Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 8134470 CV EXPL 19-4642)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met een productie
- de memorie van grieven met twee producties
- de memorie van antwoord
3.De feiten
- Op 15 april en 10 mei 2019 is respectievelijke 500,00 en € 750,00 overgeboekt naar de bankrekening van [appellant] , terwijl kort daarvoor kleine bedragen zijn overgeboekt van de bankrekening van [appellant] naar de bankrekening van [geïntimeerde] , te weten € 1,00 op 15 april 2019 en € 0,50 op 28 april 2019;
- Daarnaast is op 15, 18 en 24 april 2019 € 150,00, € 1.070,00 respectievelijk 590,00 opgenomen bij geldautomaten;
- Ten slotte is door middel van zes kleinere transacties € 29,12 afgeschreven in verband met betalingen aan [naam 1] , Action, Shell, Albert Heijn en (2x) [naam 2] .
4.De procedure in eerste aanleg
5.De beoordeling in hoger beroep
€ 787,00(tarief I, 1 punt)