ECLI:NL:GHSHE:2021:2906
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot opheffing executoriaal beslag in kort geding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in een kort geding dat is ingesteld door Livetop B.V. en andere appellanten tegen [geïntimeerde] en Mopas B.V. De appellanten vorderen de opheffing van een executoriaal beslag dat op 6 september 2019 is gelegd door [geïntimeerde] op de roerende zaken en kasgeld van Mopas. De achtergrond van het geschil ligt in een arbeidsconflict tussen [geïntimeerde], die als bedrijfsleidster bij Mopas werkte, en Mopas, dat door de kantonrechter is veroordeeld tot betaling van achterstallig loon aan [geïntimeerde]. Omdat Mopas niet aan deze veroordeling voldeed, heeft [geïntimeerde] verschillende executoriale beslagen gelegd, waaronder op de roerende zaken in het bedrijfspand van Mopas.
De voorzieningenrechter in eerste aanleg heeft de vorderingen van de appellanten afgewezen, omdat zij onvoldoende onderbouwd waren. In hoger beroep hebben de appellanten vijf grieven aangevoerd en verzocht om toewijzing van hun vorderingen. Het hof heeft de procedure in hoger beroep beoordeeld aan de hand van de ingediende stukken en de argumenten van beide partijen. Het hof concludeert dat de appellanten niet voldoende bewijs hebben geleverd voor hun stellingen en dat het executoriaal beslag in stand blijft. De vorderingen van de appellanten worden afgewezen en het vonnis van de voorzieningenrechter wordt bekrachtigd. De appellanten worden veroordeeld in de proceskosten van het hoger beroep.