ECLI:NL:GHSHE:2021:2912

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
15 maart 2021
Publicatiedatum
21 september 2021
Zaaknummer
20-002995-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis van de politierechter in hoger beroep inzake diefstal met eerdere veroordelingen

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 15 maart 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 24 september 2019. De verdachte, geboren in 1977, was eerder veroordeeld voor diefstal en had een gevangenisstraf van vier weken gekregen, waarvan één week voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De advocaat-generaal vorderde bevestiging van het vonnis, terwijl de raadsvrouw pleitte voor een geheel voorwaardelijke straf.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar met een aanvulling op de strafmotivering. Het hof heeft rekening gehouden met de justitiële voorgeschiedenis van de verdachte, die meerdere eerdere veroordelingen had voor diefstal, ook in Frankrijk. De ernst van het bewezenverklaarde handelen en de eerdere veroordelingen leidden het hof tot de conclusie dat een lichtere sanctie niet passend zou zijn.

De beslissing van het hof was om het vonnis waarvan beroep te bevestigen, met inachtneming van de overwegingen die zijn gemaakt. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, en de griffier was aanwezig bij de openbare terechtzitting.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002995-19
Uitspraak : 15 maart 2021
TEGENSPRAAK (ex artikel 279 Sv)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 24 september 2019 in de strafzaak met parketnummer 03-172950-19 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1977,
wonende te [adres] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van diefstal veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier weken waarvan één week voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal bevestigen.
De raadsvrouw heeft bepleit dat het hof de verdachte een geheel voorwaardelijke straf op zal leggen.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en met de gronden waarop dit berust en zal dit vonnis derhalve bevestigen, met dien verstande dat het hof de strafmotivering aanvult.
Aanvullende strafoverweging
Ten aanzien van de persoon van de verdachte heeft het hof acht geslagen op een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 14 januari 2021, waaruit blijkt dat de verdachte voorafgaand aan het bewezenverklaarde handelen eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van winkeldiefstal. Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit het European Criminal Records Information System (ECRIS) Frankrijk d.d. 15 februari 2021, is de verdachte in Frankijk, zijnde een lidstaat van de Europese Unie, meerdere keren onherroepelijk veroordeeld wegens diefstal, waaronder op 29 maart 2016 waarbij aan de verdachte een gevangenisstraf is opgelegd voor de duur van 6 maanden. De eerdere veroordelingen hebben de verdachte er kennelijk niet van weerhouden om zich schuldig te maken aan de thans bewezenverklaarde diefstal.
Gelet op de aard en de ernst van het bewezenverklaarde handelen en de justitiële voorgeschiedenis van de verdachte, kan naar het oordeel van het hof niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Het hof acht de door de politierechter opgelegde gevangenisstraf (een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken waarvan 1 week voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren) passend en geboden. Hetgeen de raadsvrouw ter terechtzitting in hoger beroep in het kader van de strafoplegging naar voren heeft gebracht, brengt het hof niet tot een ander oordeel betreffende de op te leggen sanctie dan de rechter in eerste aanleg.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. O.A.J.M. Lavrijssen, voorzitter,
mr. D.A.E.M. Hulskes en mr. drs. M.C.C. van de Schepop, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. T.H.J. Menting, griffier,
en op 15 maart 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. drs. M.C.C. van de Schepop is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.