoerd door [medeverdachte 3] [260] :
“Ik zal jou eens wat vertellen ik geloof helemaal niet dat er een [medeverdachte 20] is.. ik denk dat het dat ie wel wat kan.. [medeverdachte 19] kan wel wat maar niet met een [medeverdachte 20] er bij.. hmm.. nee. Kijk die twee boxen die wij hebben gedaan daar zat geen controle op.. dinges dat was gewoon invoer dus kon dus gewoon doorgaan.. hoeven niet door de scanner niks.. kan gewoon doorgaan.. hij met een verhaal van de twee Paultjes iemand aan de praten.. het is gewoon.. het is gewoon bullshit. Het is gewoon.. Zo werkt het niet.. nee.. zo werkt het namelijk niet nee.. dus wat ik dadelijk aan het doen ben is vrienden van mij gek maken om te betalen omdat [medeverdachte 20] ontevreden is omdat er een hele club om [medeverdachte 20] heen hangt.. en dat is de case niet dat is de zaak niet nee. Hij moet met [medeverdachte 20] praten. Kijk weet je wat die vriend van mij zegt die lange zei.. die zegt ja das lekker.. die mensen zijn de enige die verdienen.. is de enige die verdienen.. kijk dat werkt niet.. wordt toch niks.. Apro.. vertel jij hem.. ja.”
Vervolgens is op 30 december 2012 een OVC-gesprek afgeluisterd tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 15] , in of in de directe nabijheid van de auto van [medeverdachte 3] [261] . Onderweg naar deze ontmoeting vraagt [medeverdachte 3] zich het volgende hardop af:
”Zou [medeverdachte 19] een menselijke fout zijn, wat een mietje. [medeverdachte 19] je bent niet eerlijk.. [medeverdachte 19] jij bent niet eerlijk. Ik maak geen meter meer, die overmaat moeten we nog regelen.
Tijdens dit gesprek met [medeverdachte 15] is, onder meer, het volgende besproken:
[medeverdachte 3] “Maar ik wou je gelukkig nieuwjaar alvast wensen, even een lekkere fles champagne, zitten er 2 in. Ja, hebben we nog geluk mee hoor, dit jaar, maar d’r kan in ieder geval 1 persoon blij gemaakt worden, wie niet blij gemaakt zal worden, want dat zal niet gebeuren denk ik, dat is [medeverdachte 20] . Ik ga nou, ik ben aan het wachten. Je moet 1 ding tegen [medeverdachte 19] zeggen, eh.. dat het eigenlijk door [medeverdachte 19] ’s eigen schuld is dat we een beetje ook in de problemen zitten, hij dan met [medeverdachte 20] he.. als hij zijn zaken goed had gedaan.. maar goed, dat maakt niks uit, maar dat moet jij maar uit mijn mond tegen hem zeggen.. ik doe mijn best wel hoor.”
[medeverdachte 15] “Ja, wat wij moeten doen nou…”
[medeverdachte 3] “Dit is 2 ton, briefjes van 100, 2 ton.”
[medeverdachte 15] “Kan je misschien morgen die andere geven of niet?”
[medeverdachte 3] “Denk het niet, eerlijk gezegd denk het niet, wordt pas woensdag. Ja, ik kan er niks van zeggen, op het moment dat er bij mij geld binnenkomt.. van morgenvroeg is er bij geld gebracht, dat heb jij nou. Ik heb toch echt een beetje druk gezet hoor, maar morgen weet ik niet, morgen laatste dag van het jaar, het is moeilijk Jozef, het is moeilijk.”
[medeverdachte 15] “Morgen niet en dinsdag ook niet.”
[medeverdachte 3] “Dinsdag januari, nee nooit, 1 januari nooit, nooit. Laten we in ieder geval voor woensdag afspreken, heb ik ook een beetje meer lucht en het is toch afhankelijk van wat de verkoop is, daar is het afhankelijk van. Nou ok in ieder geval, beter iets dan niets voor [medeverdachte 20] . Maar [medeverdachte 19] geeft weer niks aan [medeverdachte 20] . Je moet slim zijn, moet goed opletten. Maar je tegen [medeverdachte 19] zeggen, [medeverdachte 19] heeft ook een aandeel in dat iets niet heeft gelopen he? En ik vraag ook geen geld van [medeverdachte 19] , snap je? Een beetje, hoe noem je dat, een beetje ja meeleven met een ander moet [medeverdachte 19] ook een beetje doen.”
Voorts blijkt uit opgenomen vertrouwelijke communicatie en afgeluisterde telefoongesprekken dat [medeverdachte 6] van medio december 2012 tot medio januari 2013 in Spanje en de Dominicaanse Republiek heeft verbleven. [262]
Bij het beluisteren van een OVC gesprek op 27 januari 2013 in of naast de Opel Astra
(kenteken [kenteken 4] ) is tussen [medeverdachte 6] en een onbekend gebleven vrouw [263] onder
meer het volgende besproken:
[medeverdachte 6] “Ik moet daar om half elf zijn… Nou, we hebben elkaar een maand niet gezien. Dus zij willen weten wat ik van daarginds voor hen heb meegenomen.”
Op 28 januari 2013 is rond 13.50 uur een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] bij de Burger King te Son en Breugel. [264] Beiden rijden erna weg in de Opel Astra van [medeverdachte 6] . Tijdens deze autorit is onder meer (vanaf 13.55 uur) het volgende besproken: [265]
[medeverdachte 6] “Ik was daar toch in ons land”
[medeverdachte 5] “Ik ben al 2, 3 weekenden hier gebleven omdat er van alles weer te doen is.”
[medeverdachte 6] “Ja natuurlijk. Ik contacteer die ouwe met bril, die kale.”
(…)
[medeverdachte 6] “Die kale heb ik gesproken via dat apparaatje. Dus jij zegt om twee uur. Dan jou om half twee dan kunnen we samen.”
[medeverdachte 5] “Hij weet toch dat ik erbij ben?”
[medeverdachte 6] “nee”
(en vanaf 14.08 uur)
[medeverdachte 6] “Hoe moet die met die papieren. Als alles weg is dan hebben wij geen hoofdpijn, snap je. Dat is voor een keer.”
[medeverdachte 5] “Staat alles wel klaar?”
[medeverdachte 6] “Bijna”
[medeverdachte 5] “Ja maar ze zijn nu allemaal veel aan het verkopen. Ze zitten nu rond de 3, 34.”
[medeverdachte 6] “Lekker”
[medeverdachte 5] “Ja het werd tijd he. Het heeft lang genoeg geduurd. Zoals de laatste keer 29, 28.”
[medeverdachte 6] “Niet normaal he.”
[medeverdachte 5] “Hoofdpijn.”
Op 28 januari 2013 wordt er omstreeks 14.24 een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] in een horecagelegenheid te Uden. Door een van de leden van het observatieteam werd gehoord dat [medeverdachte 3] zei: ”iets verifiëren” en ”moeten we nakijken”. Daarna rijden [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] weer weg in de Opel Astra. [266]
Daarna op 28 januari 2013 (vanaf 15.05 uur) heeft in of direct naast de Opel Astra met het kenteken [kenteken 4] een gesprek plaatsgevonden tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] [267] . Tijdens dit gesprek is onder meer het volgende besproken:
[medeverdachte 6] Die kale is wel goed hoor. Die kale.. hij heeft een paar jongens die altijd bij hem. Heb je hem gezien af en toe die donkere jongen. Hij heeft een paar jongens die altijd voor hem klusjes doen en zo.
[medeverdachte 5] Ja
[medeverdachte 6] Die die hebben wel goed met die kale.
[medeverdachte 5] Oh maar hij is wel in orde.
[medeverdachte 6] jawel.
[medeverdachte 5] Hij is in orde. Die andere is was nerveus die met die bril.
[medeverdachte 6] Die is een beetje para. Maar zulke mensen moet je ook hebben he… Die houden jou ook een beetje eh eh…
[medeverdachte 5] Alert
[medeverdachte 6] Ja alert.
Wij moeten zowiezo zien te krijgen van hun ok.. (ntv) want dan kunnen we goed verdienen.
[medeverdachte 6] Ik heb met die kale afgesproken dat ik ook hun deel krijg. Om te verkopen. Dus die krijgen wij ook voor een jongen… als het goed is kunnen wij van tevoren of een paar dagen van te voren die die jongen die Albanees op de hoogte.
[medeverdachte 5] Ja ja die zie ik nou ook geregeld. Die kunnen wij nou alles verkopen voor 33 weet ik zeker.
[medeverdachte 6] Stel je voor dat die kale… dat wij aan die kale 32 betalen. Dan hebben wij ook aan hun verdiend. […] Plus die andere van daar plus die vijf procent snap je?.
[medeverdachte 5] Ja.
[medeverdachte 6] Dan hebben we leuke winst. Vorige keer was weinig, heel weinig.
[medeverdachte 5] Alle begin is moeilijk
[medeverdachte 6] Ja ja. Dan hebben we die plan van daar gezien dat het kan. En deze kant het ook gezien dat het daar ook kan snap je.
[…]
[medeverdachte 6] Rene
[medeverdachte 5] Rene
[medeverdachte 6] Maar is die altijd zo geweest of… want normaal gesproken was die gewoon goed.
[medeverdachte 5] Ja nee hij altijd zo geweest.
[medeverdachte 6] Hij wil altijd meer trekken naar zijn kant.
[medeverdachte 5] Ja ja. En ze zijn er nu achter dat die eh.. vaker zo’n dingen gedaan heeft. Daarom is sterk ook niet meer zo blij met hem.
[medeverdachte 6] Dat is niet netjes want je moet altijd eerlijk zijn snap je. Of tenminste iedereen moet verdienen wat die moet verdienen. Niet dat jij gewoon gaat pikken of wat dan ook.
[medeverdachte 5] Iedereen moet hetzelfde.
[medeverdachte 5] Die op de uitkijk staat moet net zoveel krijgen als die wat naar binnen loopt. Vind ik. Want die heb ik net zo hard nodig. Want als die daar niet staat ga ik niet naar binnen.
[medeverdachte 6] Nee plus als problemen gebeuren gaat die dezelfde straf krijgen als die van ons.. jou…
Vanuit Uden, waar [medeverdachte 3] de afspraak met [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] had, rijdt [medeverdachte 3] 28 januari 2013 om 15.00 uur naar [locatie 4] in Valkenswaard, alwaar hij een ontmoeting heeft met [medeverdachte 15] [268] . Tijdens deze ontmoeting is onder andere het volgende besproken: [269] .
[medeverdachte 3] “Ok, ik kan je Bill ophalen en de vraag is of dat het morgen is. […]
Hmm weet je wie ik vandaag gezien heb? Dormingro. Ja met hem heb ik gegeten. Nu net, kom ik net vandaan.”
[medeverdachte 15] “Ow?”
[medeverdachte 3] “Die hebben, die zijn ook klaar. Die hebben, drie honderd, in hun handen, stuks. Ze moeten nog twee honderd innen om te krijgen, dit weekend, ze staan in containers, alles klaar, en ze zweren dat ze vertrekken aanstaande week tussen 1 en 7 februari.”
Op 29 januari 2013 treffen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 15] elkaar wederom bij restaurant [locatie 4] in
Valkenswaard. Ook [medeverdachte 4] is aanwezig. Het volgende wordt besproken: [270]
[medeverdachte 3] “Hier, maar je komt wel voor 500.. onverstaanbaar.. heb ik verstuurd.”
[medeverdachte 15] “Ja.”
[medeverdachte 3] “We kunnen wel blijven zeuren dat er 300 misschien 300.. Hij zei gisteren wel 320.. onverstaanbaar.. 200 bij hebben, 180.. officieel..”
[medeverdachte 15] “Ja.. moeten we op zoek.”
[medeverdachte 3] “Maar maar maar kijk ook naar 500 of 520 want dat… is vrij stuk dus… uh..”
[medeverdachte 4] “Want?”
[medeverdachte 3] “Maar dat is niet het belangrijkste. Hun zeggen alweer met gemak.. uh.. 12 mei begint zeg maar in juli dat is nu februari he, dat is ook alweer juni, is in januari, afblijven.”
[medeverdachte 15] “Ja?”
[medeverdachte 3] “We hebben geld.”
[medeverdachte 3] “Kijk en hij zei gisteren gewoon… zitten 4200 stuks in de Dom.. jaren op pad. En daarna is nog eens een keer 8 miljoen twintig gulden.”
[…]
[medeverdachte 3] “Nee nee nee nee, niemand praat over Blackberry, niemand praat over de onze.”
In een OVC gesprek gehouden in of direct naast de Opel Astra met het kenteken [kenteken 4] op 30 januari 2013 is door [medeverdachte 6] onder meer (omstreeks 14.02 uur) het volgende gezegd. [medeverdachte 6] is daarbij onderweg naar een bespreking met [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] en bereidt kennelijk deze bespreking voor: [271]
“Dit hebben zij, pap!... Dit komen wij tekort, pap!.... Dus ik ga nu naar deze man toe, want dat is onze man vandaag, die is net… hierheen gekomen… Hij heb, om die 350… achter mij om 50 erbij gebracht, plus hij is nu… ntv… met andere mensen om de tafel… Maar ik wil zo snel mogelijk dus ik moet naar deze man… Met hem om de tafel komen, dat hij gewoon die 150 die ik tekort kom erbij gooit.. klaar! Dan moet ik daar naartoe gaan… Hij kan het niet eerder dan na het weekend doen… veel tijd. Het moet van mij deze week afgerond zijn… Klaar!... Snappie?!... “
Uit de vergelijking van de peilbakengegevens van de Opel Astra van [medeverdachte 6] , de VW Polo [kenteken 5] in gebruik bij [medeverdachte 3] en de Audi A6 [kenteken 6] in gebruik bij [medeverdachte 2] is af te leiden dat er die dag rond 14.30 uur een ontmoeting is geweest tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] op de Leeuweriksweg te Uden en dat vervolgens [medeverdachte 6] bij [medeverdachte 3] in de auto is gestapt en dat ze in de VW Polo van [medeverdachte 3] naar de Kornetstraat te Uden zijn gereden, alwaar een ontmoeting heeft plaatsgevonden met [medeverdachte 2] . [272]
Later die dag (omstreeks 18.14 uur), voeren [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] , in de Opel Astra een gesprek, waarbij onder meer het volgende wordt besproken: [273]
[medeverdachte 3] “Je moet die man een ding zeggen want we hebben er nog even over zitten praten… met die 500… ik wil echt niet moeilijk doen… maar als het zo is dat we… dat hij er bijvoorbeeld maar 350 doet…“
[medeverdachte 6] “Nee nee nee ik…”
[medeverdachte 3] “Of dat er iets gebeurt waardoor dat er toch…”
[medeverdachte 6] “Nee neen nee.”
[medeverdachte 3] “Dan willen we gewoon op basis van 500 25%. Dat is gewoon een extra waarschuwing van doe het goed.”
[medeverdachte 6] “Nee ik heb dit heb ik allang gezegd.”
[medeverdachte 3] “Ok ok ok.”
[medeverdachte 6] “Dat wat je nu zegt heb ik al lang gezegd. Doe er vijf want zij rekenen toch van vijf…”
[…]
[medeverdachte 3] “Je moet echt 500, […]…
Ja ja ja maar weet je wat je doet je gaat eerst naar daar. Je doet afspraken maken wat je doet en je komt terug, toch?”
[medeverdachte 6] “Ja ja”
[medeverdachte 3] “Je komt hier terug”
[medeverdachte 6] “Maandag ben ik terug. Maandag spreken, zitten we gewoon weer met koffie te drinken.”
In de BlackBerry van [medeverdachte 6] is een bericht van [medeverdachte 3] van 30 januari 2013 aangetroffen waarin [medeverdachte 3] [medeverdachte 6] een goede reis wenst. [medeverdachte 6] bericht terug: ‘Mandaag of uitstelijk dinsdag maar ik neem bb mee om je op de hoogte te houden’. [274]
Op 6 februari 2013 is een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 6]
bij ’t Nardje te Uden [275] , waarbij onder andere het volgende is besproken [276] :
[medeverdachte 6] “Woensdag komt ie aan..”
[…]
[medeverdachte 3] “Dus 26, tussen 26ste en 27ste .. want dat zal misschien wel lukken…”
[…]
[medeverdachte 2] “ [medeverdachte 20] nog gesproken..”
[medeverdachte 3] “ [medeverdachte 20] is terug. Daarvoor.. met [medeverdachte 20] besproken, klopt.”
[…]
[medeverdachte 3] “Het spul op zich, is mooi.”
[medeverdachte 6] “Meer kunnen we niet zeggen. Ze willen niet geloven dat [medeverdachte 20] problemen geeft.”
[…]
[medeverdachte 3] “(…) Bumblebee”
[…]
[medeverdachte 3] “Ik zeg jou, bijvoorbeeld, goed is goed met 750 kilo, exact.”
[medeverdachte 2] “Ja maar wij vragen hun 100.”
[medeverdachte 3] “Dan maar 55.”
[medeverdachte 6] “Besteld.”
[medeverdachte 2] “Dan nog, die hou maar. Wat is er niet zoveel dan?”
[medeverdachte 3] “Is heel veel.”
[medeverdachte 6] “Kan er moeilijk tussenuit.”
[medeverdachte 3] “Inderdaad.”
[…]
[medeverdachte 3] “Dat ie nog, ja, oke. Ik moet het geloven, als proef uit, uit, volgens mij Peru. Hebben vier gedaan, deze week?”
[medeverdachte 3] “Klanten willen doen, heel veel willen dan wit..”
[…]
[medeverdachte 2] “Als jullie man, het is maar een voorstel… maar andere dingen, … cocaïne.”
[…]
[medeverdachte 6] “Maar ik denk dat het gewoon, bankroet.. [verdachte] .”
[medeverdachte 3] “Ja”
[medeverdachte 6] “Daarna…, is een tegel verdwenen…”
[medeverdachte 3] “In de tegel zit coke.”
[medeverdachte 6] “Bananen… die komt nog.”
[medeverdachte 3] “Ja”
[…]
[medeverdachte 6] “… containers.”
[medeverdachte 3] “Het is die [medeverdachte 15] die zegt ook hoe moeilijk met fruit, ik heb fruit, vis, dus jullie wat er in kan, kan mee.”
[…]
[medeverdachte 6] “500… 500..”
[medeverdachte 3] “Met 500 1% en niet meer vragen.”
[medeverdachte 6] “Doe ik niet 500%”
[medeverdachte 3] “Die moet je delen door een half procent.”
[medeverdachte 6] “Jaa, oke. Jaa, oke.”
[medeverdachte 3] “Nu heb je 1%, dat is 100 stuks. 560 zo’n 600 kilo coke. Want anders heb je rond de 500 stuks, onze kant op.”
[medeverdachte 6] “Ja, oke”
[medeverdachte 3] “Die jij doet, die koopt jou.. leverancier kan niet meer stoppen nou.. Oom, oom, je oom jij hebt liever samen, dus die is eruit, die hebben de…”
[…]
[medeverdachte 6] “Ik denk, ik ben baan bij zetten, ik één keer in de coke.”
Op 11 februari 2013 zit [medeverdachte 6] tussen ongeveer 13.00 en 13.45 uur in de Opel Astra met het kenteken [kenteken 4] . Hij praat waarschijnlijk hardop in zichzelf: [277]
“Wat ik doe bij ons, zij zetten alleen bij ons, dus wij honderd, drie honderd vijftig plus vijftig is vierhonderd.
Die oude man zegt… ga om tafel met jou mensen. Zeg maar tegen hem hebben alleen vierhonderd. Als ze mee akkoord gaan doen wij vierhonderd minimaal want wij hebben nog een week… dan de tijd om misschien toch die vijfhonderd te doen.
Tot dat tot dat die ding vertrekt. Als die ding vertrekt met vierhonderd hebben we… hebben jullie dan als jullie mee akkoord gaan groen licht gegeven voor minimaal vier in plaats van vijf. Maar het kan de vijf komen want hebben nog niet de tijd voor dat die ding vertrekt om om wat nog meer te verzamelen. Maar hij gaat niet meer… Hij zegt van jongens ik heb al vier dinges gedaan. Ik heb met mensen gepraat… normaal gesproken doe ik om jullie toch vijf te doen maar het is.. mij… met deze vrienden lastig om te lastig. Poging niet gelukt wij hebben… zij hebben ook hun eigen dinges dus ik ga niet meer met mensen praten. Als jullie mee akkoord gaan met die vier doen we anders ja. Ja dan moeten we gewoon kappen.”
Uit de peilbakengegevens van de Opel Astra [kenteken 4] van [medeverdachte 6] en de BMW [kenteken 7] van [medeverdachte 3] blijkt dat deze auto’s op 11 februari 2013 tussen ongeveer 13.45 uur en 15.15 uur aanwezig zijn in de omgeving van [adres 8] te Sint Oedenrode. [278] Hieruit leidt het hof af dat er een ontmoeting heeft plaatsgevonden tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] en dat [medeverdachte 6] op weg daar naar toe in zijn auto het gesprek hardop heeft voorbereid.
Uit de peilbakengegevens van de BMW [kenteken 7] van [medeverdachte 3] blijkt dat dit voertuig op 12 februari 2013 omstreeks 14.48 uur stilstond op de [adres 9] te Best in de omgeving van ‘De Bestse Snackbar’. Uit onderzoek van de camerabeelden van deze snackbar bleek dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] elkaar daar om 14.50 uur ontmoeten en omstreeks 15.06 uur samen weggingen. [279]
Uit de zendmastgegevens van de BlackBerry van [medeverdachte 3] blijkt dat deze op 12 februari 2013 om 15.22 uur een zendmast in Best aanstraalde en meteen daarna en om 16.45 een zendmast in Sint Oedenrode en om 16.45 uur weer een zendmast te Best. Om 16.47 uur vertrok de BMW [kenteken 7] van [medeverdachte 3] van de [adres 9] te Best. [280]
De Opel Astra [kenteken 4] in gebruik bij [medeverdachte 6] is op 12 februari tussen 15.41 en 16.35 uur in de omgeving van [adres 8] te Sint Oedenrode. [281]
Uit het voorstaande leidt het hof af dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] na hun bespreking in de snackbar in de auto van [medeverdachte 2] naar Sint Oedenrode zijn gereden en aldaar [medeverdachte 6] hebben ontmoet.
Op 15 februari 2013 wordt wederom een ontmoeting tussen [medeverdachte 6] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] geobserveerd. [282]
Op 16 februari 2013 wordt in de haven van Antwerpen een partij van 3.000 kilogram hasjiesj in beslag genomen. Deze hasjiesj zat verstopt in een container met als deklading handdoeken en was bestemd voor het bedrijf [bedrijf 7] bvba. [bedrijf 7] had [bedrijf 4] met als zaakvoerder [zaakvoerder] gevolmachtigd voor alle formaliteiten met betrekking tot de aankomst en levering van goederen. Op 19 februari 2013 wordt bekend dat de container niet wordt vrijgegeven. [283]
Op 20 februari 2013 ontmoeten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 14] en [medeverdachte 15] elkaar bij [locatie 3] [bedrijf 5] , waar zij onder andere het volgende met elkaar bespreken [284] :
[…]
[medeverdachte 3] “ [medeverdachte 20] is zijn batch afgenomen. Je kan het er niet meer inkletsen zoals je vroeger deed.
[…]
[medeverdachte 14] “En. Ik heb gezegd, weet je wat, doe al het mogelijke forceren, weet je. Doe gissingen voor coke uit. Uh.. hij is rechtstreeks naar de kade gegaan en hoofdkwartier, hoofdkwartier. Hij zegt: “Hey man, het is al de 2e keer dat je zit te hameren op die container en te zeuren over”, hij is daar dus ambtenaar he, hij zegt: “Ja, hij kon het wel weten”, hij zegt “maar ik weet niet verder wat er gezegd is geweest weet ik niet”.
Uh.. het zou niet goed afgelopen hebben want anders hebben ze, zouden ze de Federale zo ver weggelopen bij ondervragen, eigenlijk nog niet gehoord, niet gezien.”
[medeverdachte 3] “Bij jou, jou [medeverdachte 20] stond die dus ingelogd zeg maar?”
[medeverdachte 14] “Ja”
[medeverdachte 3] “Die is ondervraagd, vandaag?”
[medeverdachte 14] “Ja.”
[medeverdachte 3] “Maar hij staat daar… Hij staat in, hij staat in beschermd gebied, waar ik niet bij kan zelf? Daar staat ie?”
[medeverdachte 14] “Ja spijtig.”
[medeverdachte 3] “En hij is inmiddels gecontroleerd en hij is leeg? Ik ga er mee kappen.”
[medeverdachte 14] “Vandaag, ja, ja”
[medeverdachte 3] “Dus hij is verdacht? Maar die zijn verdacht? Zou hij intussen al met die fruit.. met de box?”
[medeverdachte 14] “Welke rij heb jij over nou? Tomaten, die box openmaken?”
[medeverdachte 3] “Dan vraagt ie…”
[medeverdachte 14] “Hoofddouane?”
[medeverdachte 3] “Gaat die hoofddouanier, die zitten, die zeggen: ‘Hey hier zit een collega van mij en die vraagt naar die box waar ze onderzoek op doen.. net zoals ons”.”
[medeverdachte 14] “Die die, die zal alle stukjes niet doorvertellen of wel?”
[medeverdachte 3] “Gaat ie dat zeggen?”
[medeverdachte 14] “Want zij ondervragen alleen, en dan halen ze er nog een, wacht even ze zijn altijd met twee.. “
[medeverdachte 3] “Links en rechts halen ze erbij dus alles zelf informeren naar die box. Ja, [medeverdachte 20] zit bij de baas liever niet. Die baas vindt dat raar. Gaat die baas dat doen, echt? Hier zit een douanier en vraagt altijd naar die box, kom.. eens voor.”
[medeverdachte 14] “Waarom moet dat? Dat hij vorig jaar vier, vier containers, acht containers in zijn gebied heeft gehad. Veel gehad, vier, heeft niets met die te maken.”
[medeverdachte 3] “Heeft dat met deze route iets te maken?”
[medeverdachte 14] “Nee nee nee..”
[…]
[medeverdachte 3] “Dus [medeverdachte 20] is besmet?”
[medeverdachte 14] “Daarom hebben ze die badge ook afgenomen, hij mag zijn dienst nog doen. Daarom gaan wij ook verder via mijn.. uh.. bronnen, weet je.”
[medeverdachte 3] “Wat we hieruit leren is… dat we hieruit leren is één. De douanier die in het systeem niet kan, het systeem laat jou niet zien dat we serieus in de problemen komen.”
[medeverdachte 14] “Nee, en besmet lekken, en weg.”
[medeverdachte 3] “Nog 19 avonden bedoel ik.. uh..”
[medeverdachte 14] “Ja, want het werkt niet.. enne.. vroeger toen.. uh.. [medeverdachte 20] lieten ze rechtstreeks weten dat de positie, […]. Dat klopte zij in. Hij tikte een code in en hij zei: “oh shit… hey een alarm, ja oke zullen we oplossen”, maar daaruit sinds dat ze zijn badge afgekomen hebben, gingen [medeverdachte 20] zeggen dat hij niet in het systeem mag.”
[…]
[medeverdachte 3] “Ja. Weet je, weet je wat je je zelf nou moet afvragen met dat gedoe, heeft voor jou [medeverdachte 20] nog waarde?”
[medeverdachte 14] “Nu?”
[medeverdachte 3] “Ja.”
[medeverdachte 14] “Vandaag wat er gebeurd is dat..?”
[medeverdachte 3] “Heeft hij je.. heeft hij vanaf nu nog waarde?”
[medeverdachte 14] “Ik heb mijn uh… Mijn twijfels. Zijn advies kan ik gebruiken. Maar intern daar kan ik.. uh.. er niet bij, nee, als ik eerlijk mag zijn niet nee, maar waarom, daarvan was de vraag, als hij vandaag niet.. uh.. was vernomen dan had ik nog.. uh.. Dan had ik gezegd, het is goed, we kunnen nog verder. Maar wat vandaag gebeurd is, met die bevraging, natuurlijk niet, echt niet wat er gezegd is, is er niet gezegd. Ik weet niet wat er gezegd is geweest. Ik heb hem nog niet kunnen zien dus, hetzelfde.”
[medeverdachte 14] “En als ie niet meer blijft alleen.. uh.. die die nieuwe contact, als.. uh.. van waar komt die?”
[medeverdachte 3] “Het winkeltje.”
[medeverdachte 14] “Uit Engel...”
[medeverdachte 3] “Zak pillen. Wat gebeurt er nu, als dit verkeerd gaat.. strepen trekken. We moeten iets gaan doen, die het van te voren weg kunnen zetten.”
[medeverdachte 14] “Kijk, wat ik ga doen is.. uh.. zo ie zo niet.. uh.”
[medeverdachte 3] “Oke, termijn op.. met dat spul op korte termijn of niet. Ik weet dat niet, jij moet, jij moet het weten.”
[medeverdachte 14] “Uh… in welke richting, dat ik weet dat het schip er aan komt en de container kost, hij moet weten.. uh.. staat er code aan ja of nee maar niet altijd. Soms gebeurt het weleens dat ze niet doorgeven dat daar een code.. uh.. alarm op zit.. uh.. om te kunnen weten.. uh.. dat ie, hij speelt overal ja of nee, zoals het is, in deze situatie. Dus uh.. zij zagen [medeverdachte 21] heeft de bevoegdheid om in het systeem te komen.”
[medeverdachte 3] “Waarom?”
[medeverdachte 14] “Ze moeten het weten.”
[medeverdachte 3] “Hebben die dezelfde bevoegdheden om in het systeem te komen als gewoon of uh..?”
[medeverdachte 14] “Tot op bepaalde.. uh… kun je gewoon.. ja.”
[medeverdachte 3] “Oke, dus niet.. dus dat alarm zien ze niet?”
[medeverdachte 14] “Jawel hoor, dat zien ze wel, ja ja.”
[medeverdachte 3] “Zien ze dat wel?”
[medeverdachte 14] “Ja, dat zien ze. Maar dieper kunnen ze niet.”
[medeverdachte 3] “Dat is heel wat waard. Dat je van te voren weet van, of.. uh..”
[medeverdachte 14] “Ja.”
[…]
[medeverdachte 14] “…pikken eruit ja, door de scan. En de douane kijkt naar de.. eh.. herkomst. Daarom had ik ook tegen jou gezegd, bouw en textiel, niks anders.”
[medeverdachte 3] “Dus jij zegt, doordat [medeverdachte 20] niet meer in het systeem kom, konden we eigenlijk sowieso niet weten of het wel of niet is want…”
[medeverdachte 14] “Later heeft [medeverdachte 20] zo, oke rijken, maar of fruit ook niet.”
[medeverdachte 3] “Maar wie heeft die door de scan gedaan dan? Want [medeverdachte 20] had geen badge meer op toen.”
[medeverdachte 14] “ [medeverdachte 21] heeft gewoon toegestemd”
Naljet “Daar gaat [medeverdachte 21] toch niet over?”
[medeverdachte 14] “Jawel, [medeverdachte 21] heeft een mening. De [medeverdachte 21] geeft de opdracht aan de douane om door de scan te gaan.”
[medeverdachte 3] “ [medeverdachte 21] ook?”
[medeverdachte 14] “Ja zij hebben verschillende functies. Het is geen klein bedrijfje.”
[medeverdachte 3] “Ja, [medeverdachte 21] , maar jij zei dat [medeverdachte 20] het door de scan had gehaald.”
[medeverdachte 14] “ [medeverdachte 20] mag niet bij de scanning noch de fysieke scanning staan. Maar hij heeft gezegd tegen [medeverdachte 21] laat hem even door de scanner gaan.”
[medeverdachte 3] “Maar?”
[medeverdachte 14] “Toen bummerde hij een of twee keer. Als het door de scanning gaat en het is proper is de kans miniem dat de volgende door de scanning mag of moet. Dat ze hem gewoon door laten gaan.”
[medeverdachte 3] “Hij is [medeverdachte 21] dus belangrijker. Veel belangrijker als heel die [medeverdachte 20] .”
[medeverdachte 14] “Maar dat is outside. Inside heb ik nog iemand nodig. En daar heb ik volgende week dinsdag een afspraak over.”
[medeverdachte 3] “Wat bedoel je?”
[medeverdachte 14] “Wat ik bedoel, hij, die man heeft, is de hoofd van de.. uh.. hij beveelt aan de.. uh.. Mammoetdrijvers. Kijk, Mammoet die containers pikt met kranen. Ken je dat die kranen?”
[medeverdachte 3] “Ja, ja ja, ja.”
[medeverdachte 14] “Hij is de baas van heel die drijvers. Hij ken ene.. van de douane. Hij kent iemand, die de positie heeft. En die jongen moet ik hebben. Ik moet altijd via via.”
[…]
[medeverdachte 3] “Toen die Dominicanen afleverden toen die keer, weet je nog?”
[medeverdachte 14] “Ja”
[medeverdachte 3] “Op uh.. EFK waar ik een hekel aan heb.”
[medeverdachte 14] “Maar dat was ook een fysieke, dat was ook een fysieke scan. Heb ik eruit gehaald.”
[medeverdachte 15] “Ja. Daar is het leeg in gegaan. Leeg in gegaan. Het is er niet vol in gegaan, maar leeg. Jullie hebben EFK leeg de fysieke in laten gaan… EFK.”
[medeverdachte 3] “Jawel. Ja. EFK.”
[medeverdachte 15] “Dus, er is, iets een.. uh.. tegels.”
[medeverdachte 14] “Oh, ja ja ja, de, de partij, klopt, de partij tegels, dat klopt, dat klopt.”
[medeverdachte 3] “Dat gaat nu weer gebeuren. Wat gebeurt er nu, als die weer naar de fysieke scan moet. Wat gebeurt er dan met… in deze situatie? Of 2, 3 weken dat die een keer aankomt?”
[medeverdachte 14] “Dan denk ik, dan moet ik zien wat ik kan doen. Wat nu, uh, die container laten wegzetten.. uh.. want die mammoet-werkers die uh.. ik noem dat Mammoetleiders. We gaan even die op locatie zetten waar ze, waar dat er weinig.. uh.. toezicht op is.”
[medeverdachte 3] “Godverdomme dinsdag, het gaat schieten worden. Die gaan nu vertrekken. Ik wil niet, ik wil niet.. uh.. ik wil geen problemen met de Dominicanen. Ik wil dat het goed gegaan of niet doen.”
[…]
[medeverdachte 3] “Wat staat er. Oh, mag ik even storen? Wat staat er op die documenten van MSC? Dat is wel belangrijk wat daar op staat. Dat weet je niet, dat kan je niet weten.”
[…]
[medeverdachte 3] “Denk even heel goed na want ik kan dit ook een paar weken uitstellen. Moet dat wel een beetje uitleggen, maar ik kan dat wel. Ik wil namelijk niet dat ze iets sturen. Ja, kan hij hun niet meer uit de voeten, ja, dat wou ik zeggen die shit. Dan zeggen ze tegen mij, wij verwijten jou dat jij ons hebt laten gaan terwijl jouw verhaal niet klopte of veranderd is.”
[medeverdachte 14] “Nee, nee. Hoe lang duurt het, twee weken van daar naar hier?”
[medeverdachte 3] “12 dagen. Zeg, twee weken.”
[medeverdachte 14] “Weten we wanneer.. contact?”
[medeverdachte 3] “Dadelijk weekend. Het kan goed zijn, als ze zeggen we staan op schema, dat ze de boot geboekt hebben, container aanwezig is, de lading hebben ze bewezen, die hebben ze, dat doen ze zo prachtig die tegels.”
[medeverdachte 14] “Stel het anders.. uh.. een week ofzo tien dagen uit. Ik meen het serieus dan heb ik meer tijd om een beetje.. uh.. reorganisatie.”
[medeverdachte 3] “Nou weet je wat het enige positieve is, als we tenminste terug kunnen zenden. Je hebt één grote kostenpost heb je niet meer, [medeverdachte 20] .”
[…]
[medeverdachte 3] “Nou weet je wat ik wel wil. Ik zeg wel tegen Dominique wacht maar ff een week, er is iets aan de hand, wacht maar effe een week doe maar volgende week, of ik stel het effe uit. Ik durf niet zo, hoe het nu is, hoe de situatie nu is. Dan heeft ie volgende week een afspraak met iemand anders, dat wordt dan heel, dan wordt het een ander systeem, dat is ook een systeem, maar dan moet het dus zo’n systeem, hij, dan kom je niet meer terug, een soort stelen. Ik zei toch, dat kunnen we doen.”
Op 25 februari 2013 wordt [medeverdachte 1] door [medeverdachte 5] in een OVC gesprek bijgepraat: [285]
[medeverdachte 5] : “Ik heb die dinge nog gezien. De drie Musketiers samen. Die kleine, die met dit bril en die andere. Het is voor 2 tot 3 weken opgeschoven.”
[medeverdachte 1] : “Wat is dat toch allemaal?”
[medeverdachte 5] : “Dat heeft zijn redenen en dat is goed dat dat is opgedoekt.”
[medeverdachte 1] : “Het kan wel nog opgeschoven worden? Ja ik dacht dat dat, eh, dat dat al goed was.:
[medeverdachte 5] : “Nee, nee ja dat was wel allemaal wel goed maar we moesten op oke wachten en dat werd niet gegeven door hun. Ja die kleine was al klaar maar hun, die andere niet.”
[medeverdachte 1] : “Oh, ligt het nou aan ons.”
[medeverdachte 5] “Ja.”
In de BlackBerry van [medeverdachte 6] is een bericht aan [medeverdachte 3] aangetroffen van 27 februari 2013: ‘Sorry had bb niet bij me. Moet je nu meteen me zien anders woordt moelijk en ik weet het niet of nog tijd is kut’. [286]
Op 28 februari 2013 heeft vanaf omstreeks 13.38 uur in of direct naast de Skoda met het kenteken [kenteken 8] tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] een gesprek plaatsgevonden, waarin onder meer het volgende is besproken: [287]
[medeverdachte 6] “En hij, hij zal ook sowieso zeggen, dat hun moeten ook die kosten van hun dragen dit, dit…”
[medeverdachte 5] “Jonge, jonge jonge, dus hun zeggen niet sturen?”
[medeverdachte 6] “Nee… Stop maar, stop maar, ja hoe kan ik dit nu stoppen? Die ding is binnen.”
[medeverdachte 5] “Staat klaar ja, ja ja dat is simpel.
Ze wisten het ook, het weekend staat voor de deur ouwhoer.”
[medeverdachte 6] “Ja maar is toch, is toch klote man, elke keer, kies… op het laatste moment ook nog. Want als je dat tegen mij zegt een week geleden. Vriend…
Dan kan ik misschien wel wat doen. Dan kon ik die namen wisselen, wisselen. Dan zeg ik gewoon, ga ik gewoon naar die bedrijf zeg ik: “kijk ik ben.. ik heb een fouten gemaakt, heb ik jou de verkeerde naam gegeven, hier.
Mijn oom en die man daar, die zijn naar die bedrijf gegaan om te vragen of het nog mogelijk was om die naam te vervangen. Die man zegt: “dat kan ik wel proberen, dat gaat mij niet lukken”. Kijk als ik dat doen….
Dat is vreemd, dan gaan ze mij elke keer dat ik ga te sturen daar, gaan ze ons extra controleren en es ook rooit punt zetten hier.
Snap je? Dus die man zegt als ik dat doet, komen jullie echt nooit daar binnen. Want ze gaan vanaf hier met een rooie punt altijd zetten. Ik heb tegen die kale gezegd.
En hij geeft mij gewoon hetzelfde bedrijf dat hij aan die mensen ook geeft. Dat is ook klote he.
Ik heb tegen die kale gisteren gezegd: Kijk die man is pissig, die man is boos.
Die man begint een beetje te twijfelen nou, of hij die ding moet sturen. Want vorige week kom ik hem schrikken met ehh: onze mensen hebben problemen misschien.
Hij schrok van. Ik zeg: nee, nee, maar rustig, er is niks aan de hand je houdt het, je moet alleen een tot twee weken wachten. Hij zegt: ik kan niet langer dan een week maken. Moet ik dan 6000 euro, 6000 dollar betalen. Vind ik niet erg, maar als hij dan zegt ‘een week’, kan niet niet langer.”
“Ik maak hem blij. Ik zeg tegen hem jij jij mag gewoon in deze weekend. En dan kom ik gisteren met dit!”
[medeverdachte 5] “Ja, dan kan niet.
Dan vraag ik me af wat nou weer aan de hand is.
Die man heeft problemen, maar wat voor problemen?”
[medeverdachte 6] “Die directeur”
Er is een soort ‘klap-geluid’ te horen.
[medeverdachte 5] “Opgepakt?”
[medeverdachte 6] “Ja naar het bureau gebracht. Dus er moet een verband zijn.
Want dat is toch een grote toeval dat toch die directeur dat ons…. Terwijl jullie dit probleem, dan komen wij ook in problemen. Dus, dat jij.. hij had gebruikt dit bedrijf voor ons allebei. En dát moet hij zeker niet doen. Hij had mij gewoon een klote bedrijf kunnen geven, maakt mij niet uit, maar niet dezelfde als…
Want het is wat ik tegen hem ben blijven zeggen: elke keer… jullie doen dit… Ik zeg je, voordat ik al onderweg ben. En dan gebeurt er iets met dit. En dan?
Jij geeft mij dezelfde bedrijf die naar de klote gaat. En toevallig, gelukkig, dank god is het gebeurd, twee dagen voordat ik… Nou ja stel je voor dat hun geheim houden dan kom, dan komen we niet achter. Tot volgende week bijvoorbeeld, dan is die ding al lang weg.. hebben wij een groot probleem hier.
En ik weet niet of die kale en die andere genoeg krachtig zijn om dit te gaan betalen.”
[medeverdachte 5] “Hun kunnen wel toveren…”
[medeverdachte 6] “Mijn oom die verliest zeker, die andere zwarte jongen verliest zeker, want die hadden natuurlijk geboekt.
Die hadden tickets geboekt voor woensdag.”
[medeverdachte 5] “Die wilden met die B-M-L komen.
Die wilden natuurlijk met die Bill komen”
[medeverdachte 6] “Ja daarom die dinges vertrekt morgen, zondag is die dicht. Maandag of dinsdag hebben hun de de bill… hadden ze voor woensdag geboekt.
En zou hebben zij ook twee tickets daar ook, voor hierheen. Hun denken van ehhh zomaar zomaar…”
[medeverdachte 6] “Die die Hans ook. Maar dat is alleen maar gillende stress dat die mensen lopen man.
En ik loop ook maar te stressen, want ik, ik moet dan…”
[medeverdachte 5] “Ja ja”
[medeverdachte 6] “Aan… aan die kale en dan aan die man daar ook.”
[medeverdachte 5] “Hmm hmm”
[medeverdachte 6] “Word gek man… […] hij geeft mij nu een nieuwe dinges.”
[medeverdachte 5] “Ja”
[medeverdachte 6] “Maar hij moet ook die papieren geven voor een nieuwe bestelling… anders doen… doet die man dat niet meer.”
[medeverdachte 5] “Ja”
[medeverdachte 6] “Die man zegt van ehhhh “weet je wat, weet je wat wij doen het is HUN fouten want daar heb ik al twee keer voor betaald. Ik heb nog niet, geen cent gezien van de tegels”
[medeverdachte 5] “Ja”
[medeverdachte 6] “Dus ik had hem klote tegels ntv… hij is boos, hij was boos he”
[medeverdachte 5] “Ja ja”
[medeverdachte 6] “Als hun willen dat doen, ik zet die dingen… hun zetten die tegels…. Laten hun…. Laat zien dat hun graag willen.
Ik kan niet nee tegen hem zeggen , want het is niet zijn fout geweest. Hij is klaar, hij is kant en klaar.
Ik zeg tegen hem: ja oke, ik zal tegen hun hier zeggen dat zij moeten die kosten betalen voor een nieuwe bestelling en mij een nieuwe bedrijf geven. Dan kunnen wij misschien volgende week of week weken vo.. hooguit vertrekken.”
[medeverdachte 6] “En jij? Wat wou jij dan vertellen dan? Jij wou mij zien vandaag toch?”
[medeverdachte 5] “Ja, ehh, omdat er ehh meerdere opties zijn …, met ehhh Rob.”
[medeverdachte 6] “Dat moeten wij hebben nou, want die kale is een beetje nou….”
Vervolgens werd op 28 februari 2013 omstreeks 14.07 uur door leden van een observatieteam gezien dat [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] [locatie 5] in Valkenswaard binnen liepen en deze horecagelegenheid omstreeks 14.13 uur weer verlieten. Vervolgens werd gezien dat [medeverdachte 3] met zijn auto naast de auto van [medeverdachte 5] stopte en dat de drie verdachten contact met elkaar hadden. Hierna stapten [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] in de auto van [medeverdachte 5] en reden weg achter [medeverdachte 3] aan. Omstreeks 14.26 uur werd gezien dat de drie verdachten samen een horecagelegenheid genaamd ‘ [locatie 6] ’ te Valkenswaard binnenliepen. [288]
Na deze ontmoeting werd wederom vertrouwelijke communicatie opgenomen tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] in de auto van [medeverdachte 5] . [289]
[medeverdachte 6] : “Ja, die kale baalt ook he?
Die moet nu tikken.”
[medeverdachte 5] “Nou ik heb geen problemen om delen wat jij zegt.
Hij is het niet schuld
Maar wij zijn blij dat hij het op tijd heeft kunnen vertellen, he.”
[medeverdachte 6] “En ook dat hij bereid is om toch die papieren te geven.”
[medeverdachte 5] “Ja hij gelooft er gewoon in en en”
[medeverdachte 6] “Ja hij weet dat het niet onze fout is en dat …. Dat eigenlijk een klote verhaal is. Dat het aan hem zijn kant zit. Niet in onze kant. Dat is aan hem. Wij zijn klaar.”
[medeverdachte 5] “Precies.”
[medeverdachte 6] “Ik hoop dat Robbie dit jaar nog…”
[medeverdachte 5] “Ja, ik hoop dat hij heel blij is als ik hem effe via Skype zeg, ik heb een ticket voor je geboekt. Dan gaan we eerst effe feesten.”
[medeverdachte 6] “Ja ja, dat gaan we zeker met die doen.”
Uit de gang van zaken vanaf 19 februari 2013 blijkt dat er onrust ontstaat nadat bekend wordt dat de container met 3.000 kg hasj geadresseerd aan [bedrijf 7] bvba niet wordt vrijgegeven. Kennelijk was voor een klaarstaand transport cocaïne met travertin tegels als deklading ook [bedrijf 7] bvba als ontvangend bedrijf gebruikt. Omdat het risico op ontdekking te groot is, besluit [medeverdachte 3] eerst het transport uit te stellen en daarna om het helemaal af te blazen. Hij neemt de kosten hiervan voor zijn rekening omdat de fout aan zijn kant lag.
Uit onderzoek in de Dominicaanse Republiek is gebleken dat de eerder genoemde persoon die zich ‘ [medeverdachte 22] ’ noemde eind februari 2013 een bestelling plaatste van 600 m2 travertin tegels bij het bedrijf [bedrijf 8] te San Cristobal. Palca plaatste deze bestelling vervolgens op dinsdag 26 februari 2013 bij het bedrijf [bedrijf 2] S.A. De ontvanger van de bestelling bleek te zijn:
[bedrijf 9]
[adres 10]
[telefoonnummer] .
Deze bestelling was geladen in een container met het nummer SUDU-149606-5. Deze container werd op vrijdag 1 maart 2013 vanuit het bedrijf [bedrijf 2] verstuurd naar de haven van Caucedo (Dominicaanse Republiek).
Zaakvoerder van APKO was [zaakvoerder 2] . Hij woonde samen met [zaakvoerder 3] . [zaakvoerder 3] was zaakvoerder van [bedrijf 7] bvba. Dit bedrijf was gebruikt voor de invoering van de 3.000 kilogram hasj. Beide zaakvoerders verklaarden dat zij hun bedrijven voor 2.000 euro hadden verkocht aan [medeverdachte 23] , maar dat de statuten nooit werden aangepast. Deze [medeverdachte 24] verklaarde dat hij had bemiddeld tussen [medeverdachte 15] en deze bedrijven. [bedrijf 7] bvba en [bedrijf 9] waren op deze wijze overgenomen door [medeverdachte 15] .
[bedrijf 9] is op 6 februari 2013 stopgezet wegens een faillissement. [290]
Uit de informatie afkomstig van de Dominicaanse Republiek bleek dat er problemen waren ontstaan met het ontvangende bedrijf. Uit een verstrekte e-mail van 1 maart 2013 van een Dominicaanse expediteur naar het bedrijf Palca CXA, bleek dat er iets niet klopte met de code en dat er derhalve niet tot inscheping kon worden overgegaan. Vervolgens bleek uit een email van 4 maart 2013 tussen Palca en de Dominicaanse expediteur dat het ontvangende bedrijf moest worden gewijzigd in:
[bedrijf 4]
[adres 9]
+32 48366125
E-mail:
[e-mailadres]
Dit e-mailadres was in gebruik bij [zaakvoerder] . [291]
Deze container SUDU-149606-5 is op 10 maart 2013 in Caucedo (Dominicaanse Republiek) aan boord van het schip ‘Glasgow Express geladen. Dit schip kwam op 26 maart 2013 aan in de haven van Antwerpen. [292]
Op 4 maart 2013 omstreeks 12.21 uur wordt er een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] in [locatie 2] te Valkenswaard. Gehoord wordt dat [medeverdachte 3] zegt: ”Ik heb geen geheimen” ”Rij maar achter mij aan”. Omstreeks 12.54 uur wordt gezien dat beiden het [locatie 3] verlaten en achter elkaar aan naar ’t Oude Wandelpark te Valkenswaard rijden. Gezien wordt dat [medeverdachte 15] daar ook op de parkeerplaats is. [medeverdachte 3] , [medeverdachte 15] en [medeverdachte 6] lopen gezamenlijk naar binnen. Omstreeks 13.17 uur wordt gezien dat [medeverdachte 3] en [medeverdachte 15] alleen aan een tafel zitten. Vervolgens staat [medeverdachte 3] omstreeks 13.32 uur op van tafel en omstreeks 13.34 uur neemt hij, in het gezelschap van [medeverdachte 6] , wederom plaats aan de tafel bij [medeverdachte 15] , Omstreeks 13.52 uur komt Eddy [medeverdachte 4] er bij zitten. Omstreeks 13.59 uur verlaten [medeverdachte 3] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 15] de horecagelegenheid. [293]
Gedurende deze ontmoeting werd de vertrouwelijke communicatie tussen [medeverdachte 3] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 15] opgenomen. [294] Er wordt door [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] eerst gesproken over kosten die gedeeld moeten worden, omdat [medeverdachte 6] betalingen moet doen. Vervolgens wordt het volgende gezegd:
[medeverdachte 3] “Dus effe zodat hij het ook weet. Gister eentje vertrokken.
De vierhonderd.”
[medeverdachte 6] “Vierhonderd, misschien plus, maar vierhonderd houden ze achter.”
[medeverdachte 15] “Plus is beter.”
[medeverdachte 3] “Plus is nooit erg.”
Na de ontmoeting belt [medeverdachte 6] met [medeverdachte 7] . Te horen is dat [medeverdachte 3] ook (deels) aanwezig is bij dit telefoongesprek: [295]
[medeverdachte 6] “Wat is er aan de hand met je BlackBerry?”
[medeverdachte 7] “Ik heb geen ping. Ik heb een nieuwe.”
[medeverdachte 6] “Kut, zorg dat het actief wordt. Ik ben je aan het bellen om te kijken of ik [medeverdachte 25] ga ontmoeten of dat ik die andere man ga ontmoeten.”
[medeverdachte 7] “Nee, ik bel je zo via ping. Ik kom hier zo bij de brother aan. Ik geef hem dan jouw ping, en dan contact ik je, dan ping ik je.”
[medeverdachte 6] “Schiet dan op, want ik ben nu bij … dus bij [medeverdachte 26] (=kale) zelf.”
[medeverdachte 7] “Waar ben je nu?”
[medeverdachte 6] “Bij [medeverdachte 26] om dan naar de hoofdstad of naar de andere kant te gaan. Barra zit op datgene te wachten.”
Op de achtergrond voert [medeverdachte 6] een gesprek met [medeverdachte 3] . [medeverdachte 3] zegt: ik ben over 5 minuten, 6 minuten. Je kan ook op het terrasje zitten… [medeverdachte 6] zegt: geen probleem.
[medeverdachte 6] “ [medeverdachte 26] gaat mij, luister, weet je wat [medeverdachte 26] tegen mij zei loco? Dat wij niets konden doen. Want zij waren geschrokken of zo iets dergelijks.
En toen die Viejito (kleine oude man) die jij niet kent kwam loco.. zei hij tegen hem “Nee wij hebben eentje die veel harder is. Dat het één van de meest harde is daar binnen’. Dat hij zelfs rood eruit haalt loco.”
[medeverdachte 7] “Moet je dat horen.”
[medeverdachte 6] “En ik ben bang. Ik zei tegen me zelf ‘hemel nu ben ik gekloot met die mensen ginder’. [medeverdachte 26] is datgene bij zijn woning gaan ophalen. Ik sta hier buiten op hem te wachten. Zeg me wat ik moet gaan doen. De man heeft mij reeds gebeld. De man van de twaalf.”
[medeverdachte 7] “Oke is goed, doen, ga dan maar naar die. Hoeveel gaat [medeverdachte 26] jou geven?”
[medeverdachte 6] “Hij zei datgene wat hij thuis heeft. Dat als men hem geld heeft gebracht hij mij dan alles geeft, anders geeft hij me dat wat hij thuis heeft liggen en wat hij heeft is twaalf duizend euro.”
[medeverdachte 7] “Oke maar stuur mij dan 2000, ik ben wanhopig.”
[medeverdachte 6] “Ik geef de man 11 opdat zij jou het ginder geven.”
[medeverdachte 7] “Goed, dan zijn wij gereed. Wij zijn al klaar.”
[medeverdachte 6] “Ik heb hem gezegd dat hij mij alvast een voorschot moet geven tot dat hij mij alles gegeven heeft… maar hij gaat mij ook de anderen geven.”
[medeverdachte 7] “Oke goed… luister, we gaan het volgende doen. Ik wacht bij de [medeverdachte 27] . Ga jij maar naar de [medeverdachte 28] toe. Die ene die je gisteren hebt gesproken. En regel met hem dat het hier aan mij wordt overhandigd,. Maar zeg hem. Luister… dat hij mij belt zodra jij met hem bent. Opdat ik weet wie ik ga ontmoeten.”
[medeverdachte 6] “Nee, nee nee. Neem contact met die kerel! Weet jij niet wie jij ginder gaat ontmoeten?”
[medeverdachte 7] “Nee, hij heeft me het nummer nog niet gegeven.
Maar er is geen probleem daar. Ik ken die mensen. Het zijn goede mensen. Het gaat er om dat we geen tijd verliezen.”
[medeverdachte 6] “Ik ga het volgende doen. Ik ga hem bellen en ik ga hem zeggen ‘luister, bel oom ginder, zodat je hem een nummer kan geven. Zodat die oom daar kan komen waar hij is want hij heeft dat daar direct nodig om geen tijd te verliezen.”
[medeverdachte 7] “Is goed. Ik neem contact op met jou via de ping.”
Uit de opgenomen vertrouwelijke communicatie in de auto van [medeverdachte 6] bleek dat [medeverdachte 3] omstreeks 14.26 uur plaatsnam in dit voertuig. Uit dit gesprek bleek dat [medeverdachte 3] 25.000 euro overhandigde aan [medeverdachte 6] : [296]
[medeverdachte 3] : “Twee pakketten van 50 euro van tienduizend per pakket en dan heb ik los in een elastiekje gedaan… Kijk dit is 25.000 euro, maar dat je effe weet hoe het zit. Kijk dit is een pakketje van 10 en dit is 5000, die er op liggen. Die vijfhonderdjes, dat zijn er tien.”
Deze betaling van 25.000 euro door [medeverdachte 3] aan [medeverdachte 6] bleek tevens uit aantekeningen op een kladblok dat in de woning van [medeverdachte 3] werd aangetroffen. Dit kladblok betrof vermoedelijk een registratie van betalingen zoals door [medeverdachte 3] waren gedaan. Op dit kladblok stond onder andere de tekst ‘25.000 Box Domin’. [297]
Om 15.23 uur en om 17.30 uur die dag (4 maart 2013) belt [medeverdachte 6] met een Dominicaans telefoonnummer. [medeverdachte 6] geeft de man instructies over wat te doen. Het gaat over papieren, twee containers en over geld dat aan de man voor zijn diensten betaald moet worden. Zakelijk weergegeven geeft [medeverdachte 6] aan dat de container die klaar staat verzonden moet worden zonder de verdachte lading. ‘Datgene is ontploft omdat de man hierzo domme dingen heeft lopen doen’ ‘HET moet er uit gehaald worden, want DAT heeft dat probleem. Zij zijn failliet en kunnen u uw geld niet garanderen’. ‘U gaat hetzelfde bedrijf geven die u vrijdag heeft gegeven.’ Ook geeft [medeverdachte 6] aan dat hij niet twee containers tegelijk wil ontvangen, omdat de mensen hier er geen twee tegelijk kunnen uithalen, meenemen en inklaren. Met twee tegelijk bestaat het risico dat ze net niet de goede meenemen. [298]
Uit onderzoek op de Dominicaanse Republiek bleek dat de eerder genoemde persoon die zichzelf ‘ [medeverdachte 22] ’ noemde begin maart 2013 wederom een bestelling plaatste van 600m2 travertin tegels bij het bedrijf Palca CXA te San Cristobal (Dominicaanse Republiek). Palca plaatste deze bestelling vervolgens op 7 maart 2013 bij [bedrijf 2] . De ontvanger van deze bestelling bleek wederom te zijn:
[bedrijf 4]
[adres 9]
[telefoonnummer 2]
Deze bestelling is in een container met het nummer SUDU 673277-5 geladen en werd op donderdag 4 april 2013 vanuit [bedrijf 2] verstuurd naar de haven van Caucedo (Dominicaanse Republiek). [299]
Op 12 maart 2013 wordt er een gesprek tussen [medeverdachte 6] en zijn oom [medeverdachte 7] getapt. [300] Omdat [medeverdachte 7] een Dominicaans nummer gebruikt, bestaat het vermoeden dat hij zich in de Dominicaanse Republiek bevond. Beiden zitten te wachten op gegevens (waarschijnlijk gegevens van bedrijven aan wie de lading gestuurd kan worden) van [medeverdachte 26] (= [medeverdachte 3] ) en ‘Tio’ en ‘El Barra’. [medeverdachte 7] geeft aan dat ‘er al drie kisten met hetgeen verstuurd moet worden, zijn geprepareerd’ en ‘er tijd in gaat zitten om de bestelling klaar te maken’.
In de BlackBerrry van [medeverdachte 6] is een berichtenwisseling met [medeverdachte 3] aangetroffen waaruit blijkt dat er wederom werd gesproken over het veranderen van het bedrijf. [301] Hierbij werd de naam ‘apk’ gebruikt, waarmee naar alle waarschijnlijkheid werd verwezen naar APKO. Tevens bleek dat er mogelijk een nieuwe container verstuurd zou worden. Het hof, met de rechtbank, leidt uit de bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien af dat met ‘C’ en ‘prijs is 30’ wordt gedoeld op cocaïne en op de prijs van cocaïne.
[medeverdachte 6] ja apk apart maar die was de ene die binnen was want we zouden toch alleen
10 maart 2013 eentje sturen en die box was al binnen dus we hebben die namen veranderts maar dat is opgevallen dus we gaan toch proberen om te doen straks anders moeten we doen met de andere box volgend weekend.
[medeverdachte 6] als je kan die info gelijk meenemen zou mooi zijn van C.
14 maart 2013
[medeverdachte 3] ja krijg je later door. Prijs is 30.
14 maart 2013
[medeverdachte 6] Ok. Dan laat me de tijd weten om hoelaat ik morgen jou jongen nog zie in U.
14 maart 2013 Gr
. [302]
In de BlackBerrry van [medeverdachte 6] is een berichtenwisseling met [medeverdachte 3] aangetroffen van 20 en 21 maart 2013. Uit die berichtenwisseling is af te leiden dat ze elkaar op 21 maart 2013 ontmoeten en dat [medeverdachte 6] dan aan [medeverdachte 3] de BL zal overhandigen. [303] Met BL wordt naar het oordeel van het hof een Bill of Lading bedoeld, een document dat noodzakelijk is voor het inklaren van een container.
Op 22 maart 2013 is er een OVC gesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] : [304]
[medeverdachte 1] : “Heb je die kleine nog gezien?”
[medeverdachte 5] “Nee, die ga ik wel nog zien.”
[medeverdachte 1] “Wanneer?”
[medeverdachte 5] “Ik hoop morgen.”
[medeverdachte 1] “oh oh”
[medeverdachte 5] “Maar ik wacht op antwoord.”
[medeverdachte 1] “Ja ja. Laten we het daar maar gewoon op houden.”
[medeverdachte 5] “Ja ja ja ja”
[medeverdachte 1] “Ik hoop dat het een beetje opschiet nou met die kleine.”
[medeverdachte 5] “Ja, ik heb effe kijken, vandaag, gister, ben ik daar geweest. Die zei dat alles oke uit ziet.”
Op 25 maart 2013 werd geobserveerd dat [medeverdachte 3] , [medeverdachte 15] en twee tot op dat moment onbekende personen aan een tafel zaten in het [locatie 3] gelegen aan de [adres 11] te Breda. [305]
Een van die onbekende personen werd later geïdentificeerd als [medeverdachte 29] . [306]
Gedurende deze ontmoeting werd de vertrouwelijke communicatie opgenomen. [307]
[medeverdachte 3] geeft aan dat er drie firma’s in de running zijn: iets met Life, Bumblebee en Keen. Deze week of volgende week komt die leeg aan. Je kan hem door de scanner halen, want daar zit niets in. Soort van generale repetitie. De namen [medeverdachte 19] en [bedrijf 2] vallen. [medeverdachte 3] zegt: “Ik wil gewoon normale zaken doen. Wat wij doen is in feite een normale zaak. Het enige verschil is harddrugs.”
In een OVC gesprek van 26 maart 2013 opgenomen in de Opel Astra van [medeverdachte 6] vertelt [medeverdachte 6] over Turken die in de haven werkzaam zijn om het spul eruit te halen en dat zelfs politieagenten hieraan meedoen. Men vraagt 30 % vergoeding. [308]
Op 27 maart 2013 omstreeks 13.00 uur werd van de Belgische autoriteiten vernomen dat de controle van de container SUDU149606-5 had uitgewezen dat er inderdaad geen verdachte zaken werden aangetroffen in de container. Deze werd vrijgegeven. [309]
Tapgesprek tussen Servet [medeverdachte 14] en [medeverdachte 15] van 28 maart 2013 om 16.45 uur: [310]
[medeverdachte 14] “Er zijn facturen en zo op naam van Apko, maar het moet op naam van Life worden opgemaakt Alleen de Bill of Lading is op naam Life, maar de overige documenten.”
[medeverdachte 15] “De overige documenten zijn op naam van Apko, klopt.”
[medeverdachte 14] “Dus dat gaat niet. We worden dan hier geblokkeerd.”
[medeverdachte 15] “Ja en hoe moet het nu. Hoe moet dat opgelost worden?”
[medeverdachte 14] “Ja er moeten opnieuw facturen en dergelijke worden opgemaakt op naam van Life.”
[medeverdachte 15] “Vanuit daar?”
[medeverdachte 14] “Ja door dezelfde persoon, dus de packlist en de factuur.”
[medeverdachte 15] “Dus ze moeten vanuit daar opnieuw de documenten opsturen?”
[medeverdachte 14] “Ja.”
[medeverdachte 15] “Godverdomme.”
[medeverdachte 14] “Hij zegt dus: ‘maak geen slapende honden wakker… zij zullen anders zeggen, ‘wat is dit voor iets’’?”
[medeverdachte 15] “Tja, ik zal hem zo zien en zeggen dat de documenten compleet opnieuw op naam
van Life moeten worden opgemaakt.”
Op 31 maart 2013 om 15.06 uur belt [medeverdachte 6] met [medeverdachte 7] : [311]
[medeverdachte 6] “Morgen moet je met Barra er achter aan om dat ding te sturen. [medeverdachte 26] zei tegen mij dat zij het dringend nodig hebben. We kunnen DAT niet uithalen zonder die papieren. Ik heb barra al uitgelegd wat is wat.”
[medeverdachte 7] “En wat is het, de factuur?”
[medeverdachte 6] “Hij moet de factuur geven op naam van het nieuwe bedrijf en ook de packinglist. Ik zal je niet later dan morgen een faxnummer geven. De man ( [medeverdachte 26] ) zegt dat dat de reden is waarom dat daar stilstaat en dat kan tot gevolg hebben dat dat opvalt.”
Op 1 april 2013 is er een OVC gesprek in de Opel Astra van [medeverdachte 6] tussen hem en [medeverdachte 4] : [312]
[medeverdachte 6] “Op een nieuwe firma. Onze vrienden worden gek enne… ja, hij is op nieuwe firma was op die oude, de factuur en dit is de packinglist.”
[medeverdachte 4] : “Ja.”
[medeverdachte 6] “Die moesten zij ook hebben.”
[medeverdachte 4] “Ok, die moet ik nu gaan afgeven.”
[medeverdachte 6] “Ja”
[medeverdachte 4] “Is goed.”
Uit de opgenomen en afgeluisterde telefoongesprekken na het vrijgeven van de container op 27 maart 2013 bleek dat er problemen waren met het inklaren van voornoemde container. Hierboven is reeds aangehaald dat begin maart 2013 het bedrijf [bedrijf 9] werd vervangen door [bedrijf 4] . Uit de gesprekken bleek dat de naam van de bedrijven weliswaar was veranderd op de bill of lading, maar dat de overige documenten nog steeds op naam van APKO stonden. Als gevolg hiervan kon [medeverdachte 14] de container niet uit de haven van Antwerpen halen. [medeverdachte 14] bespreekt het probleem met [medeverdachte 15] waarna [medeverdachte 6] zijn oom [medeverdachte 7] instructies gaf om in de Dominicaanse Republiek nieuwe documenten op naam van het nieuwe bedrijf ( [bedrijf 4] ) te regelen, waarna [medeverdachte 6] deze aan [medeverdachte 4] gaf. Nu [medeverdachte 3] zowel aanspreekpunt is van [medeverdachte 15] als een nauw contact van [medeverdachte 4] , concludeert het hof, met de rechtbank, in onderling verband en samenhang gezien met de overige bewijsmiddelen dat [medeverdachte 3] de verbindende schakel is in deze contacten.
Op 2 april 2013 is er een OVC gesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5] : [313]
[medeverdachte 1] “Hoe is het met die kleine?”
[medeverdachte 5] “Volgens mij is hij aan de overkant.”
[medeverdachte 1] “Heb je hem niet meer gesproken?”
[medeverdachte 5] “Jawel, vorige week ja, maar hij is nog eens gaan praten met die man… daar was het een en ander loos daar…”
[medeverdachte 1] “Ik dacht dat dat allemaal rond was.”
[medeverdachte 5] “Ja dat dacht ik ook.”
[medeverdachte 1] “Wat zeggen die andere twee dan?”
[medeverdachte 5] “Ik heb daar nog niets van gehoord, maar ik denk dat die niet blij zijn.
Dat duurt al zo lang.”
[medeverdachte 1] “Denk je dat die niet meer willen of zo?”
[medeverdachte 5] “Jawel, jawel, jawel, maar er is teveel gebeurd nou, enne… die bemiddelaar aan die kant, die eigenlijk de grote man is, die had zoiets van jongens, we gaan niet beginnen met rotzooien of dit of dat …ik… hun hadden flink…. gestoken”
[medeverdachte 1] “Wie? Wij of hun?”
[medeverdachte 5] Nee wij.”
[medeverdachte 1] “Wij?”
[medeverdachte 5] “Ja wegens omstandigheden
Dat is dan weer goed. Dan is er toch weer iets dat geregeld moet worden. Dat zijn altijd vijfhonderd vierkante meter he?”
[medeverdachte 1] “Ja ja.”
[medeverdachte 5] “En dat iedere keer weer
Dat is vier keer vijfhonderd vierkante meter he?”
[medeverdachte 1] “Vier keer?”
[medeverdachte 5] “Ja, daarom zeg ik, het is al een keer misgelopen, snap je.”
[medeverdachte 1] “Nee, niet helemaal.”
[medeverdachte 5] “Ja we hebben drie keer vijfhonderd vierkante meter… hebben we besteld, en de vierde keer is nu ook al geweest… alweer 500 vierkante meter.”
[medeverdachte 1] “Was daar niks bij dan?”
[medeverdachte 5] “Ja nee, daarom zeg ik dat was wegens omstandigheden. Maar nou moet die
van hier dat betalen.”
[medeverdachte 1] “Dat is toch zo duur niet?”
[medeverdachte 5] “Nee maar je moet ook mensen hebben die het hebben willen.”
[medeverdachte 1] “Ja ja, maar ook al zou dat blijven liggen, waar is het probleem?”
(…)
[medeverdachte 1] “Dus dat gaat nog duren?”
[medeverdachte 5] “Ja dat gaat nog duren. Ik ga ervan uit dat het deze week rond is.(…) ja.. dan is het toch weer een paar weken wachten.”
[medeverdachte 1] “Ja ja natuurlijk… het was wel goed wat toen met (ntv) gekomen is.”
(…)
[medeverdachte 1] “Ik hoor van de week nog wel van je.”
[medeverdachte 5] “Zo gauw ik iets weet van die kleine hou ik je op de hoogte.”
Uit de peilbakengegevens van de Opel Astra [kenteken 4] in gebruik bij [medeverdachte 6] blijkt dat deze op 2 april 2013 tussen 23.00 uur en 23.50 uur heeft stilgestaan op de [adres 12] in Eindhoven. Dit is in de onmiddellijke nabijheid van het woonadres van [medeverdachte 3] aan de [adres 13] . [314] Het hof gaat er van uit dat er een ontmoeting tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 3] heeft plaatsgevonden.
Uit de interceptie van telecomgegevens kan worden afgeleid dat [medeverdachte 6] op woensdag 3 april 2013 naar de Dominicaanse Republiek is afgereisd. [315] Uit de volgende berichtenwisseling blijkt dat [medeverdachte 6] op ‘groen licht’ van [medeverdachte 3] aan het wachten is. Omdat zijn telefoon waarmee hij met [medeverdachte 3] communiceert stuk is, gaat (een deel van) de communicatie via [medeverdachte 5] .
Het volgende sms-verkeer tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] is getapt: [316]
4 april 2013 [medeverdachte 5] Vriend zo gauw je er bent neem dan meteen contact
met me op.
8 april 2013 [medeverdachte 6] Dag vriend ik ben nog steeds aa d overkant de telf
die ik met 20.10 uur die kale comuniseert is in stuk dus je moet naar hem toe en als je samen met hem bent laat
20.1
uur [medeverdachte 6] Me weten
20.21
uur [medeverdachte 6] Yoo dit is mijn num hier laat me wat weten.
0018099532042.Gr
21.18
uur [medeverdachte 5] Ok vriend, ga er morgen vroeg meteen naar toe. Als
ik samen met hem ben, dan bel ik je meteen ok. Gr.
9 april 2013 [medeverdachte 5] Heb zijn vriend nummer gegeven vanmorgen, hij
was er niet,
14.26
uur heeft ie al gebeld? En kun je vanavond online? Gr.
14.27
uur [medeverdachte 6] Nee ik had de aparant niet bij me laat me eten groen
licht of niet.Gr
14.3
uur [medeverdachte 5] Ok, ik kijk of ik die vriend nog te pakken vandaag
ok. Laat je zo snel mogelijk weten. Gr.
Blijkens de plaatsbepalingsapparatuur, die was aangebracht in de bij [medeverdachte 5] in gebruik zijnde Skoda Superb, voorzien van het kenteken [kenteken 8] , stond dit voertuig op 9 april 2013 tussen 8.57 uur en 9.54 uur en op 10 april 2013 tussen 17.24 uur en 20.54 uur, stil bij de woning van [medeverdachte 2] [317] .
[medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] hebben op 10 april 2013 rondom de ontmoeting die dag het volgende sms-contact:
15.48
uur [medeverdachte 6] Dag vriend en heb je groene licht gekregen?
16.31
uur [medeverdachte 5] : Ben nu op weg erheen, laat het je vandaag nog weten. Tot
later. Gr.
17.57
uur [medeverdachte 6] : Vriend mijn telf met die kale doet het weer. Je, we zien
elkaar volgende week ik heb ook alles over die sterk al
klaar.Gr
20.44
uur [medeverdachte 5] : Super, laat maar weten wanneer je terug bent ok. Gr
Later die avond (10 april 2013) krijgt [medeverdachte 1] (die in Bonaire is) in het volgende OVC gesprek een terugkoppeling van [medeverdachte 5] : [318]
[medeverdachte 1] “Had jij die kleine nog gezien?”
[medeverdachte 5] “Eh, die heb ik wel vandaag gehoord.”
[medeverdachte 1] “Is die wel in de buurt?”
[medeverdachte 5] “Ja bij jou.”
[medeverdachte 1] “Nog altijd?”
[medeverdachte 5] “Ja.”
[medeverdachte 1] “En wanneer komt die dan?”
[medeverdachte 5] “Volgende week.”
[medeverdachte 1] “Met goeie berichten?”
[medeverdachte 5] “Als het goed is wel.”
[medeverdachte 1] “Ja ik ben benieuwd.”
“Dat duurt toch wel allemaal erg lang.”
[medeverdachte 5] “Ja, dat is allemaal samenloop van omstandigheden en noem maar op.”
[medeverdachte 1] “Ik heb misschien een kleine verrassing voor je. Maar dat hoor je wel te zijner tijd.”
[medeverdachte 5] “Verrassing?”
[medeverdachte 1] “Aangename verrassing.”
[medeverdachte 5] “Dat had ik eigenlijk al afgeschreven.”
[medeverdachte 1] “Maar goed, jij ziet in ieder geval deze week die kleine nog zeg je?”
[medeverdachte 5] “Nee volgende week.”
[medeverdachte 1] “Hoe laat is het bij jullie?
[medeverdachte 5] “Twintig voor twaalf.”
[medeverdachte 1] “Had ik je wakker gemaakt?”
[medeverdachte 5] : “Nee ik was net binnen.”
Op 11 april 2013 vindt het volgende OVC gesprek plaats in de Skoda [kenteken 8] van [medeverdachte 5] : [319]
[medeverdachte 5] “Er is mij een hart van de steen gevallen, gisteren. Ik heb goed bericht
gekregen. De boot is weer weg gevaren.”
NN man “Oke.”
[medeverdachte 5] “En nu komen twee boten.”
NN Man “Uit Colombia daar of wat?”
[medeverdachte 5] “Mmm mmm.”
[medeverdachte 5] “Een met en een met duizend.”
In een tap van 11 april 2013 vertelt [medeverdachte 6] dat hij voor over drie of vier dagen een ticket wil kopen. ‘De vrienden zijn al geweest. Wij zijn aan het afronden opdat ik weg kan gaan.’ [320]
In de BlackBerry van [medeverdachte 6] is een berichtenwisseling aangetroffen tussen hem en [medeverdachte 3] van 12 en 13 april 2013. [321]
[medeverdachte 6] Fax is niet aangekomen weet je zeker dat het goeieNummer is?
12 april 2013
[medeverdachte 3] Wacht
12 april 2013
[medeverdachte 3] Probeer weer nu
12 april 2013
[medeverdachte 6] Yoo, ik ben nu al onderweg naar bedrijf. Ping je zo.
13 april 2013
[medeverdachte 3] Ok, ik moet candy waarschuwen. Hoe laat denk je?
13 april 2013
[medeverdachte 6] Maak je niet drk als ik weet 15 min van. Tevooren laat ik het weten dan kan je
13 april 2013 kandy op plek zette.
[medeverdachte 3] Doe liever een uur van te voren.
13 april 2013
Op 15 april 2013 informeert [medeverdachte 5] per sms wanneer [medeverdachte 6] terug komt ‘ivm afspraken maken’. [medeverdachte 6] geeft aan dat het deze week wordt. [322]
Uit sms verkeer tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] in combinatie met de OVC, het peilbaken uit de Skoda [kenteken 8] van [medeverdachte 5] en een observatie blijkt dat zij op 18 april 2013 omstreeks 10.00 uur een ontmoeting hebben bij de woning van [medeverdachte 2] . [323]
Daarna, om 11.50 uur, vraagt [medeverdachte 5] per sms aan [medeverdachte 6] : ‘vriend, weet je al wanneer je er weer bent?’
Later die dag is er een OVC gesprek tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] : [324]
[medeverdachte 5] “Ik ben vanmorgen bij dinge geweest, bij [medeverdachte 30] .
Dat is niet goed he.”
[medeverdachte 1] “Niet?”
[medeverdachte 5] “Lees de kranten maar eens daar.”
[medeverdachte 1] “Van daar uit?”
[medeverdachte 5] “Ja.”
[medeverdachte 1] “Met hem niet?”
[medeverdachte 5] “Nee.’
[medeverdachte 1] “Of met die kleine.”
[medeverdachte 5] “Ja met die kleine.
Dus je moet aan die kant maar eens kijken of je dat kunt lezen ergen. Dat moet zondag geweest zijn.”
[medeverdachte 1] “Dus die is er niet meer?”
[medeverdachte 5] “Die is er wel, maar dat wat gebracht moest worden dat is er niet meer.”
[medeverdachte 1] “Kut.”
[medeverdachte 5] “Dus ik ben aan het wachten wanneer ik.. eh.. antwoord wanneer die weer
hier is.
Want die andere twee zijn gek aan het worden.”
[medeverdachte 1] “En wie zijn schuld is dat. Daar?”
[medeverdachte 5] “Ja weet ik niet. Ik eh… als ik het goed begrepen had is eh… die mensen…”
[medeverdachte 1] “Die? … Daar?”
[medeverdachte 5] “Die.”
[medeverdachte 1] “Zijn die dat schuld?”
[medeverdachte 5] “Ja.”
[medeverdachte 1] “Is geen goed bericht.”
[medeverdachte 5] “Nee, helemaal niet.”
[medeverdachte 1] “En wat waren hun van plan te doen?”
[medeverdachte 5] “Ja, weet ik niet, we wachten nog even af tot totdat degene weer hier is.”
[medeverdachte 1] “Ja, nou ligt het er aan wie zijn schuld dat is he.”
[medeverdachte 5] “Ja ja he ze zijn het aan het onderzoeken.”
[medeverdachte 1] “En is het daar gebeurd?”
[medeverdachte 5] “Ja.”
[medeverdachte 1] “Ja, dan is het natuurlijk aan hun he?”
[medeverdachte 5] “Ja, ja logisch.”
[medeverdachte 1] “Dan is er niets aan te doen.”
[medeverdachte 5] “Maar niemand snapt het.”
[medeverdachte 1] “Ja, dan zal die wel willen dat ze hier… dan zal die wel komen he?”
[medeverdachte 5] “Dat is wel de bedoeling.
Die zal toch tekst en uitleg moeten geven.”
Uit het proces-verbaal identificatie volgt dat met ‘ [medeverdachte 2] wordt bedoeld. [325] Alhoewel [medeverdachte 5] in het gesprek met [medeverdachte 1] de bijnaam ‘ [medeverdachte 30] ’ gebruikt, concludeert het hof dat ook hij met die bijnaam duidt op [medeverdachte 2] , nu [medeverdachte 5] aangeeft dat hij die ochtend bij ‘ [medeverdachte 30] ’ is geweest en uit de bewijsmiddelen blijkt dat hij bij [medeverdachte 2] is geweest.
Uit voorgaande volgt dat er op zondag 14 april 2013 kennelijk iets niet goed is gegaan.
Hiervoor is reeds het gesprek tussen [medeverdachte 6] en iemand met een Dominicaans nummer van 4 maart 2013 aangehaald, waarin [medeverdachte 6] aangaf dat er niet twee containers tegelijk verstuurd moesten worden en dat ‘het’ uit de ‘eerste’ container gehaald moest worden omdat het bedrijf failliet was en in de tweede container gestopt moest worden. Het hof, met de rechtbank, concludeert dat [medeverdachte 6] daar waar hij het over de ‘eerste’ container heeft, de container SUDU149606-5 bedoelt, die door de Belgische autoriteiten is gecontroleerd en op 27 maart 2013 is vrijgegeven.
De lading voor de ‘tweede’ container met nummer SUDU 673277-5 is op 7 maart 2013 door [medeverdachte 22] besteld en op 4 april 2013 vanuit [bedrijf 2] naar de haven van Caucedo (Dominicaanse Republiek) verzonden. Uit het dossier blijkt dat de container op 22 april 2013 in de haven van Caucedo werd geladen aan boort van de Liverpool Express. Dit schip kwam op 7 mei 2013 in de haven van Antwerpen aan. Deze werd op 8 mei 2013 door de Belgische autoriteiten gecontroleerd. Hierbij bleek dat de container gevuld was met kratten tegels. Er werd geen cocaïne aangetroffen. [326]
Op 15 april 2013 heeft de Nationale Directie Drugscontole van de Dominicaanse Republiek (DNCD) 419 kg cocaïne verdeeld in 355 pakketten met een nettogewicht van 366 kg in beslag genomen. (In La Republica, een krant op de Dominicaanse Republiek was enkel de bruto hoeveelheid van 419 kg vermeld). [327] De cocaïne was verborgen in een geheime ruimte in een vrachtwagen, die onderweg was naar de haven van Caucedo. De chauffeur van het vervoermiddel heeft getracht te vluchten, maar werd gepakt. [328] Hij liet de vrachtauto achter in de nabijheid van de PEAJE (tolweg). [329] Bij het doorzoeken van de vrachtwagen die door hem werd bestuurd, is een verborgen ruimte aangetroffen in de vorm van een geul aan de achterkant van de cabine van de vrachtwagen. Bij het openen van deze verborgen ruimte zijn 355 pakjes met wit poeder aangetroffen, voorzien van verschillende logo’s [330] . Het witte poeder is middels vier tests onderzocht: de Alkaloide precipitatietest, de Colorimetrietest met kobalt thiocyanaat, de Microkristallentest platinachloride en de Instrumentele analyse door infrarode spectroscopie [331] . Door het Nationaal Instituut voor Forensisch Onderzoek van de Dominicaanse Republiek (Forensisch Chemisch Laboratorium) is, conform het certificaat van het Forensisch Chemisch Onderzoek met het nummer SC1-2013-04-32-
005996, op basis van de testresultaten vastgesteld dat de op 14 april 2013inbeslaggenomen [332] lading bestond uit in totaal 366,07 kilogram cocaïne, verpakt in 355 pakjes [333] .
Op 28 april 2013 vindt het volgende OVC gesprek plaats tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] (die op Bonaire is): [334]
[medeverdachte 1] “Had jij die kleine nog gezien?”
[medeverdachte 5] “Nee die is er nog niet. Die is nog steeds daar.”
[medeverdachte 1] “Maar weet jij nou wel hoe en wat.”
[medeverdachte 5] “Nee ook nog niet.”
[medeverdachte 1] “Ook nog niet?”
[medeverdachte 5] “Ik moet nu een afspraak maken met zijn oom.
Deze week
En dan hoor je wel hoe en wat
Van wat de bedoeling is.”
[medeverdachte 1] “Ja godver.
Die van Eindhoven nog gezien?”
[medeverdachte 5] “Die heb ik nou een week niet gezien. Het is ook erg warm daar.”
Op 3 mei 2013 vindt het volgende gesprek plaats tussen [medeverdachte 1] en zijn vriendin [betrokkene 4] [335]
[medeverdachte 1] “Met John heb ik voorgisteren nog contact gehad. Er is iets helemaal
verkeerd gegaan, iets helemaal verkeerd.”
[betrokkene 4] “En nou niet meer?”
[medeverdachte 1] “Ja, we zijn nog met andere dingen bezig, maar een ding is helemaal verkeerd , dat heb je gezien zelfs.”
[betrokkene 4] “Wat is helemaal verkeerd? Maken verkeerd? John maken verkeerd?”
[medeverdachte 1] “Nee, nee, is niet John.
Dominicaan.”
[betrokkene 4] “Die vriend van jou, eh eh, Dominicaan van Nederland, die maken goed?”
[medeverdachte 1] “Per ongeluk he, niet extra he.”
[betrokkene 4] “Perro, wanneer …ntv… maken?”
[medeverdachte 1] “Wie.”
[betrokkene 4] “De Dominicaan.”
[medeverdachte 1] “Ik weet het nog niet precies, dat krijg ik wel vandaag of morgen te horen.”
[betrokkene 4] “Aha, per ongeluk eh, aha.”
[medeverdachte 1] “Nee, is een goede jongen. Heel goed.”
[betrokkene 4] “Ok jij vertrouwen met deze jongen?”
[medeverdachte 1] “Ja 100 %.”
Op 22 mei 2013 werd er op het industrieterrein Ekkersrijt omstreeks 11.39 uur een ontmoeting geobserveerd tussen [medeverdachte 5] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 7] . [336]
Diezelfde dag voert [medeverdachte 5] in of direct naast de Audi A6 met het kenteken [kenteken 9] een gesprek met een onbekend gebleven man (NN) [337] . Tijdens dit gesprek wordt onder meer het volgende besproken:
[medeverdachte 5] NN “Hoe is het met de handel?”
[medeverdachte 5] “Ja dat van ons is gepakt he.”
NN “Toch niet die 800 in Rotterdam, wat in de krant stond he?”
[medeverdachte 5] “Nee 550.”
NN “Oh ja?”
[medeverdachte 5] “Ja, maar daar, niet hier, daar.”
NN “Ow wieje, ik las laatst in Rotterdam ergens inderdaad ook 800 stuk hey…”
[medeverdachte 5] “Nee nee..”
NN “Oh DAAR was het al mis gegaan.”
[medeverdachte 5] “Daar ja.”
NN “En die hadden ze hem toch in de tas daar of wat?”
[medeverdachte 5] “Ja ja, maar daar heeft iemand de mond open gedaan. Daar heeft iemand mee gepraat. En daar zijn ze nu achter wie. En die baas daar… die, de grote man die weet nu wie het is. Die gaan hem nu ehhh… Het was zelfs zo goed afgetipt. Die vent de chauffeur, die wat het naar de container moest brengen, ja, daar. Die werd al gebeld draai maar om ze staan op je te wachten. Dus die is omgedraaid en toen werden ze weer getipt van hij heeft zich omgedraaid en je kunt ze nu onderweg pakken. En toen hebben ze ze onderweg gepakt. Hij zegt dus dat moet iemand van dichtbij zijn.”
NN “Ja ja ja.”
[medeverdachte 5] “Nu hebben ze een vermoeden, nu weten ze dus waarschijnlijk wie het is. Ja, en die ligt nu ergens in een ehhh martelkamer of iets, weet ik wat ze met hem aan het doen zijn. Dus ehh die ziet het daglicht niet meer.”
NN “Maar ja goed dat was dus weer effetjes een eh een partijtje ellende dan he?”
[medeverdachte 5] “Pfff… ik ben zoveel geld kwijt ouwhoer, dat wil je niet weten.”
NN “Ja John, veel geld weer er in zitten?”
[medeverdachte 5] “Ja ja, een half miljoen he.”
Op 29 mei 2013 voert [medeverdachte 3] met [medeverdachte 31] een gesprek in of direct naast de BMW met het kenteken [kenteken 7] [338] , waarin onder meer het volgende wordt besproken:
[medeverdachte 3] “Volgende week komt die domini eh, ouwe man leverancier naar Amsterdam
toe.”
[medeverdachte 31] “Wie?”
[medeverdachte 3] “Ja waar we ooit spullen van hebben.. gehad.”
[medeverdachte 31] “Ja. Die maakt die dingen toch?”
[medeverdachte 3] “Ja, nee, dat is de klein ventje. Maar zijn baas zeg maar.”
[medeverdachte 31] “Ja. Komt die doen?”
[medeverdachte 3] “Ja gewoon eh, komt hier naar toe praten. Wil een keertje mij zien.. ik zeg is goed. Die hebben gewoon. Maar weet je wat hun zeggen. Die zeggen dit. Die willen er 550 voor willen doen he. Maar er stond in de krant 419. Hun zeggen, ik denk ja, dat is weer het zelfde gekloot als vorig jaar met jullie. Je zegt dit en doet dat.”
[medeverdachte 31] “Mensen spullen bijgezet ofzo?”
[medeverdachte 3] “Nee, ze hebben gezegd ja de dinge hebben gewoon eh, honderd stuks gejat daar. Ik zeg hoezo? Kornuiten? Ik zeg daar geloof ik niks van. Geloof ik niet. Zeg ik. Geloof ik ook echt niet.”
[medeverdachte 31] “Ja, dat kan heel goed.. dat kan heel goed zelfs. Dat doen ze. Als jij eens weet wat er in Suriname allemaal gebeurt. Tss, daar worden gewoon spullen inbeslaggenomen. Honderd stuks en die worden gewoon ’s avonds door mensen van de speciale team daar, die worden gewoon omgeruild tegen.. blokken. En die honderd komen gewoon weer terug bij de eigenaar. Ik weet niet hoe ze dat betalen. Duizend of vijftienhonderd dollar per stuk. Om ze terug te krijgen. Ik heb daar dingen meegemaakt. Tss, dat is allemaal omkoopbaar die landen.”
Op 3 juni 2013 voeren [medeverdachte 32] en [medeverdachte 1] op Bonaire een gesprek [339] , waarin onder meer het volgende aan bod komt:
[medeverdachte 1] ‘Ik heb wel een goeie inkomst bij, in Antwerpen.”
[medeverdachte 32] “Oke, Bon.”
[medeverdachte 1] “Maar die, die, die, wil ik goedkoper gaan krijgen. Maar die kost alleen al aan douane 25 procent.”
[medeverdachte 32] “Ja.”
[medeverdachte 1] “Wij waren toen bezig voor bij wijze van spreken niet meer met procenten te gaan werken, maar bij wijze van spreken, jullie krijgen een halve ton, bij wijze van spreken, of een vijf ton of zoiets en dan moet je het daarvoor doen.”
[medeverdachte 32] “Ja ja ja.”
[medeverdachte 1] “Maar er is er nou eentje gigantisch fout gegaan.”
[medeverdachte 32] “Ja?”
[medeverdachte 1] “Ja. Niet, daar, je weet wel. In het land zelf…”
[medeverdachte 32] “Oke.”
[medeverdachte 1] “En wij konden, het was niet onze schuld, het was ook niet hun… Gewoon stom idiote toeval… 1500 kilo en daar hadden we dummy’s gedaan en zo en een kleine zeg maar.. Alles was gewoon 100% goed gegaan. Die patrouille, die strip, die regelde het daar. Die kon zien als die code rood was of zo weet je wel..”
[medeverdachte 32] “Hm, hm”
[medeverdachte 1] “No probleem, helemaal geen probleem. Dan wisten hun dat van te voren. Dan werd die aan de kant gezet. Dan werd het op de dinge eruit gehaald. He. En dan was het allemaal goed. En anders als er geen code rood op was, dan hoefde hij niet meer, door de dinge, weetje.”
[medeverdachte 32] “Ja.”
[medeverdachte 1] “En dan ging ie gewoon zo langs de, door. Voor honderden.. Enne, toen wilden we eigenlijk de grote dingen doen en het gaat mis daar. Dus dat duurt wel ff voordat dat eeuh…”
Op 2 juli 2013 vindt er in of direct naast de Opel Astra met het kenteken [kenteken 4] een gesprek plaats tussen [medeverdachte 7] en een onbekend gebleven man (NN) [340] , waarin onder meer het volgende wordt besproken:
[medeverdachte 7] “Hard… hard… hard… ze zijn… we zijn twee keer in de patio gevallen… twee keer… ik weet het niet… ik kan dat niet bevatten.”
NN “Shit.”
[medeverdachte 7] “Ik zei.. er zijn daarginder mensen die… een paar mensen die hard zijn… het schijnt dat hij het nu zeker weet als het daar valt, betaalt hij het. Ik zei ‘dan is het goed’.”
[…]
[medeverdachte 7] “Ik had zoiets van kut… van binnenuit verklikt… van binnenuit verklikt. Een vriend van mij werd opgepakt in Barcelona… wegens hetzelfde… doordat er ginder werd verklikt.”
[…]
[medeverdachte 7] “Bij de tol… plaats”
NN “Hoeveel zijn er daar gevallen?”
[medeverdachte 7] “500.”
NN “En hoeveel mensen vielen er?”
[medeverdachte 7] “Alleen de chauffeur van de vrachtwagen.”
NN “Ja.”
Uit het voorstaande blijkt dat er na de ontdekking van de 3.000 kg hasj in de container bestemd voor [bedrijf 7] is besloten om een nieuw bedrijf te gebruiken als ontvangende partij en teneinde allerlei complicaties te voorkomen wordt er ook een geheel nieuwe bestelling travertin tegels gedaan. [medeverdachte 3] neemt de kosten hiervan voor zijn rekening.
Omdat na de bestelling bleek dat het nieuwe bedrijf APKO inmiddels failliet was, waardoor niet tot inscheping kon worden overgegaan, moest de bestelling op naam van een ander bedrijf worden gezet. Dat werd [bedrijf 4] van [zaakvoerder] . Verzuimd werd echter meteen alle voor inklaring van container SUDU 149606-5 benodigde papieren op naam van [bedrijf 4] te zetten, waardoor na aankomst van de container in Antwerpen ook weer het nodige geregeld moest worden. Omdat dit veranderen van bedrijf was opgevallen, werd - om elk risico te voorkomen - besloten om geen cocaïne te verstoppen in de container bestemd voor APKO/ [bedrijf 4] , maar een nieuwe bestelling te doen. Dit werd de bestelling van 7 maart 2013 welke werd geladen in de container met nummer SUDU 673277-5.
Bij het bestellen en organiseren van deze transporten en de afhandeling daarvan in brede zin waren in elk geval betrokken [medeverdachte 3] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 15] , [medeverdachte 14] en [medeverdachte 34] .
Nadat op 15 april 2013 door de Dominicaanse autoriteiten een partij van 419 kg cocaïne in beslag wordt genomen, wordt dit nieuws vide de bespreking tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] op 18 april 2013 en het daaropvolgende OVC gesprek van [medeverdachte 5] met [medeverdachte 1] bekend binnen de groepering. Dat deze partij bestemd was voor voormelde groepering blijkt uit de opmerkingen zoals ‘er is iets helemaal verkeerd gegaan’ ( [medeverdachte 1] 3 mei 2013) en ‘dat van ons is gepakt, 550’ ( [medeverdachte 5] 3 mei 2013), ‘oude man van Domini komt praten, 550 willen doen staat 419 in krant’ ( [medeverdachte 3] 29 mei 2013) ‘er is er eentje gigantisch fout gegaan in het land zelf’ ( [medeverdachte 1] 3 juni 2013), ‘van binnenuit verklikt’ ( [medeverdachte 7] 2 juli 2013).
De omstandigheid dat de Dominicaanse autoriteiten in een persbericht hebben gemeld dat deze partij bestemd zou zijn voor Puerto Rico doet aan voorstaande conclusie niet af.
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, concludeert het hof, met de rechtbank, dat deze partij cocaïne bestemd was voor de groepering waar verdachte deel van uitmaakte en welke partij met als deklading de travertin tegels verscheept had moeten worden in de container met nummer SUDU 673277-5.
Dat de partijen travertin tegels enkel als deklading bedoeld waren, blijkt mede uit de opmerkingen van [medeverdachte 5] over de partijen van vijfhonderd vierkante meter en de problemen die juist ontstonden omdat de laatste twee vijfhonderd vierkante meter er nog stonden; ze waren nooit opgehaald (zie de OVC gesprekken tussen [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] van 2 april en 10 juli 2013). Op basis van de bewijsmiddelen in onderling verband en samenhang bezien concludeert het hof, met de rechtbank, dat de inspanningen van de groepering rond het bestellen van containers vanuit de Dominicaanse Republiek gericht waren op de invoer van cocaïne.
Uit de bewijsmiddelen blijkt voorts dat de opzet van de groepering was gericht op de invoer van een partij van minimaal 500 kg cocaïne. Dit valt te concluderen uit de OVC gesprekken van 29 en 30 januari 2013. Uit de OVC van 29 mei 2013 valt af te leiden dat de uiteindelijke afspraken op 550 kg waren uitgekomen.
Het hof, met de rechtbank, is voorts van oordeel dat ondanks de omstandigheid dat deze partij cocaïne de container met deklading niet bereikt heeft en dus ook nog niet was verscheept richting Antwerpen, er sprake is van het voor de strafbare poging vereiste begin van uitvoering.
Voor een strafbare poging is vereist dat er gedragingen zijn verricht die kunnen worden beschouwd als een begin van uitvoering van het voorgenomen misdrijf. Dat is het geval bij gedragingen die naar hun uiterlijke verschijningsvorm zijn gericht op de voltooiing van het voorgenomen misdrijf. Bij de vraag of sprake is van zulke gedragingen, komt het aan op een beoordeling van de concrete omstandigheden van het geval. Een belangrijke beoordelingsfactor is hoe dicht de vastgestelde gedragingen bij de voltooiing van het voorgenomen misdrijf lagen, bijvoorbeeld in tijd en/of plaats, en hoe concreet deze daarop waren gericht. Verder kan het bij poging gaan om een samenstel van gedragingen, met inbegrip van die van eventuele deelnemers. De aard van het misdrijf kan van belang zijn, maar niet noodzakelijk is dat al een bestanddeel van het misdrijf is vervuld.
Verdachten hebben op de Dominicaanse Republiek contacten gelegd en onderhouden om de cocaïne geleverd te krijgen. Voor de bestelling van de deklading is een firma geregeld die onder de invloedsfeer van het samenwerkingsverband viel ( [bedrijf 4] ), de deklading was besteld en betaald en stond klaar in de haven zodat de cocaïne daar in verstopt kon worden. Het startpunt van het vertrek van de lading – en daarmee het startpunt van de invoer van de lading richting de haven van Antwerpen – is het moment dat de lading van de plek waar deze is opgeslagen richting de haven wordt vervoerd en niet pas het moment waarop het schip de haven van Caucedo verlaat. Het staat vast dat de lading op de snelweg is onderschept toen deze per vrachtwagen naar de haven van Caucedo werd vervoerd.
Deze handelingen zijn naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht op de voltooiing van het misdrijf en derhalve was er reeds een begin van uitvoering.
Bewijsoverwegingen
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt – ook in zijn onderdelen – slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1.
Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal acht het – conform het vonnis – bewezen dat verdachte samen met anderen 50 kilogram cocaïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht dan wel samen met anderen 50 kilogram cocaïne heeft verhandeld dan wel aanwezig heeft gehad, dat hij samen met anderen meermalen het vervaardigen, verhandelen en/of het binnen het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne heeft voorbereid en dat hij in Nederland, België, de Dominicaanse Republiek en Ecuador heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, met het oogmerk het meermalen plegen van overtredingen van de Opiumwet en het voorbereiden daarvan.
2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft integrale vrijspraak bepleit. Hetgeen de raadsman ter nadere adstructie van dit standpunt heeft aangevoerd, staat vermeld in de door hem overlegde pleitaantekeningen.
3.
Het oordeel van het hof
De verdachte wordt onder feit 1 verweten dat hij zich tezamen en in vereniging met anderen heeft schuldig gemaakt aan het binnen het grondgebied van Nederland brengen van 50 kilogram cocaïne dan wel dat hij samen met anderen 50 kilogram cocaïne heeft verhandeld dan wel aanwezig heeft gehad.
Onder feit 2 wordt hem verweten dat hij samen met anderen meermalen het vervaardigen, verhandelen en/of het binnen het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne heeft voorbereid.
Onder feit 3 wordt de verdachte verweten dat hij heeft deelgenomen aan een crimineel samenwerkingsverband dat gericht was op het plegen van Opiumwetmisdrijven.
Het hof acht het dienstig om eerst te beoordelen of er sprake was van een criminele organisatie gericht op het plegen van Opiumwetdelicten en zo ja, of verdachte daaraan heeft deelgenomen. Immers, deelname aan een criminele organisatie behoeft niet te hebben bestaan in het zelf concreet gepleegd hebben van strafbare feiten. Anders geformuleerd: het is niet noodzakelijk voor de beoordeling van een criminele (drugs)organisatie dat alle verdachten gezamenlijk voor alle strafbare feiten verantwoordelijk zijn door deze al dan niet met elkaar gepleegd te hebben. Toegespitst op dit geval, het is voor een veroordeling ter zake van de criminele organisatie (feit 3) niet noodzakelijk dat eerst wettig en overtuigend bewezen wordt dat de verdachte tezamen en in vereniging met anderen 50 kilo cocaïne binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht dan wel dat hij samen met anderen 50 kilogram cocaïne heeft verhandeld dan wel aanwezig heeft gehad (feit 1) of dat hij samen met anderen meermalen het vervaardigen, verhandelen en/of het binnen het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne heeft voorbereid.
Bovendien moeten de feiten 1 en 2 op zichzelf worden beoordeeld langs de lat van de voor die feiten toepasselijke maatstaf. Een eventuele bewezenverklaring van deelname aan de criminele organisatie betekent niet automatisch dat aan de wettelijke beoordelingsfactoren voor het ‘medeplegen’ en ‘invoeren’ van verdovende middelen die aan die organisatie kunnen worden gelieerd dan wel aan de wettelijke beoordelingsfactoren voor het plegen van ‘voorbereidingshandelingen’ is voldaan. Na de beoordeling van de vraag naar het bestaan van de veronderstelde (drugs)organisatie zal het hof beoordelen of de verdachte zich individueel ook aan het onder de feiten 1 en 2 tenlastegelegde heeft schuldig gemaakt.
A.
Wat betreft het onder 3 tenlastegelegde stelt het hof het volgende juridische kader voorop.
Eerst moet er vastgesteld kunnen worden of er sprake is van een “organisatie”. Onder een organisatie in de zin van art. 11a (oud) van de Opiumwet (als logische specialis van art. 140 Sr) moet worden verstaan een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één andere persoon. Voor het bewijs van zo een structureel samenwerkingsverband is niet noodzakelijk dat binnen de groep gemeenschappelijke regels en een gemeenschappelijke doelstelling hebben bestaan, waaraan individuele leden gebonden waren en door welke gemeenschappelijkheid op die deelnemers druk werd, of kon worden, uitgeoefend zich aan die regels te houden en aan die doelstelling gebonden te achten. Toepassing van geweld of dreiging met geweld binnen de groep is voor het bewijs geen factor van doorslaggevend belang. Evenmin is vereist dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is. Gezagsverhoudingen (hiërarchie), rolverdeling, regels en een onder een gemeenschappelijke naam of gemeenschappelijk optreden tegenover derden zijn ook niet vereist. Niettemin kunnen gemeenschappelijke regels, het voeren van overleg, gezamenlijke besluitvoering, een taakverdeling, een bepaalde hiërarchie en/of geledingen c.q. handhaving van die hiërarchie door middel van geweld of dreiging met geweld wel sterke aanwijzingen opleveren voor het bestaan van een dergelijk samenwerkingsverband.
Een organisatie in vorenbedoelde zin wordt pas een criminele als vast komt te staan dat deze organisatie het oogmerk heeft op het plegen van misdrijven. Dat oogmerk moet zijn gericht op een pluraliteit van misdrijven. Het gaat hier niet om het gepleegd zijn van misdrijven, maar om het oogmerk tot het plegen van meerdere misdrijven. Voor het bewijs van dat oogmerk zal onder meer betekenis kunnen toekomen aan de misdrijven die al in het kader van de organisatie zijn gepleegd en aan het meer duurzaam of gestructureerde karakter van de samenwerking, te weten aan de planmatigheid of stelselmatigheid van de met het oog op het gemeenschappelijk doel verrichte activiteiten van deelnemers binnen de organisatie.
Van het oogmerk van de organisatie moet worden onderscheiden het oogmerk van de deelnemer. Om vast te kunnen stellen of iemand deelnemer is aan de organisatie geldt het volgende. In het deelnemen ligt het opzet besloten. Voor wat betreft het opzet van de deelnemer aan de organisatie geldt dat hij in zijn algemeenheid moet weten dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. Niet is nodig enige vorm van opzet op de door de organisatie beoogde, laat staan gepleegde, concrete misdrijven, ook niet als het gaat om misdrijven van verschillende aard. Voorwaardelijk opzet is niet voldoende: de betrokkene moet in zijn algemeenheid weten dat de organisatie een misdadig oogmerk heeft. Voor deelnemen is voorts nodig dat men behoort tot de organisatie en dat de deelnemer betrokken is geweest (een aandeel hebben in dan wel ondersteunen) bij gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie. Niet is vereist dat komt vast te staan dat een persoon om als deelnemer aan die organisatie te kunnen worden aangemerkt, moet hebben samengewerkt met, althans bekend zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie en evenmin dat deze persoon in structurele zin gedragingen als hiervoor bedoeld heeft gepleegd c.q. daarbij betrokken is geweest.
Het hof komt tot het oordeel dat er sprake is geweest van een organisatie in de hierboven bedoelde zin. Dat daarvan sprake is geweest volgt rechtstreeks uit de hiervoor weergegeven inhoud van de bewijsmiddelen.
[verdachte] komt met name in beeld in de aanloop naar de bestelling van een container en rond het tijdstip van aankomst van deze container in de haven van Antwerpen. Zijn rol was essentieel voor de criminele organisatie omdat hij in de tenlastegelegde periode als contact fungeerde tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] enerzijds, die op hun beurt weer zaken deden met [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] anderzijds, en in elk geval Servet [medeverdachte 14] ( [medeverdachte 19] ) die de contacten had in de Antwerpse haven met corrupte (Douane) medewerkers.
In sms-berichten tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] wordt veelvuldig gevraagd naar ‘inf’. Ook sms-en [medeverdachte 2] en [verdachte] in deze context over ‘originele papieren voor auto’. In onderling verband en in samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen concludeert het hof dat dit codewoorden voor documenten zijn, die nodig zijn voor de dekladingen ten behoeve van de eerder genoemde containers HASU 4001697 en SUDU 6710420. Uit de bewijsmiddelen blijkt voorts dat enerzijds [medeverdachte 6] (ten tijde van de bestelling van een container) op de Dominicaanse Republiek in afwachting is van informatie of documenten die [verdachte] moet aanleveren en [verdachte] op zijn beurt (zo rond het tijdstip van aankomst van de container) in afwachting is van documenten die afkomstig zijn van [medeverdachte 6] en die met tussenkomst en bemoeienis van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] via [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] aan hem overhandigd worden.
Het hof verwijst hierbij in het bijzonder naar het uit handen van [medeverdachte 5] en [medeverdachte 1] in ontvangst nemen van de envelop op 16 mei 2012 en de opmerking van [verdachte] dat de enveloppen altijd gesloten moeten zijn en dat het niet de bedoeling is dat het nummer van de boot wordt opgezocht op de computer omdat dat dan opvalt. Het gaat aldus ontegenzeggelijk om gedragingen van de verdachte van een meer dan geringe betekenis, die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie, te weten onder meer de invoer van verdovende middelen, en voor die verwezenlijking van belangrijk gewicht zijn geweest.
Op 10 juli 2012 is bij [locatie 5] te Valkenswaard een ontmoeting geobserveerd [341] tussen [verdachte] en [medeverdachte 5] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] . Het hof, met de rechtbank, stelt vast dat na deze ontmoeting geen ontmoeting of contact meer is geobserveerd of opgenomen waarbij [verdachte] betrokken was. Het hof zal dit meenemen bij het bepalen van de periode waarin de verdachte aan het crimineel samenwerkingsverband heeft deelgenomen.
Het hof is op grond van het bovenstaande van oordeel dat verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie. Het hof acht het onder 3 tenlastegelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen.
B.
Wat betreft het onder 2 en 3 tenlastegelegde overweegt het hof als volgt.
In het geval van medeplegen houden de voorwaarden voor strafrechtelijke aansprakelijkheid vooral in dat sprake moet zijn van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking met (een) ander(en) op het plegen van een delict. De bijdrage van de medepleger zal in de regel worden geleverd tijdens het begaan van het strafbare feit in de vorm van een gezamenlijke uitvoering van het feit. Maar de bijdrage kan ook zijn geleverd in de vorm van diverse gedragingen voor en/of tijdens en/of na het strafbare feit. Ook is niet uitgesloten dat de bijdrage in hoofdzaak vóór het strafbare feit is geleverd. Verder is voor een bewezenverklaring van medeplegen de lijfelijke aanwezigheid niet vereist. Kortom, het accent ligt bij medeplegen met name op de samenwerking en minder op de vraag wie welke feitelijke handeling heeft verricht. De kwalificatie medeplegen is slechts dan gerechtvaardigd als de bewezen (intellectuele en/of materiële) bijdrage aan het delict van verdachte van voldoende gewicht is.
Het hof is van oordeel dat uit het dossier en de bovenstaande bewijsmiddelen volgt dat verdachte weliswaar behulpzaam is geweest bij het plegen van de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten, maar dat zijn bijdrage materieel en/of intellectueel bezien van onvoldoende gewicht is geweest om te kunnen spreken van medeplegen.
Dat verdachte deel heeft genomen aan een drugsorganisatie staat weliswaar vast, maar dat wettigt dus niet zonder meer de conclusie dat hij ook individueel als (mede)pleger van het opzettelijk invoeren van cocaïne dan wel het plegen van voorbereidingshandelingen kan worden aangemerkt.
Het hof acht dan ook niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich aan het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft schuldig gemaakt, zodat hij daarvan moet worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde lid, vierde lid en vijfde lid, en 10a, eerste lid van de Opiumwet
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf wordt opgelegd voor de duur van 5 jaren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair bepleit dat verdachte integraal wordt vrijgesproken en derhalve aan hem geen straf wordt opgelegd. Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat in de strafmaat rekening wordt gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn. Voorts dient rekening te worden gehouden met het blanco strafblad van verdachte en met het feit dat verdachte geen wezenlijke rol heeft gespeeld in de organisatie.
Het oordeel van het hof
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Met de rechtbank overweegt het hof als volgt.
Bewezen is verklaard dat [verdachte] heeft deelgenomen aan een criminele organisatie die tot doel had het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of aanwezig hebben van een middel als bedoeld op lijst I van de Opiumwet, en/of het opzettelijk verrichten van voorbereidings- en/of bevorderingshandelingen gericht op het verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van cocaïne, een middel als bedoeld op lijst I van de Opiumwet.
Het criminele samenwerkingsverband stelde alles in het werk om een geslaagd transport te realiseren en inbeslagneming van de cocaïne te voorkomen: de cocaïne werd verstopt tussen zogenaamde dekladingen en overheidspersoneel werd voor grof geld omgekocht. Daarnaast werd getracht om uit het zicht en uit de handen van politie en justitie te blijven door het gebruik van katvanger bedrijven en door zo min mogelijk over de telefoon te communiceren en vooral in persoon af te spreken, en het gebruik van versluierd en verhullend taalgebruik in de onderlinge communicatie.
Gedurende de ongeveer 9 maanden dat [verdachte] in beeld was en deel heeft uitgemaakt van de criminele organisatie, was zijn rol belangrijk: hij fungeerde als contact tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] enerzijds en al dan niet via [medeverdachte 15] en [medeverdachte 14] met corrupte douaneambtenaren die de inklaring en de omzeiling van de douane in de haven van Antwerpen moesten verzorgen anderzijds. Ook regelde hij al dan niet via [medeverdachte 15] en [medeverdachte 14] Belgische ‘katvanger’ bedrijven op wiens naam de deklading in de Dominicaanse Republiek besteld kon worden. [verdachte] vormde zo doende een onmisbare schakel in het geheel. Waar (al dan niet fysiek) informatie werd uitgewisseld, was [verdachte] aanwezig of in beeld.
Het spreekt voor zich dat organisaties met als doelstelling het plegen van misdrijven als hiervoor genoemd de rechtsstaat ernstig ondermijnen. Het getuigt van een bedenkelijke mentaliteit om te menen dat je je niet aan de regels hoeft te houden die voor iedereen gelden. Binnen het strafrecht is voor dergelijke ontwrichtende criminaliteit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf de enige passende reactie om voor de verdachte zelf, zijn omgeving en de samenleving de norm nog eens duidelijk op scherp te stellen.
Redelijke termijn
Het hof heeft zich tevens rekenschap gegeven van de redelijke termijn. Het hof stelt voorop dat elke verdachte recht heeft op een openbare behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn als bedoeld in art. 6 EVRM. Deze waarborg strekt er onder meer toe te voorkomen dat een verdachte langer dan redelijk is onder de dreiging van een strafvervolging zou moeten leven. Deze termijn vangt aan vanaf het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem of haar ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld.
Bij de vraag of sprake is van een schending van de redelijke termijn moet rekening worden gehouden met de omstandigheden van het geval, waaronder begrepen de processuele houding van verdachte, de aard en ernst van het ten laste gelegde, de ingewikkeldheid van de zaak en de mate van voortvarendheid waarmee deze strafzaak door de justitiële autoriteiten is behandeld.
In de onderhavige zaak is de redelijke termijn aangevangen op 20 november 2013, de dag waarop verdachte is aangehouden en in verzekering is gesteld. De rechtbank heeft vonnis gewezen op 29 maart 2018 en heeft geconstateerd dat, rekening houdend met de bijzondere omstandigheden van het onderhavige onderzoek, sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn met 18 maanden.
De verdachte heeft op 3 april 2018 hoger beroep ingesteld. Het hof wijst dit arrest op 16 april 2021, ruim 3 jaar na het instellen van het hoger beroep. De behandeling in hoger beroep wordt dan ook niet afgerond met een eindarrest binnen 2 jaren na het ingestelde hoger beroep. In hoger beroep is derhalve sprake van een schending van de redelijke termijn en wel met een periode van ruim 1 jaar. De totale overschrijding van de redelijke termijn komt daarmee op ruim 30 maanden. Het hof ziet hierin aanleiding om een lagere straf op te leggen dan het zou hebben gedaan zonder die termijnoverschrijding.
Het hof is van oordeel dat, indien de redelijke termijn niet zou zijn overschreden, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden op zijn plaats zou zijn. Rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn van berechting, zal het hof in plaats daarvan een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 18 maanden, met aftrek van voorarrest.
Beslissing omtrent het alsnog horen van getuigen.
Voor de terechtzitting in hoger beroep waarop de zaak tegen de verdachte inhoudelijk is behandeld zijn onder meer [medeverdachte 6] , [medeverdachte 7] , [medeverdachte 15] ,
[medeverdachte 14] en R.J.H. [betrokkene 5] opgeroepen om als getuige ter terechtzitting te verschijnen. Bij eerdere tussenbeslissing heeft het hof het verzoek van de verdediging om deze personen als getuige te mogen horen toegewezen. De getuigen zijn evenwel, ondanks deugdelijk daartoe opgeroepen, niet ter terechtzitting verschenen. De verdediging heeft te kennen gegeven niet te willen afzien van het horen van de getuigen.
Ingevolge art. 287, tweede en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), welke bepaling op grond van het bepaalde in artikel 415 Sv in hoger beroep van overeenkomstige toepassing is, worden ter terechtzitting aanwezige getuigen gehoord. Indien zij niet ter terechtzitting zijn verschenen, beveelt de rechter de hernieuwde oproeping van de getuige, tenzij de rechter daarvan op grond van één van de in artikel 288, eerste lid, Sv opgenomen beoordelingsfactoren afziet. Dat kan onder meer indien redelijkerwijs valt aan te nemen dat de verdachte door de niet-hernieuwde oproeping niet in zijn verdediging wordt geschaad.
Het hof stelt vast dat de personen om wiens oproeping is verzocht geen belastende getuigen betreffen, in die zin dat zij in het vooronderzoek noch bij een andere gelegenheid, een de verdachte belastende verklaring hebben afgelegd die maakt dat de verdediging er een gerechtvaardigd belang bij kan hebben om de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van die verklaring te toetsen middels een verhoor als getuige. Het hof stelt vervolgens vast dat het onduidelijk is gebleven of het verhoor van deze personen als getuige de strekking heeft om een de verdachte disculperende lezing te verkrijgen of een lezing die relevant zou kunnen zijn voor enige door het hof in deze zaak te nemen beslissing in het voordeel van de verdachte. Of en in hoeverre het verhoor van de getuigen in het kader van de waarheidsvinding relevant is voor de beoordeling van de zaak en dat, waarom en in hoeverre het verhoor van die getuige redelijkerwijs geacht kan worden de positie van de verdediging te kunnen verstevigen en de uiteindelijke uitkomst in de zaak te kunnen beïnvloeden, is het hof niet genoegzaam gebleken. Nu het hof de relevantie van een nader verhoor van de verzochte getuigen onvoldoende is gebleken, in die zin dat een nader verhoor een relevante op waarheidsvinding gerichte bijdrage zou kunnen leveren aan de beantwoording door het hof van enige uit hoofde van art. 348 en 350 Sv te beantwoorden vraag, kan redelijkerwijs worden aangenomen dat de verdediging niet in haar verdedigingsrechten wordt geschaad bij het afzien van een hernieuwde oproeping van de niet verschenen getuigen.
Het hof wijst het verzoek tot hernieuwde oproeping dan ook af.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op artikel 11b (vóór 1 maart 2015: 11a) van de Opiumwet, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 1 subsidiair en 2 tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Aldus gewezen door:
mr. A.M.G. Smit, voorzitter,
mr. C.P.J. Scheele en mr. A.C. Bosch, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. A.E.M. de Ridder mr. I. Kroes, griffiers,
en op 16 april 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.

Voetnoten

1.In de hiernavolgende bewijsmiddelen wordt – tenzij anders vermeld – verwezen naar het proces-verbaal van de politie Limburg/landelijke eenheid, proces-verbaalnummer 2012001505, afgesloten d.d. 3 juli 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 1] , inhoudende een algemeen dossier, persoonsdossiers, zaaksdossiers, BOB-dossier en beslagdossier, elk afzonderlijk doorlopend genummerd, met als bijlagen in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en/of andere geschriften.
2.Zie hieronder de noot bij de naam van de verdachte.
3.Proces-verbaal van bevindingen PGP telefoons, zaaksdossier 2, bijlage 220, pagina 2330.
4.Proces-verbaal van stemherkenning [medeverdachte 3] , zaaksdossier 2, bijlage 11, pagina 74.
5.Beslagdossier Beretta, Bijlage 96, pagina 1760 tot en met 2488.
6.Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. bijnaam van [medeverdachte 3] , persoonsdossier [medeverdachte 3] , bijlage 5, pagina 78.
7.Proces-verbaal van stemherkenning Arthur [medeverdachte 10] , persoonsdossier [medeverdachte 10] , pagina 5.
8.Proces-verbaal van bevindingen stemherkenning [medeverdachte 5] , zaaksdossier 2, bijlage 8, pagina 65.
9.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek ‘veilige BlackBerry’ [medeverdachte 5] , zaaksdossier 2, bijlage 174, pagina 1178.
10.Proces-verbaal van bevindingen PGP telefoons, zaaksdossier 2, bijlage 220, pagina 2327.
11.Proces-verbaal van bevindingen bijnamen [medeverdachte 5] , persoonsdossier [medeverdachte 5] , bijlage 5, pagina 28.
12.Proces-verbaal van bevindingen bijnamen [medeverdachte 5] , persoonsdossier [medeverdachte 5] , bijlage 5, pagina 27.
13.Proces-verbaal van bevindingen bijnamen [medeverdachte 5] , persoonsdossier [medeverdachte 5] , bijlage 5, pagina 27.
14.Proces-verbaal van bevindingen bijnamen [medeverdachte 5] , persoonsdossier [medeverdachte 5] , bijlage 5, pagina 27.
15.Proces-verbaal van bevindingen stemherkenning [medeverdachte 1] , zaaksdossier 2, bijlage 9, pagina 68.
16.Proces-verbaal van bevindingen aanvulling bijnamen [medeverdachte 1] ‘Kerstman’, persoonsdossier [medeverdachte 1] , bijlage 3, pagina 8.
17.Proces-verbaal van bevindingen bijnamen [medeverdachte 1] ‘opa/ouwe’, persoonsdossier [medeverdachte 1] , bijlage 4, pagina 14.
18.Proces-verbaal van identificatie Antonius Henricus [medeverdachte 9] , persoonsdossier [medeverdachte 9] , bijlage 3, pagina 8.
19.Beslagdossier Beretta, pagina 3139 en 3240.
20.Proces-verbaal van bevindingen, vaststelling identiteit mr. Green, persoonsdossier [medeverdachte 9] , bijlage 4, pagina 17
21.Proces-verbaal van bevindingen, vaststelling identiteit mr. Green, persoonsdossier [medeverdachte 9] , bijlage 4, pagina 17
22.Proces-verbaal stemherkenning [verdachte] , persoonsdossier [verdachte] , bijlage 2, pagina 5.
23.Proces-verbaal stemherkenning [medeverdachte 7] , persoonsdossier [medeverdachte 7] , pagina 4.
24.Proces-verbaal van stemherkenning Eddy [medeverdachte 4] , persoonsdossier [medeverdachte 4] , bijlage 2, pagina 5.
25.Beslagdossier Beretta, bijlage 164, pagina 2865 en 3017.
26.Proces-verbaal pv identificatie bijnaam ‘negertje’, persoonsdossier [medeverdachte 4] , bijlage 3, pagina 8.
27.Proces-verbaal van bevindingen identificatie van Candy zijnde Eddy [medeverdachte 4] , persoonsdossier [medeverdachte 4] , pagina 14.
28.Proces-verbaal van bevindingen stemherkenning M. [medeverdachte 13] , persoonsdossier [medeverdachte 13] , pagina 5.
29.Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. bijnaam van M. [medeverdachte 13] , persoonsdossier [medeverdachte 13] , pagina 8.
30.Proces-verbaal van bevindingen stemherkenning [medeverdachte 6] , zaaksdossier 2, bijlage 10, pagina 71.
31.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek ‘veilige BlackBerry’ telefoon Javiel [medeverdachte 6] , zaaksdossier 2, bijlage 175, pagina 1357 tot en met 1488.
32.Proces-verbaal van bevindingen m.b.t. bijnaam [medeverdachte 6] , persoonsdossier [medeverdachte 6] , bijlage 3, pagina 9.
33.Proces-verbaal van bevindingen PGP telefoons, zaaksdossier 2, bijlage 220, pagina 2330.
34.Proces-verbaal van stemherkenning [medeverdachte 2] , persoonsdossier [medeverdachte 2] , bijlage 2, pagina 5.
35.Proces-verbaal van bevindingen ‘Bril’, 1 augustus 2013, zaaksdossier 2, bijlage 6, pagina 47.
36.Proces-verbaal van bevindingen ‘ [medeverdachte 2] , persoonsdossier [medeverdachte 2] , bijlage 5, pagina 20.
37.Proces-verbaal van observatie, nr. 2011.050-20-01-2012-300 d.d. 24 januari 2012, zaaksdossier 2, bijlage 18, pagina 98.
38.Proces-verbaal van bekijken videobeelden, nr. 30-468933 d.d. 7 november 2013, zaaksdossier 2, bijlage 19, pagina 104 en 105.
39.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, sms-verkeer, pagina 21.
40.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 21.
41.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, sms-verkeer, pagina 20 tot en met 24.
42.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 24.
43.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, sms-verkeer, pagina 25.
44.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, sms-verkeer, pagina 25.
45.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, telefoontap, pagina 26.
46.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 27.
47.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 27.
48.Proces verbaal van bevindingen identificatie gebruiker 31-6-16032268 [verdachte] , zaaksdossier 2, bijlage 26, pagina 237 tot en met 240.
49.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, sms-verkeer, pagina 27 en 28.
50.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, sms-verkeer, pagina 28.
51.Proces-verbaal van bevindingen skypenaam en skypecontacten van [medeverdachte 6] , zaaksdossier 2, bijlage 27, pagina 242 en 243.
52.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, sms-verkeer, pagina 29 en 30
53.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 29.
54.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 30.
55.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 31.
56.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 31.
57.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 32.
58.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 32.
59.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 32.
60.Proces-verbaal van observatie 5 april 2012, zaaksdossier 2, bijlage 28, p. 245 tot en met 248.
61.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, sms-verkeer, pagina 34
62.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 35.
63.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 35.
64.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 36.
65.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 37.
66.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 37.
67.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 38.
68.Proces-verbaal van bevindingen inzake documentenonderzoek RHV d.d. 19 juni 2014, zaaksdossier 2, bijlage 195, pagina 1883 tot en met 2032.
69.Documenten [bedrijf 2] , zaaksdossier 2, bijlage 30, pagina 252 en 253.
70.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 71 en 129.
71.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 39.
72.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 40.
73.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 40.
74.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 40 en 41.
75.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 41.
76.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 42.
77.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 43.
78.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 43.
79.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 44.
80.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 44.
81.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 45.
82.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 46.
83.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 47.
84.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 47 en 48.
85.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 48.
86.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 48.
87.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 49.
88.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 50.
89.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 50.
90.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 50.
91.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 50.
92.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 50 en 51.
93.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 50 tot en met 65.
94.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 51.
95.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 51 en 52.
96.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 51 en 52.
97.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 52.
98.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 52 en 53.
99.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 52.
100.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 53.
101.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 54.
102.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 54.
103.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 54.
104.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 54 en 55.
105.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 54.
106.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 55.
107.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 55.
108.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 55.
109.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 56.
110.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 56.
111.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 56.
112.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 57.
113.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 57.
114.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 57.
115.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 57.
116.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 58.
117.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 58.
118.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 59.
119.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 59 tot en met 63.
120.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 63.
121.E-mailbericht d.d. 2 mei 2012, zaaksdossier 2, bijlage 74, pagina 442.
122.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 64 en 65.
123.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 64 en 66.
124.Document [bedrijf 3] , zaaksdossier 2, bijlage 35, pagina 275.
125.E-mailbericht d.d. 3 mei 2012, zaaksdossier 2, bijlage 42, pagina 333.
126.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 66
127.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 70.
128.Proces verbaal beluisteren OVC gesprek 20 februari 2013, zaaksdossier 2, bijlage 3, pagina 284 tot en met 316.
129.Proces verbaal van bevindingen identificatie NN- [medeverdachte 20] als Antwerpse douanemedewerker, zaaksdossier 2, bijlage 40, pagina 318 tot en met 325.
130.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 71 en 103. Document [bedrijf 2] S.A., zaaksdossier 2, bijlage 36, pagina 277. Document, zaaksdossier 2, bijlage 45, pagina 341.
131.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 72.
132.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 72.
133.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 73.
134.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 73.
135.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 73 en 74.
136.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 74.
137.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 74.
138.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 74.
139.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 75.
140.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 75.
141.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 76.
142.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 76.
143.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 76.
144.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 76.
145.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 76 en 77.
146.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 77.
147.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 77.
148.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 78 en 79.
149.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 78.
150.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 79.
151.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 79 en 80.
152.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 80.
153.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 80.
154.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 80 en 81.
155.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 81.
156.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 81
157.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 81.
158.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 82.
159.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 82.
160.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 83
161.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 83 en 84.
162.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 83. Proces-verbaal van observatie, zaaksdossier 2 bijlage 48, pagina 350 tot en met 353.
163.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 83 en 84.
164.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 84.
165.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 84 en 85.
166.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 85.
167.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 85.
168.Proces-verbaal van bevindingen, pv nummer 30-522415, persoonsdossier [medeverdachte 14] , bijlage 2, pagina 4.
169.Beluisteren open OVC-gesprek d.d. 28 februari 2013, zaaksdossier 2, bijlage 39, pagina 284 tot en met 316.
170.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 85.
171.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 86.
172.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 86.
173.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 86.
174.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 87.
175.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 87.
176.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 88.
177.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 87.
178.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 88.
179.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 89.
180.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 88.
181.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 88.
182.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 89 en 90.
183.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 91.
184.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 90.
185.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 90.
186.Proces-verbaal van stemherkenning [verdachte] , geboren te Villamar (Italië), persoonsdossier 12,
187.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 91.
188.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 91.
189.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 92.
190.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 93.
191.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 92 en 93.
192.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 93.
193.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 94.
194.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 94.
195.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 95.
196.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 95.
197.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 95.
198.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 95.
199.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 97.
200.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 96 en 97.
201.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 97 en 98.
202.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 98.
203.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 december 2013, zaaksdossier 2, bijlage 22, pagina 118 tot en met 124.
204.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 99.
205.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 99.
206.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 100 en 101.
207.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 101.
208.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 101.
209.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 102.
210.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 102.
211.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 102.
212.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 103.
213.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 104.
214.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 104.
215.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 104.
216.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 105.
217.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 105.
218.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 105.
219.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 105.
220.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 105 en 106.
221.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 106 en 107.
222.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 107.
223.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 107.
224.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 108.
225.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 108 en 109.
226.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 109 en 110.
227.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 110.
228.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 111.
229.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 115.
230.Proces-verbaal 4e verhoor verdachte L.H.M. [medeverdachte 17] d.d. 14 oktober 2013, zaaksdossier 2, bijlage 97, pagina 543.
231.Beluisteren OVC-gesprek d.d. 6 augustus 2013, zaaksdossier 2, bijlage 96, pagina 534 tot en met 538.
232.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 111.
233.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 112.
234.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 116.
235.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 117.
236.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 118.
237.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 117.
238.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 121 tot en met 123.
239.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 118.
240.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 119.
241.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 120.
242.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 120 en 121.
243.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 253.
244.Relaas proces-verbaal zaaksdossier 2, pv-nummer 2012001505, pagina 121.
245.Beluisteren OVC gesprek, pv nr. 60-348195 d.d. 28 januari 2013, zaaksdossier 2, bijlage 124, pagina 680 tot en met 689.
246.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 123.
247.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 124.
248.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 124.
249.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 125.
250.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 125.
251.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 124 en 125.
252.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 125 en 126.
253.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 127.
254.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 133.
255.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 134.
256.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 134.
257.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 135.
258.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 135.
259.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 135.
260.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 137.
261.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 137.
262.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 138.
263.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 138.
264.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 139.
265.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 139.
266.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 140.
267.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 141.
268.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 145.
269.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 145.
270.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 145.
271.Beluisteren OVC gesprek d.d. 30 januari 2013, pv nr. 60-419363, zaaksdossier 2, bijlage 126, pagina 699 en 700.
272.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 146.
273.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 147 en 148.
274.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 148.
275.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 148-149.
276.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 149 tot en met 151.
277.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 151.
278.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 151.
279.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 152.
280.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 152.
281.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 152.
282.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 153.
283.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 153.
284.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 155.
285.Overzichtsproces-verbaal, nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 157.
286.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 159.
287.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 160 tot en met 162.
288.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 162-163.
289.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 163.
290.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, p. 158.
291.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 164.
292.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 173.
293.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 164.
294.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 165.
295.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 165 tot en met 167.
296.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 167.
297.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 167.
298.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 167 tot en met 171.
299.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 172.
300.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 173-174.
301.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 174.
302.Proces-verbaal van bevindingen onderzoek “veilige Blackberry” telefoon Javiel Sanchez d.d. 23 januari 2014, zaaksdossier 2, bijlage 175, pagina 1395 en 1396.
303.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 175.
304.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 175.
305.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 175.
306.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 176.
307.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 177.
308.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 177.
309.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 177.
310.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 178 en 179.
311.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 180.
312.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 180 tot en met 182.
313.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 182.
314.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 183
315.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 183.
316.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 184.
317.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 185.
318.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 185 en 186.
319.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 186.
320.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 187.
321.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 187.
322.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 188.
323.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 188 en 189.
324.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 189.
325.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 189.
326.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 191.
327.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 200.
328.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 201.
329.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 200.
330.Document Formulering tenlastelegging en verzoek tot opening van de rechtszaak, zaaksdossier 2, pagina 1943-1949.
331.Onderzoekscertificaat Forensische Chemie d.d. 15 april 2013, zaaksdossier 2, pagina 1941.
332.Verzoek om kopie van de Verklaring van INACIF d.d. 4 oktober 2013, zaaksdossier 2, pagina 1940.
333.Onderzoekscertificaat Forensische Chemie d.d. 15 april 2013, zaaksdossier 2, pagina 1941.
334.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 192.
335.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 192 en 193.
336.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 193 en 194.
337.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 194.
338.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 197-198.
339.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 198-199.
340.Overzichtsproces-verbaal, pv-nummer 2012001505, zaaksdossier 2, pagina 199-200.
341.Proces-verbaal van observatie, pv-nummer 20120103061A_AJ, d.d. 10 juli 2012, zaaksdossier 2, bijlage 112, pagina 606.