ECLI:NL:GHSHE:2021:3109
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezag van de moeder over minderjarige na NIFP-onderzoek en onvoldoende samenwerking met de GI
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 14 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezag van de moeder over haar minderjarige dochter, geboren in 2013. De zaak is aangespannen door Stichting Jeugdbescherming Brabant, die als gecertificeerde instelling (GI) optreedt. De moeder had eerder het eenhoofdig ouderlijk gezag over de minderjarige, maar door haar persoonlijke problematiek en de samenwerking met de GI, die als onvoldoende werd beoordeeld, is het gezag ter discussie gesteld. De GI heeft in hoger beroep verzocht om het gezag van de moeder te beëindigen en haar als voogdes te benoemen.
De moeder heeft verweer gevoerd en aangegeven dat zij het gezag wil behouden en dat zij bereid is om samen te werken met de GI. Tijdens de mondelinge behandeling is echter gebleken dat de samenwerking tussen de moeder en de GI problematisch is, en dat de moeder geen toestemming heeft gegeven voor noodzakelijke therapieën voor de minderjarige. Het hof heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig wordt bedreigd en dat de moeder niet in staat is om de verantwoordelijkheid voor de opvoeding te dragen.
Het hof heeft geconcludeerd dat het belang van de minderjarige zwaarder weegt dan het belang van de moeder om het gezag te behouden. De moeder is emotioneel labiel en kan niet voldoen aan de specifieke opvoedingsbehoeften van de minderjarige. Daarom heeft het hof besloten het gezag van de moeder te beëindigen en de GI tot voogd te benoemen. Deze beslissing is ingrijpend, maar het hof benadrukt dat de band tussen de moeder en de minderjarige niet verbroken wordt en dat de moeder recht heeft op informatie over de ontwikkeling van haar dochter.