De vader kan zich met deze beslissingen niet verenigen en hij is hiervan in hoger beroep gekomen. In zijn beroepschrift, zoals aangevuld tijdens de mondelinge behandeling, voert hij – kort samengevat – het volgende aan.
Het is juridisch niet mogelijk om een deeltijdmachtiging tot uithuisplaatsing uit te spreken terwijl dit niet expliciet is verzocht door de GI.
Er is geen reden om [minderjarige] uit huis te plaatsen en evenmin om deze uithuisplaatsing vervolgens met een jaar te verlengen. Het klopt dat de vader ADHD heeft en dat hij een druk persoon is. Dat wil niet zeggen dat [minderjarige] daardoor wat tekort komt. De vader kan ook rustig een film kijken, tekenen of knuffelen. De vader acht het van belang naar PsyQ te gaan voor zichzelf, maar ook voor [minderjarige] . Als [minderjarige] last heeft van zijn chaotische gedrag, wil de vader dit graag aanpakken. De vader heeft een aanmeldingsbrief van 16 februari 2021 waarin hij is verwezen naar Mondriaan in [plaats]. De wachttijd is nu 78 weken. De huisarts heeft aangegeven niets voor de vader te kunnen doen, omdat de vader geen suïcidale neigingen heeft en niet depressief of schizofreen is. De vader zal daarom moeten wachten.
De rechtbank heeft geen rekening gehouden met het trauma dat [minderjarige] na het overlijden van haar moeder heeft opgelopen. Door de uithuisplaatsing ontstaat een nieuw trauma. [minderjarige] heeft angst dat haar vader haar ook zal verlaten. Ze probeert de tijd te verlengen die zij nu met hem heeft. [minderjarige] is vaak boos en klampt zich aan de vader vast. Er is nu geen rust voor [minderjarige] , totaal niet. [minderjarige] is er continu mee bezig dat ze bij de vader wil zijn.
Op het gebied van school is het voor [minderjarige] wel rustiger geworden, maar dat komt ook omdat de scholen nu wel open zijn. Eerder was er sprake van thuisonderwijs tijdens de lockdown. [minderjarige] kon niet aan thuisonderwijs deelnemen, omdat er een probleem was met internet. Nu is er sowieso meer structuur en rust voor [minderjarige] . Dat het nu beter gaat op school, wil bovendien niet zeggen dat het ook geestelijk goed gaat met [minderjarige] . De vader is wel blij dat [minderjarige] bij een vertrouwd familielid is geplaatst en niet bij een vreemde.
Voordat [minderjarige] uit huis werd geplaatst, is het wel eens voorgekomen dat de vader de hulpverlening heeft afgezegd, dat [minderjarige] te laat bij de bus of op school kwam of dat zij haar brood of haar bril was vergeten op school. Ook was er een voorval waarbij de vader in de tuin was en niet hoorde dat [minderjarige] voor de deur stond. Het lijkt alsof dit met de grootste regelmaat voorkomt terwijl er slechts één incident wordt aangehaald. De vader is niet perfect, maar dat is nog geen reden om [minderjarige] van hem af te pakken.