ECLI:NL:GHSHE:2021:2649
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- A.C. Bosch
- A.M.G. Smit
- H. von Hebel
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van een vonnis inzake roekeloosheid en verkeersdood
Op 30 augustus 2021 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant van 31 januari 2020. De zaak betreft een verdachte die is veroordeeld voor roekeloosheid op basis van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, waarbij hij betrokken was bij een ongeval dat resulteerde in de dood van een ander. De rechtbank had de verdachte een gevangenisstraf van 30 maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest, en een rijontzegging van 4 jaar. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis heeft gevraagd, met aanvulling van de bewijsmiddelen. De verdediging heeft primair om partiële vrijspraak gevraagd voor het bestanddeel 'roekeloos' en subsidiair een strafmaatverweer gevoerd. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar met verbetering en aanvulling van de gronden. Het hof heeft vastgesteld dat de bewezenverklaring van de rechtbank niet volledig was en heeft de bewijsvoering verbeterd door aan te nemen dat de verdachte op de betreffende datum met een snelheid van minimaal 31 km/u te hard reed in een zone waar een maximumsnelheid van 50 km/u gold.
Het hof heeft ook het juridisch kader van roekeloosheid verduidelijkt, waarbij het benadrukt dat roekeloosheid een zware schuldvorm is die alleen in uitzonderlijke gevallen kan worden vastgesteld. De verdachte's verklaring dat hij dacht dat hij op een snelweg reed, werd door het hof als ongeloofwaardig beschouwd. Uiteindelijk heeft het hof de gevangenisstraf en de rijontzegging bevestigd, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte.