Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde sub 1] V.O.F.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 11 februari 2020 waarbij het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast, welke comparitie vanwege de coronacrisis geen doorgang heeft gevonden;
- de door [appellant] genomen memorie van grieven in principaal hoger beroep;
- de door [de vof] genomen memorie van antwoord in principaal hoger beroep, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep;
- de door [appellant] genomen memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep.
6.De beoordeling in principaal en incidenteel hoger beroep
- Is schade toegebracht aan de woning van [appellant] doordat bouwverkeer van een door [de vof] uitgevoerd nieuwbouwproject gebruik heeft gemaakt van een vlak voor de woning van [appellant] gelegen bouwweg?
- Brengt dit mee dat [de vof] onrechtmatig jegens [appellant] heeft gehandeld en de door [appellant] geleden schade moet vergoeden?
- [geïntimeerde sub 1] V.O.F. (geïntimeerde sub 1) exploiteert een bouwbedrijf. Zij heeft twee vennoten: Bouwbedrijf [geïntimeerde sub 1] B.V. (geïntimeerde sub 2) en ASVB Bouw Nederland B.V. (geïntimeerde sub 3). Op grond van artikel 18 van het Wetboek van Koophandel zijn de vennoten hoofdelijk aansprakelijk voor de verbintenissen van de vof. Het hof zal geïntimeerden tezamen aanduiden als [de vof] .
- [appellant] is eigenaar van de woning aan het adres [woonadres appellant] . Vanwege aanpassingen in het stratenplan is het adres van de woning per 1 maart 2017 gewijzigd. Het voormalig adres was [oud woonadres appellant] . De woning is ongeveer 100 jaar oud.
- Op 9 mei 2011 is door Quattro Expertise in opdracht van de gemeente [gemeente] een vooropname van de woning van [appellant] gemaakt in verband met destijds geplande rioleringswerkzaamheden. De bevindingen van deze opname zijn neergelegd in de ‘Rapportage vooropname’ van Quattro Expertise van 19 mei 2011.
- Op 25 juni 2015 is door Quattro Expertise in opdracht van de gemeente [gemeente] een vooropname van de woning van [appellant] gemaakt, in verband met het bouwrijp maken van de grond ten behoeve van de bouw van nieuwbouwwoningen. De bevindingen van deze opname zijn neergelegd in de ‘Rapportage vooropname’ van Quattro Expertise van 4 november 2016.
- Van december 2015 tot circa oktober 2016 heeft [de vof] bouwwerkzaamheden (de bouw van nieuwbouwwoningen) verricht in de buurt van de woning van [appellant] . De ligging van het nieuwbouwproject ten opzichte van de woning van [appellant] is zichtbaar op de overzichtskaart die als productie 3 bij de inleidende dagvaarding is overgelegd. Om de bouwlocatie te bereiken en te verlaten heeft het bouwverkeer gebruik gemaakt van de weg die op een afstand van ongeveer 3 tot 3,5 meter voor de woning van [appellant] ligt. De woning en de betreffende weg zijn onder meer zichtbaar op de zesde foto die als productie 5 bij de inleidende dagvaarding is overgelegd en op de foto op bladzijde 3 van het hierna te noemen rapport van EMN van 4 april 2017.
- Op 10 november 2016 is door Quattro Expertise in opdracht van de gemeente Dongen een na-opname van de woning van [appellant] gemaakt, in verband met een schademelding door [appellant] bij de gemeente [gemeente] . De bevindingen van deze opname zijn neergelegd in een rapport van Quattro Expertise van 13 december 2016. In dit rapport staat onder meer het volgende:
- Bij rapport van 19 juni 2017 heeft Quattro Expertise gereageerd op het ‘Rapport van expertise’ van EMN van 4 april 2017.
- Bij rapport van 29 september 2017 heeft EMN gereageerd op het rapport van Quattro Expertise van 19 juni 2017.
- een hoofdsom van € 71.350,--, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 2 oktober 2016;
- € 1.285,63 ter zake de kosten van vaststelling van schade en aansprakelijkheid;
- In de woning van [appellant] is schade ontstaan in de periode tussen de vooropname van 25 juni 2015 en de na-opname van 10 december 2016. De schade betreft hoofdzakelijk naden en scheuren in wanden, vloeren, plafonds en gevels van de woning (rov. 4.1).
- [de vof] heeft onrechtmatig gehandeld jegens [appellant] door na te laten om nader onderzoek te doen en/of voorzorgsmaatregelen te treffen tegen het ontstaan van schade aan de woning van [appellant] . Dit onrechtmatig handelen is toe te rekenen aan [de vof] . Zij moet daarom de schade vergoeden die [appellant] door de onrechtmatige daad heeft geleden (rov. 4.6.2).
- [appellant] heeft gemotiveerd gesteld dat sprake is van een causaal verband tussen de door [de vof] gepleegde onrechtmatige daad en de schade in zijn woning. [de vof] heeft dit echter gemotiveerd betwist. [appellant] moet daarom bewijzen dat de door hem gestelde schade het gevolg is van de door het bouwverkeer veroorzaakte trillingen (rov. 4.11).
- De bewijslevering zal moeten plaatsvinden door een deskundigenbericht (rov. 4.12).
- toewijzing alsnog van hetgeen [appellant] bij inleidende dagvaarding heeft gevorderd;
- veroordeling van [de vof] om aan [appellant] alles terug te betalen dat [appellant] ter uitvoering van het eindvonnis aan [de vof] heeft voldaan, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de betaling tot de dag van de terugbetaling;
- in de periode tussen de vooropname van 25 juni 2015 en de na-opname van 10 december 2016 schade is ontstaan in de woning van [appellant] ;
- [de vof] toerekenbaar onrechtmatig heeft gehandeld jegens [appellant] door na te laten om nader onderzoek te doen en/of voorzorgsmaatregelen te treffen tegen het ontstaan van schade aan de woning van [appellant] ;
- [de vof] daarom de schade moet vergoeden die [appellant] door de onrechtmatige daad heeft geleden.
- De (oorspronkelijke) woning dateert volgens de zogeheten BAG viewer uit 1932 en is in de loop der jaren veelvuldig gewijzigd, ook in constructieve zin. Deze wijzigingen brengen enerzijds mee dat de woning gevoelig is voor het ontstaan van schades door trillingen, en anderzijds dat ook andere schadeoorzaken een rol kunnen spelen zoals wijzigingen van de fundering en vermeerdering van de massa door toevoeging van vloer- en funderingsconstructies, waardoor de grond onder de woning zwaarder wordt belast dan voorheen en vormveranderingen in het gebouw en spanningen in de constructies kunnen ontstaan (paragraaf 3.1 van het deskundigenbericht).
- Vaststaat dat er in de periode van de bouwwerkzaamheden meerdere scheuren en naden in en aan de woning zijn ontstaan en dat bestaande scheuren en naden in enige mate in omvang zijn toegenomen. In zoverre bestaat geen verschil van mening tussen EMN, Quattro Expertise en de door de rechtbank benoemde deskundige (blz. 23, antwoord op vraag b).
- De deskundige heeft in paragraaf 3.3 van zijn rapport zeven aangetroffen schadebeelden besproken en bij elk van die schadebeelden de mogelijke oorzaken genoemd. Bij zes van de zeven schadebeelden zijn trillingen een van de mogelijke oorzaken.
- In paragraaf 4.2 van zijn rapport heeft de deskundige uiteengezet dat trillingen verschillende oorzaken kunnen hebben, waaronder wegverkeer. De deskundige heeft in die paragraaf nader uiteengezet dat niet kan worden uitgesloten dat in dit geval schade is ontstaan aan de woning van [appellant] door zwaar bouwverkeer.
- Onderaan blz. 24 van zijn rapport heeft de deskundige gesteld dat het aannemelijk is dat het bouwverkeer schade aan de woning heeft veroorzaakt. Op vraag d heeft de deskundige geantwoord dat niet feitelijk is vast te stellen in welke mate het bouwverkeer precies heeft bijgedragen aan de schade in de woning. De deskundige heeft vervolgens op basis van zijn kennis en ervaring de inschatting gegeven dat het bouwverkeer 30% van de schade kan hebben veroorzaakt (schade die er zonder het bouwverkeer niet geweest zou zijn) en dat het bouwverkeer daarnaast 30% van de reeds aanwezige schade heeft verergerd.
- Het hof heeft geen aanleiding om deze inschatting van de deskundige niet te volgen. Het hof neemt daarbij in aanmerking dat de bouwweg erg dicht bij de woning van [appellant] was gelegen (volgens het rapport van Quattro Expertise van 13 december 2016 ongeveer 3 meter van de woning en volgens het rapport van EMN van 4 april 2017 ongeveer 3,5 meter van de woning), dat de woning door zijn ouderdom en herhaaldelijk gewijzigde constructie gevoelig was voor trillingschade en dat [de vof] niet heeft betwist dat er over de bouwweg is gereden met zwaar materieel zoals betonmixers, vrachtwagens, tractoren voor grondverzet en bouwkranen.
7.De uitspraak
- veroordeelt [geïntimeerde sub 1] V.O.F., Bouwbedrijf [geïntimeerde sub 1] B.V., en ASVB Bouw Nederland B.V. hoofdelijk, des dat de een betalend, de ander zal zijn bevrijd, om aan [appellant] € 10.746,79 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf 2 oktober 2016;
- veroordeelt [geïntimeerde sub 1] V.O.F., Bouwbedrijf [geïntimeerde sub 1] B.V., en ASVB Bouw Nederland B.V. hoofdelijk, des dat de een betalend, de ander zal zijn bevrijd, om aan [appellant] € 1.285,63 te betalen ter zake kosten van vaststelling van schade en aansprakelijkheid;
- veroordeelt [de vof] in de proceskosten van het geding bij de rechtbank, en begroot die kosten aan de zijde van [appellant] op € 110,81 aan dagvaardingskosten, € 895,-- aan griffierecht, € 1.900,50 aan salaris advocaat en € 6.050, aan door [appellant] betaalde deskundigenkosten en bepaalt dat deze bedragen binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan deze bedragen worden vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der voldoening;