Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
in beginselte betalen:
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de kinderalimentatie na de echtscheiding van partijen. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had in eerste aanleg verzocht om een hogere bijdrage van de man voor de verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen, geboren in 2014 en 2017. De rechtbank had eerder bepaald dat de man een bijdrage van € 229,- per kind per maand moest betalen, maar de vrouw was van mening dat dit bedrag niet voldeed aan de werkelijke behoefte van de kinderen.
Het hof heeft vastgesteld dat de man, na de echtscheiding, zijn onderhoudsverplichtingen niet volledig is nagekomen. De vrouw heeft betoogd dat de man gedurende de periode van 1 november 2018 tot 3 september 2019 geen bijdrage heeft geleverd aan de verblijfsoverstijgende kosten van de kinderen. Het hof heeft de ingangsdatum van de kinderalimentatie vastgesteld op 1 april 2019, na de definitieve verhuizing van de vrouw en de kinderen uit de echtelijke woning.
De hoogte van de kinderalimentatie is berekend op basis van de behoefte van de kinderen, de draagkracht van beide ouders en de zorgkorting. Het hof heeft geoordeeld dat de man vanaf 1 april 2019 € 178,- per maand moet betalen, en dat dit bedrag in de daaropvolgende periodes moet worden aangepast op basis van de financiële situatie van de man. De uiteindelijke beslissing van het hof was om de eerdere beschikking van de rechtbank te vernietigen en de kinderalimentatie te verhogen naar € 231,50 per kind per maand voor een bepaalde periode, met een indexering per 1 januari 2021.