Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
enafpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen (feit 1);
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 5.268,38 (vijfduizend tweehonderdachtenzestig euro en achtendertig cent)bestaande uit
€ 4.018,38 (vierduizend achttien euro en achtendertig cent) materiële schadeen
€ 1.250,00 (duizend tweehonderdvijftig euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s)
hoofdelijkvoor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de
wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 5.268,38 (vijfduizend tweehonderdachtenzestig euro en achtendertig cent)bestaande uit
€ 4.018,38 (vierduizend achttien euro en achtendertig cent) materiële schadeen
€ 1.250,00 (duizend tweehonderdvijftig euro) immateriële schade, vermeerderd met de
wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gijzelingop ten hoogste
61 (eenenzestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.
aanvangsdatumvan de
wettelijke rentevoor de materiële en de immateriële schade op 16 april 2018.