Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 8223125 / 19-8661)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven en producties;
- de memorie van antwoord met producties;
- de akte van [woningstichting] met een productie;
- de mondelinge behandeling, waarbij beide partijen spreeknotities hebben overgelegd;
- de bij H12-formulier van 9 oktober 2020 door [geïntimeerde] toegezonden producties, die bij de zitting bij akte in het geding zijn gebracht;
- de bij H12-formulier van 18 december 2020 door [woningstichting] toegezonden productie, die bij de zitting bij akte in het geding is gebracht;
- de bij H12-formulier van 30 december 2020 door [woningstichting] toegezonden producties, die bij de zitting bij akte in het geding zijn gebracht.
3.De beoordeling
Wangedrag te vertonen jegens (medewerkers van) [woningstichting] of door [woningstichting] ingeschakelde derden, zoals fysiek geweld tegen personen of goederen of agressie/intimidatie/bedreiging jegens deze personen.”
Op woensdag21
november 2018 heeft u het kantoor van [woningstichting] bezocht(...)
Tijdens het bezoek aan ons kantoor heeft u zich ernstig misdragen en collega's op een schreeuwende, dwingende en dreigende manier te woord gestaan. U kwam bewust een antwoord forceren en dreigde daarbij verhaal te halen bij een van onze medewerkers. Hierop werd u gesommeerd ons kantoor te verlaten. U reactie hierop was "stelletje klerelijers, wie houdt mij dan tegen?! ". Daarop bent u nogmaals gesommeerd ons kantoor te verlaten. Toen u hier geen gehoor aan gaf, hebben wij de politie gebeld. Op vordering van de politie heeft u ons terrein verlaten(...)
Uw gedrag is voor ons onacceptabel. Daarom heeft [woningstichting] besloten de dienstverlening aan u stop te zetten. Wij verbieden u om in contact met onze medewerkers te treden. Onze medewerkers staan u niet meer te woord, wij komen geen reparatieverzoeken in uw woning meer uitvoeren en wij verbieden u toegang tot ons kantoor.(...)
Om de dienstverlening te herstellen roepen wij u op voor een gesprek. In dat gesprek eisen wij garanties van u over de veiligheid van onze medewerkers bij toekomstige contacten. Op maandag26
november 2018 om 10:00 uur verwacht ik u op ons kantoor voor dit gesprek.(…)
Een kopie van deze brief wordt ook verzonden aan uw begeleider.”
Grondonderzoek
Ik doe aangifte van mishandeling. Het geweld dat op mij werd uitgeoefend veroorzaakte pijn en/of letsel. Ik verklaar u daarover het volgende(...)
Op donderdag 5 december 2019, omstreeks 10:15 uur, ging ik samen met mijn collega(...)
en een medewerker van [besloten vennootschap](...)
op huis bezoek op het adres [adres],
omdat de bewoner daar klachten had over het leefklimaat in zijn woning en daar hadden wij door [besloten vennootschap] onderzoek naar laten doen. Wij hadden nu het resultaat van dit onderzoek en kwamen dit bespreken met de bewoner. We waren iets eerder bij de woning dan afgesproken dit omdat dit beter uit kwam bij [besloten vennootschap] . Ik had hem hierover gisteren nog een mail gestuurd om dit mede te delen Toen wij aanbelden was dit het eerste waar de bewoner over begon. We waren veel eerder dan afgesproken en dat kon zomaar niet. Hierop vertelde ik hem dat ik hem daarover gemaild had en of we toch binnen mochten komen. Hier stemde hij mee in waarop wij met de bewoner mee de woning in gingen. De bewoner nam meteen het woord en begon over een stel tegels welke in de tuin lagen en niet mooi recht en waren gescheurd en dit zouden we volgens hem oplossen maar was nog niet gebeurd. Ik vertelde hem dat we dat inderdaad zouden maken maar dat er medewerkers bij hem aan de deur waren geweest om dit te maken en dat hij ze weg had gestuurd. Dan duurt het gewoon langer voordat ze weer tijd hebben om een volgende keer te komen. Vervolgens vroeg hij aan [wijkbeheerder voor woningbouw] , “wat zou jij doen als er mensen onvoorzien aan de deur komen?” Waarop [wijkbeheerder voor woningbouw] zei ondanks dat het niet uit komt zou ik ze wel aan de gang laten gaan dan is het maar gebeurd. De bewoner zei vervolgens meteen met een verheven stem dat [wijkbeheerder voor woningbouw] de woning moest verlaten want zij zou niet in zijn straatje praatte. Hierbij wees hij met een gestrekte arm en zijn vinger richting de voordeur. [wijkbeheerder voor woningbouw] ging hierop meteen richting de deur om de woning te verlaten. Ik voelde me hier al meteen niet prettig bij en dacht we gaan dit gesprek afbreken. De bewoner deed vervolgens de deur dicht waardoor ik samen met [bouwkundige besloten vennootschap] en de bewoner in de woning achter bleven. We stonden in de woonkamer en zagen dat de bewoner terug de woonkamer in kwam lopen. Hij liep recht op mij af en zei met verheven stem "en jij met je tegels, met jou kan ik ook niks" terwijl hij dit deed pakte hij mij met twee handen bij mijn jas en duwde deze tegen mijn keel omhoog. Hierdoor kreeg ik het erg benauwd het was bijna wurgen wat hij deed. Ik werd door hem naar achter geduwd en werd tegen de open trap in de woonkamer aan geduwd waardoor ik mijn hoofd stoten tegen de rand. Ik voelde dat dit pijn deed, Vervolgens trok hij mij onder de trap uit en duwde me richting de voorzijde van de woning. Daar duwde hij me in de bank, hij had mij toen nog steeds met twee handen bij mijn jas vast. Toen hij me in de bank duwde ben ik gaan schreeuwen "stop, stop nou joh'' of woorden van gelijke strekking. Ik was op dat moment echt bang dat hij mijn keel verder dicht ging duwen of dat hij misschien wel uit zou halen om mij te slaan. (…) Uiteindelijk heeft [bouwkundige besloten vennootschap] de voordeur geopend waardoor de bewoner opeens los liet en ik kans zag om naar buiten te vluchten.(...)
Ik heb aan het hele voorval een schaafwond op mijn hoofd en kin opgelopen en voel ook dat deze pijn doen(...).”