Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[geïntimeerde 1] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] , kantoorhoudende te [kantoorplaats] ,
8.Het geding in eerste aanleg
9.Het geding in hoger beroep
- het tussenarrest van 4 juni 2019 waarin het hof heeft geconstateerd dat de appeldagvaarding tijdig aan [geïntimeerde 2] is betekend;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord met producties.
10.De vaststaande feiten
- Werkgever[ [werkgever] , toevoeging hof]
werkzaamheden verricht en diensten verleent, waarbij Werkgever zich ten doel heeft gesteld om voor zijn opdrachtgever, hierna te noemen: 'Client'[ [client van werkgever] ]
op het gebied van onder andere inlenersaansprakelijkheid, arbeidsrechtelijke aansprakelijkheid en aansprakelijkheden op het gebied van het sociale zekerheidsrecht, alles in de ruimste zin des woords, voor zover mogelijk preventieve maatregelen te treffen, strekkende tot bescherming van zijn Cliënt op deze gebieden. - Cliënt onder meer werknemers en zelfstandigen detacheert bij diverse inlenende bedrijven, hierna te noemen: 'Inlener'[i.c. [inlener] ]
- Cliënt onder meer werknemers (van derden) en/of zelfstandigen wil inzetten ten behoeve van het uitvoeren van haar werkzaamheden bij Inlener middels een overeenkomst van opdracht. De werving en selectie van die medewerkers en/of zelfstandigen geschiedt door Cliënt. (...)
- Werknemer heeft eenspecifieke deskundigheiddie niet of nauwelijks is te vinden op de Nederlandse arbeidsmarkt.Noch binnen de organisatie van Werkgever, cliënt of Inlener zijn er personen die toezicht kunnen houden op de werkzaamheden of leiding kunnen geven aan de Werknemer. Werknemer heeft bij de uitoefening van zijn werkzaamheden een bijzonder grote zelfstandigheid.
- Client en Inlener om bedrijfsorganisatorische redenen niet direct met zelfstandigen (...) zaken wensen te doen.
Cliënt Werkgever heeft verzocht om namens haar een arbeidsovereenkomst te sluiten met Werknemer die werkzaamheden gaat uitvoeren ten bate van de Cliënt en/of Inlener.
- Werkgever werknemer wenst aan te nemen als werknemer uitsluitend om tijdelijk - te weten voor de duur van het Project - gedetacheerd te worden bij Cliënt of Inlener om de diensten te leveren in overeenstemming met de bepalingen van de overeenkomst tussen de Werkgever en Cliënt en/of met de bepalingen van de overeenkomst tussen Cliënt en Inlener.
- Werknemer en Werkgever, met inachtneming van de onderstaande voorwaarden, een arbeidsovereenkomst voor de duur van het Project zoals gespecificeerd in het Schema willen sluiten.
naar goeddunken van Werkgever op enig moment tijdens de proefperiode;
bij de beëindiging van het Project zoals omschreven in het Schema;
bij de beëindiging van de overeenkomst en of deelovereenkomst tussen de Cliënt en Werkgever om welke reden dan ook;
wanneer Cliënt/Inlener het ontslag of verwijdering van Werknemer van het Project verlangt naar aanleiding van een daad, nalatigheid of gebrek van Werknemer;
- Op elk moment dat de opdrachtgever/afnemer van de diensten de werkgever kennis heeft gegeven dat de tijdelijke versterking van de flexibele schil tot/ op zijn einde is gekomen.
- Op elk moment dat de opdrachtgever/afnemer van de diensten de werkgever op de hoogte heeft gesteld dat de resultaten zijn bereikt.
- Op elk moment dat de opdrachtgever/afnemer van de diensten de werkgever op de hoogte heeft gesteld dat het project tot een einde is gekomen.
11.Het geschil en de beoordeling in eerste aanleg
12.De motivering van de beslissing in hoger beroep
"Naar het oordeel van de kantonrechter is de strekking van de brief van 13 december 2016, in samenhang met de begeleidende e-mail, duidelijk: [werkgever] ging uit van het einde van het dienstverband. [werkgever] verkeerde op dat moment weliswaar ten onrechte in de veronderstelling dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege was geëindigd, maar die onjuiste veronderstelling doet niet af aan de bedoeling van [werkgever] . De stelling van [werknemer] dat de wil van [werkgever] er niet op was gericht het dienstverband met [werknemer] te beëindigen, blijkt niet uit de overgelegde stukken. (…)"
"Conform de door ons overeengekomen arbeidsovereenkomst kan deze opgezegd worden (…)".Dat [werknemer] in het vervolg van haar e-mail uiteenzet dat en waarom volgens haar de wettelijke opzegtermijn niet in acht is genomen en er op dat moment een opzegverbod geldt vanwege haar arbeidsongeschiktheid, doet er niet aan af dat [werknemer] de brief kennelijk als een - zij het volgens haar ongeldige - opzegging beschouwt.
"(…) In de huidige situatie zal opzegging geen stand kunnen houden en zal een vernietiging van de opzegging voorhanden liggen. Derhalve bent u gehouden om de wettelijke opzegtermijn van 1 maand te hanteren".Ook hieruit blijkt dat [werknemer] in de veronderstelling verkeerde dat de arbeidsovereenkomst was opgezegd en dat zij de brief in die zin heeft opgevat.
"Deze arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is niet rechtsgeldig opgezegd. De arbeidsovereenkomst duurt aldus voort en cliënte heeft recht op loondoorbetaling".Dat [werknemer] de brief van 13 december 2016 heeft opgevat als een opzegging, zoals uit haar e-mails onmiskenbaar blijkt, wordt in deze e-mail niet bestreden.