ECLI:NL:GHSHE:2021:2792

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
2 september 2021
Publicatiedatum
7 september 2021
Zaaknummer
000648-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van voorlopige hechtenis in hoger beroep met betrekking tot verdovende middelen

In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 2 september 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep met betrekking tot de voorlopige hechtenis van de verdachte. De verdachte was eerder door de rechtbank in voorlopige hechtenis genomen in verband met ernstige beschuldigingen van medeplegen van bezit en/of vervoer van verdovende middelen. Het hof heeft de akte van de griffier en het dossier bestudeerd, en gehoord de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. I.N. Weski. Het hof heeft vastgesteld dat er voldoende ernstige bezwaren zijn tegen de verdachte, die eerder in aanraking is gekomen met de politie voor vergelijkbare overtredingen. De rechtbank had eerder het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis afgewezen, zonder voldoende inzicht te geven in de afweging van belangen. Het hof heeft echter geoordeeld dat de persoonlijke belangen van de verdachte thans zwaarder wegen dan de strafvorderlijke belangen. Het hof heeft besloten de voorlopige hechtenis te schorsen, onder voorwaarden, en heeft het verzoek tot schorsing toegewezen. De schorsing gaat in met ingang van een door het hof te bepalen datum en blijft van kracht tot de einduitspraak in eerste aanleg. Het hof heeft de beschikking waarvan beroep bevestigd en het hoger beroep afgewezen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Raadkamerappelnummer: [nummer]
Parketnummer 1e aanleg: [nummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de [rechtbank] van [datum] , waarbij namens:

[verdachte]

[geboortedatum en plaats]
[adres]
[detentieplaats]
hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de [rechtbank] van [datum] , bij welke beschikking de gevangenhouding van [verdachte] werd bevolen.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. I.N. Weski.
Het hof heeft kennis genomen van het dossier.
Uit het dossier blijkt dat verdachte wordt verweten medeplegen van bezit en of vervoer van [hoeveelheid drugs]
Naar het oordeel van het hof bevat het dossier voldoende ernstige bezwaren jegens verdachte ter zake hetgeen hem wordt verweten. Verdachte is aangetroffen [op een plek] met een medeverdachte in aanwezigheid van [hoeveelheid drugs] , en medeverdachte zou volgens het dossier naar verdachte hebben gewezen als zijnde de persoon van wie hij [voorwerp] moest meenemen. Dat vormt naar het oordeel van het hof voor nu voldoende ernstige bezwaren jegens verdachte. Met betrekking tot feit 2, het witwassen, is het hof van oordeel dat er ernstige bezwaren zijn gelet op de omstandigheid dat verdachte kennelijk betrokken is bij handel in verdovende middelen en gelet op de waarde van [goed] die het mogelijk vertegenwoordigt.
Er is naar het oordeel van het hof ook gevaar voor herhaling. Verdachte is eerder met politie en justitie in aanraking gekomen voor overtredingen in verband met verdovende middelen en is daar ook voor veroordeeld. Die veroordelingen hebben kennelijk niet geleid tot gedragsverandering en dat doet ernstig vrezen voor herhaling.
Namens verdachte is een beroep gedaan op de bepaling van artikel 67a, derde lid van het Wetboek van Strafvordering.
Het hof is van oordeel dat deze omstandigheid zich thans nog niet voordoet.
Het hof wijst af het beroep.
Namens verdachte is verzocht de voorlopige hechtenis te schorsen. Daartoe is onder meer aangevoerd dat [persoonlijke omstandigheden] .
Het hof overweegt als volgt.
De rechtbank heeft het verzoek tot schorsing afgewezen en daartoe overwogen dat het strafvorderlijk belang zwaarder weegt dan het persoonlijk belang van de verdachte, zonder dat de rechtbank inzicht heeft gegeven in welk strafvorderlijk belang aan de orde is en waarom de persoonlijke belangen van de verdachte zoals door en namens de verdachte aangevoerd minder zwaar wegen.
De verdachte heeft in beginsel het recht zijn berechting in vrijheid af te wachten. Dat kan anders zijn wanneer, zoals in deze zaak, er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte, wanneer hij zich niet in voorlopige hechtenis bevindt, zich schuldig zal maken aan een misdrijf waardoor de veiligheid en of de gezondheid van een of meer personen in gevaar kan worden gebracht. Alsdan zal de rechter, zo nodig ambtshalve, dienen na te gaan of niet ook op andere, voor de verdachte minder bezwarende wijze, tegemoet kan worden gekomen aan het belang dat de samenleving heeft bij voortzetting van de voorlopige hechtenis. Van de rechter wordt, gelet op de ernstige inbreuk die met vrijheidsbeneming wordt gemaakt op het leven van de verdachte, verlangd dat hij inzichtelijk maakt welke strafvorderlijke en persoonlijke belangen in aanmerking komen en tot welke afweging van de verschillende in aanmerking komende belangen de rechter is gekomen.
Namens en door verdachte is aangevoerd [persoonlijke omstandigheden] . Daar staat tegenover dat er sprake is van gevaar voor herhaling, gelet op de omstandigheid dat verdachte eerder is veroordeeld voor overtreding van regelgeving met betrekking tot verdovende middelen. Uit de justitiële documentatie blijkt dat verdachte telkens tot een [geldboetes en een voorwaardelijke straf] . Naar het zich laat aanzien is verdachte thans voor het eerst gedetineerd, welke detentie is aangevangen op [datum] . Naar mag worden aangenomen heeft deze detentie effect in matigende zin voor wat betreft het gevaar voor herhaling. Het hof is dan ook van oordeel dat door het stellen van voorwaarden aan een schorsing van de voorlopige hechtenis de kans op herhaling kan worden teruggebracht tot op een voor de samenleving aanvaardbaar niveau. Het hof heeft zich voorts ervan overtuigd dat verdachte zich realiseert dat overtreding van een of meer van de aan de schorsing van de voorlopige hechtenis te verbinden voorwaarden tot gevolg kan en zeer waarschijnlijk zal hebben dat de schorsing van de voorlopige hechtenis wordt opgeheven en de voorlopige hechtenis daadwerkelijk wordt voortgezet.
In de afweging van de verschillende in aanmerking komende belangen wegen naar het oordeel van het hof de persoonlijke belangen van verdachte thans zwaarder en het hof zal de voorlopige hechtenis dan ook schorsen.
Het hof wijst toe het verzoek en schorst de voorlopige hechtenis met ingang van [datum] tot aan de dag van de einduitspraak in eerste aanleg.

BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:

Wijst af het hoger beroep.
Bevestigt de beschikking waarvan beroep.
Wijst toe het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Beveelt dat de voorlopige hechtenis van verdachte zal worden geschorst
met ingang van [datum] .
Stelt aan verdachte als voorwaarden aan de schorsing:
dat verdachte, indien de opheffing van de schorsing mocht worden bevolen, zich aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis niet zal onttrekken;
dat verdachte, ingeval hij wegens het feit waarvoor voorlopige hechtenis is bevolen, tot andere dan vervangende vrijheidsstraf zou worden veroordeeld, zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet zal onttrekken;
dat verdachte gedurende de schorsing van de voorlopige hechtenis geen strafbare feiten zal plegen;
dat verdachte gehoor zal geven aan alle oproepingen van politie en justitie;
dat verdachte zich op de dag van de einduitspraak in deze zaak in eerste aanleg te uiterlijk 08:30 uur weer zal melden bij de dienstdoende ambtenaar in het gerechtsgebouw van de [rechtbank] , gevestigd aan [adres] .
Aldus gedaan op 2 september 2021
door mr. E.A.A.M. Pfeil, voorzitter, mr. J.P.F. Rijken en mr. G.P.M.F. Mols, raadsheren, in tegenwoordigheid van S.J.H. van Beekveld, griffier.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, 2 september 2021
Gezien d.d.
De directeur van [detentieplaats]