Bij e-mail van 3 maart 2019 heeft [geïntimeerde] aan [appellante] onder meer meegedeeld:
‘De volgende stap zou zijn install(at)ie-verlichtingsplan (…)’
Uit berichten van 22 maart 2019 blijkt dat [geïntimeerde] daarmee bezig is:
‘Ben hard bezig met jullie appartement, maar het is puzzel om plafond verlaging en verlichting logisch te plaatsen met alle schuinen hoeken…’
[appellante] heeft daarop gereageerd, onder meer: ‘We wachten af komt goed’.
Bij latere e-mail van 22 maart 2019 heeft [geïntimeerde] vervolgens aan [appellante] meegedeeld:
‘In de tweede tekening het plafondplan, met in het blauw het verlaagde plafond met
80mm. Ook staat alle verlichting erin.
verder het installatieplan, deze moeten we straks bekijken in het werk of bepaalde zaken
al aanwezig zijn en het dan niet nodig zo dichtbij een wandcoat doos te maken. Maar we
hebben nu een plan om te vergelijken en te checken
(…)
Graag hoor ik jullie feedback zodat ik verder kan met de wand aan zichten uit te tekenen.’
Uit niets blijkt dat [appellante] ertegen bezwaar heeft gemaakt dat [geïntimeerde] de installatie/verlichting in het ontwerp verwerkte. Onder deze omstandigheden heeft [geïntimeerde] te weinig gesteld voor het oordeel dat het werk dat [geïntimeerde] heeft gedaan ten behoeve van installatie/verlichting niet tot de opdracht behoorde.