ECLI:NL:GHSHE:2021:2938

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
28 september 2021
Publicatiedatum
28 september 2021
Zaaknummer
200.224.573_01 H afwijzing
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot verbetering van rechterlijke uitspraak in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 28 september 2021 uitspraak gedaan op een verzoek tot verbetering van een eerdere rechterlijke uitspraak, gedaan op 4 mei 2021. Het verzoek was ingediend door de besloten vennootschap Aannemer van Grondwerken, vertegenwoordigd door advocaat mr. O. Laan, tegen de besloten vennootschap [de vennootschap], vertegenwoordigd door advocaat mr. S.L. Smits-Emons. Het hof werd verzocht om een kennelijke fout in de proceskostenveroordeling te herstellen, omdat volgens de verzoeker ten onrechte volledige proceskosten waren opgelegd aan de geïntimeerde, terwijl slechts een gedeelte van de vordering was toegewezen.

Het hof heeft vastgesteld dat voor verbetering op grond van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) sprake moet zijn van een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. Het hof oordeelde dat mr. Smits-Emons ten onrechte had geconcludeerd dat er sprake was van een kennelijke fout. De rechter heeft discretionaire bevoegdheid bij de beslissing over de proceskosten, en het hof oordeelde dat de geïntimeerde als grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van de appellante moest worden veroordeeld. Het hof concludeerde dat er geen evidente verschrijving of rekenfout was en wees het verzoek tot verbetering af.

De uitspraak werd gedaan door de rechters E.H. Schulten, B.E.L.J.C. Verbunt en J.K.B. van Daalen, en werd in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op dezelfde datum.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
Zaaknummer: 200.224.573/01
arrest van 28 september 2021 op het verzoek tot VERBETERING in de zin van artikel 31 Rv van het arrest gewezen op 4 mei 2021
in de procedure in hoger beroep die bij het gerechtshof 's-Hertogenbosch aanhangig is geweest tussen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Aannemer van Grondwerken [[Grondwerken]],
gevestigd te [vestigingsplaats],
appellante, hierna: [appellante],
advocaat: mr. O. Laan te Amsterdam,
tegen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijk [de vennootschap],

gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde, hierna: [geïntimeerde],
advocaat: mr. mr. S.L. Smits-Emons te Echt, gemeente Echt-Susteren
Bij brief van 23 juli 2021 heeft mr. Smits-Emons aan de griffier van het hof bericht dat het arrest van 4 mei 2021 een kennelijke fout bevat die zich voor eenvoudig herstel leent. [geïntimeerde] is ten onrechte veroordeeld tot betaling van de volledige proceskosten in zowel de procedure bij de rechtbank als de procedure in hoger beroep, omdat slechts een gedeelte van het gevorderde door [appellante] is toegewezen. De proceskosten hadden moeten worden gecompenseerd.
Bij brief van 26 juli 2021 heeft [curator] in zijn rol als curator namens de inmiddels op 23 februari 2021 in staat van faillissement verklaarde [appellante] gereageerd.
Het hof stelt voorop dat, wil verbetering van een rechterlijke uitspraak op de voet van artikel 31 Rv aan de orde zijn, sprake moet zijn van een kennelijke rekenfout, schrijffout of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent. Dat veronderstelt dat voor partijen en derden direct duidelijk is dat van een vergissing sprake is.
Het hof is van oordeel dat mr. Smits-Emons ten onrechte heeft geconcludeerd dat sprake is van een kennelijke fout als bedoeld in artikel 31 Rv die zich leent voor eenvoudig herstel. Gelet op artikel 237 Rv komt de rechter een discretionaire bevoegdheid toe bij een beslissing over de proceskosten. Het hof heeft geoordeeld dat [geïntimeerde] als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van [appellante] wordt veroordeeld. Van een evidente verschrijving of rekenfout is geen sprake. Het hof zal het verzoek tot verbetering van het arrest van 4 mei 2021 afwijzen.
Het hof:
wijst het verzoek af.
Dit arrest is gewezen door mrs. E.H. Schulten, B.E.L.J.C. Verbunt en J.K.B. van Daalen, en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 28 september 2021.
griffier rolraadsheer