Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellante sub 1] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[appellant sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
1.[geïntimeerde sub 2] V.O.F. ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[geïntimeerde sub 2] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde sub 3] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde sub 4] ,wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/256076 / HA ZA 18-513)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep;
- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep;
- de akte overlegging nadere producties van [geïntimeerde(n)] ;
- de antwoordakte van [appellante(n)] ;
- de mondelinge behandeling na memorie van antwoord, waarbij [geïntimeerde(n)] spreekaantekeningen heeft overgelegd;
- de akte overleggen producties van [appellante(n)] met producties 3-6;
- de antwoordakte van [geïntimeerde(n)] met producties 3-7.
3.De beoordeling
1. voor recht verklaart dat de keerlus op het perceel grond gelegen te [gemeente] , plaatselijk bekend [de ontsluitingsweg] , kadastraal bekend gemeente [gemeente] , sectie [sectieletter 1] nummer [sectienummer 1] , een openbare weg in de zin van de Wegenwet is;
“gelet op het voorgaande […] de keerlus inclusief het deel dat gelegen is op perceel [sectienummer 1] , met de openstelling van deze weg voor alle verkeer de bestemming openbare weg heeft verkregen”.
“Zonder voldoende belang komt niemand een rechtsvordering toe.”