Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 2 maart 2021;
- de akte van [appellante] van 30 maart 2021 met producties;
- de antwoordakte van [geïntimeerde] van 25 mei 2021 met productie;
- de antwoordakte van [appellante] van 27 juli 2021.
6.De verdere beoordeling
Tot slot heeft het hof overwogen dat [geïntimeerde] niet is gehouden aan [appellante] een bijdrage in de kosten ter vervanging van de Wado-vloer te voldoen.
begrijpt rechtsoverweging 3.5.9. van het tussenarrest zo dat zij zich kan uitlaten over de hoogte van haar kosten verband houdende met de te lage opstand. [appellante] heeft in verband daarmee de volgende kostenposten van in totaal € 36.567,31 inclusief BTW opgevoerd:
- € 2.342,56 inclusief BTW aan kosten voor het onderzoeken en aandragen van diverse oplossingen, waaronder het verhogen van DTS dorpels bij de deuren;
- € 18.446,16 inclusief BTW, bestaande uit 285,75 uren van de heren [de heer 1] , [de heer 2] , [de heer 3] , [de heer 4] en [de heer 5] (€ 48,50 exclusief BTW per uur plus 10% algemene kosten);
- € 14.206,36 inclusief BTW aan kosten van ingeschakelde derde partijen, waaronder onderaannemers en leveranciers voor het aanbrengen van DTS-ophogers, het aanpassen van de dakbedekking, het aanbrengen van RVS-afdekkers en het wegwerken van lekkageringen. Daarbij zit een factuur van [naam] die betrekking heeft op een lekkage in september 2017 die is veroorzaakt door een wasmachinekraan;
- € 1.572,23 inclusief BTW, zijnde de helft van twee nota’s van [advocaten] Advocaten te Bergen op Zoom.
Het rapport bevat een kostenraming en niet de daadwerkelijke kosten.
Het in het rapport gehanteerde uurloon van € 35,- is een oud en niet voor de jaren 2017 en 2018 juist tarief. [appellante] herkent de gehanteerde normen (4e kolom van pagina 2) niet en de kosten van werkvoorbereiding ontbreken.
- kosten voor het onderzoeken en aandragen van diverse oplossingen;
- kosten voor het wegwerken van lekkageringen;
- kosten in verband met een lekkage in september 2017 die is veroorzaakt door een wasmachinekraan;
- advocaatkosten.
Nu [appellante] in het licht van de gemotiveerde betwisting door [geïntimeerde] onvoldoende heeft onderbouwd dat de kosten voor het schroeven van een ‘ophoger’ op de desbetreffende dorpels, het plakken van dakbedekking tot op de dorpel en het aanbrengen van een RVS-afdekker daar overheen meer hebben bedragen dan € 17.056,00, stelt het hof vast dat dit bedrag door [appellante] in redelijkheid aan het herstel is besteed en zal het hof [geïntimeerde] veroordelen om dit bedrag aan [appellante] te voldoen.
7.De uitspraak
- wijst de vorderingen van [geïntimeerde] in conventie af;
- veroordeelt [geïntimeerde] in de proceskosten in conventie en begroot deze kosten aan de zijde van [appellante] tot op heden op € 1.950,00 aan griffierecht en € 2.148,00 aan salaris advocaat;
- veroordeelt [geïntimeerde] om € 17.056,00 aan [appellante] te voldoen;
- compenseert de proceskosten in reconventie in die zin dat elke partij de eigen kosten draagt;
- veroordeelt [geïntimeerde] tot betaling aan [appellante] van hetgeen [appellante] ter uitvoering van het bestreden vonnis met inachtneming van dit arrest te veel aan [geïntimeerde] heeft voldaan, vermeerderd met de wettelijke rente (artikel 6:119 BW) vanaf de dag van betaling tot de dag van terugbetaling;
- veroordeelt [geïntimeerde] in de proceskosten van het hoger beroep en begroot deze kosten aan de zijde van [appellante] tot op heden op € 107,48 aan dagvaardingskosten,
- verklaart bovengenoemde veroordelingen tot betaling uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het anders of meer gevorderde.