Indien de feitelijke levering eerder plaatsvindt, zal de onroerende zaak op dat moment de eigenschappen bezitten die voor een normaal gebruik nodig zijn.
Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn. Verkoper staat ook niet in voor de afwezigheid van gebreken die dat normale gebruik belemmeren en die aan koper bekend zijn of kenbaar zijn op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst.
(…)
6.4.3.Aan verkoper is niet bekend of/Aan koper is bekend dat* in de onroerende zaak asbest is verwerkt.
(…)
Artikel 20 Ouderdomsclausule
Koper verklaart ermee bekend te zijn, dat de onroerende zaak meer dan vijftig jaar oud is, wat betekent dat de eisen die aan de bouwkwaliteit gesteld mogen worden aanzienlijk lager liggen dan bij nieuwe woningen.
Tenzij de verkoper de kwaliteit hiervan gegarandeerd heeft, staat hij niet in voor de funderingen, de vloeren, de leidingen, voor de elektriciteit, water en gas, de riolering en de afwezigheid van enig ongedierte c.q. schimmels (zoals bijvoorbeeld houtworm, boktor, zwam etc.). Bouwkundige kwaliteits-gebreken worden geacht niet belemmerend te werken op het in artikel 6.3. van de koopakte omschreven woongebruik.
Artikel 21 Ontbindende voorwaarde (bouwtechnische keuring)
Deze overeenkomst kan door koper worden ontbonden indien uiterlijk op 15 januari 2017 uit een bouwtechnische keuring blijkt dat het bedrag voor het opheffen van het onvoorziene achterstallig onderhoud c.q. noodzakelijke verbeteringen/vervangingen (dus niet regulier onderhoud betreffende)€ 5.000,00zeggeVIJFDUIZEND EUROte boven gaat.
(…)”
b. In opdracht van [appellante] heeft op 10 januari 2017 door [bouwkundig adviesbureau] Bouwkundig Adviesbureau te [plaats] een bouwkundige inspectie plaatsgevonden en is daarvan op dezelfde dag een zogeheten bouwtechnorapport uitgebracht. Van de zijde van [geïntimeerden] was daarbij niemand aanwezig. In dat rapport zijn de kosten van noodzakelijk herstel begroot op € 10.200,--. [appellante] heeft, na overleg over de inhoud van dat rapport met [geïntimeerden] , daarin geen aanleiding gezien om gebruik te maken van de in voormeld artikel 21 opgenomen bevoegdheid tot ontbinding.
c. Levering van de woning vond plaats op 29 maart 2017. Na levering is [appellante] gestart met een verbouwing van de woning waarbij een aantal problemen naar voren kwamen. Op 6 april 2017 heeft [appellante] nader onderzoek laten verrichten naar de wanden en de vloer op de 1e verdieping van de woning door [bouwkundig adviesbureau] Bouwkundig Adviesbureau, die op 20 april 2017 heeft gerapporteerd. Van de zijde van [geïntimeerden] was daarbij niemand aanwezig. Bij brief van 18 april 2017 heeft [appellante] [geïntimeerden] in gebreke gesteld ter zake van door haar gestelde gebreken aan genoemde wanden en vloer. [geïntimeerden] hebben bij brief van 2 mei 2017 aansprakelijkheid afgewezen.
d. Vervolgens heeft in opdracht van [appellante] op 26 mei 2017 andermaal een bouwkundig onderzoek plaatsgevonden, ditmaal door [expertise en taxatie] Expertise en Taxatie B.V. te [plaats] (hierna: [expertise en taxatie] ), die op 31 mei 2017 een concept-rapport heeft uitgebracht over de daarin geformuleerde onderzoeksvragen met betrekking tot voormelde wanden en vloer. Van de zijde van [geïntimeerden] was daarbij aanwezig [naam] van [bouwmanagement] Bouwmanagement B.V. te [plaats] .
e. Bij brief van 15 juni 2018 heeft [appellante] [geïntimeerden] aansprakelijk gesteld voor herstelkosten met betrekking tot meergenoemde wanden en vloer, maar tevens ter zake van gestelde gebreken aan de kap van de woning, het rookkanaal en het buitenzwembad, ter hoogte van in totaal € 98.990,--. Bij die brief was gevoegd voormeld concept-rapport van [expertise en taxatie] van 31 mei 2017 en voorts een rapportage d.d. 26 april 2018 van een volgend, in opdracht van [appellante] , op 30 januari 2018 uitgevoerd bouwkundig onderzoek, ditmaal verricht door [bouwadvies] Bouwadvies te [plaats] (hierna: [bouwadvies] ). Van de zijde van [geïntimeerden] was daarbij niemand aanwezig.
f. [geïntimeerden] hebben bij brief van 16 augustus 2018 aansprakelijkheid afgewezen.