In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, gaat het om een geschil tussen een appellant en een geïntimeerde over de oplevering van een woning die waterschade had opgelopen. De appellant, vertegenwoordigd door mr. M.M. van der Marel, stelt dat de geïntimeerde, vertegenwoordigd door mr. L.M. Dressel, bij het sluiten van de koopovereenkomst heeft toegezegd de schade aan de woning te herstellen. Het hof heeft eerder tussenarresten gewezen en de appellant is toegelaten om bewijs te leveren van deze toezegging. Tijdens de procedure heeft de appellant getuigen gehoord en verzocht om een geluidsopname van een gesprek bij de notaris als bewijs. De geïntimeerde heeft bezwaar gemaakt tegen het inbrengen van deze opname, onder andere omdat deze heimelijk zou zijn gemaakt en omdat de procedure praktisch is uitgeprocedeerd. Het hof oordeelt dat de appellant het recht heeft om met alle wettelijk toegestane middelen bewijs te leveren, inclusief de geluidsopname. Het hof heeft besloten dat de appellant de originele geluidsopname en een transcriptie daarvan moet deponeren, waarna de geïntimeerde hierop kan reageren. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling.