In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van kinderalimentatie. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had de rechtbank verzocht om de kinderalimentatie voor hun minderjarige kind te verhogen van € 64,50 naar € 248,- per maand, omdat de huidige alimentatie niet meer voldeed aan de wettelijke maatstaven door gewijzigde omstandigheden. De man, verweerder in hoger beroep, heeft verweer gevoerd en verzocht de eerdere beschikking van de rechtbank te bekrachtigen. Het hof heeft de feiten vastgesteld, waaronder de relatie tussen partijen en de alimentatieverplichtingen die voortvloeien uit eerdere uitspraken van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het hof heeft de draagkracht van beide ouders beoordeeld en geconcludeerd dat de vrouw onvoldoende heeft aangetoond dat zij niet in staat is om een inkomen te genereren. De man heeft gezondheidsproblemen, maar het hof heeft geoordeeld dat hij nog steeds een bijdrage kan leveren aan de kinderalimentatie. Uiteindelijk heeft het hof de bestreden beschikking vernietigd en de kinderalimentatie vastgesteld op € 150,- per maand tot 1 september 2021 en € 64,50 per maand vanaf die datum, met de verplichting tot vooruitbetaling. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.