ECLI:NL:GHSHE:2021:2588

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 augustus 2021
Publicatiedatum
19 augustus 2021
Zaaknummer
20-004049-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken van grieven

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 augustus 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die eerder door de politierechter in de rechtbank Limburg was veroordeeld. De politierechter had de verdachte vrijgesproken van een aantal tenlastegelegde feiten, maar had hem wel veroordeeld voor het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De verdachte had tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld, maar heeft geen schriftuur met grieven ingediend en ook geen mondelinge bezwaren opgegeven tijdens de terechtzitting in hoger beroep. De raadsman van de verdachte heeft per e-mail laten weten dat de grieven niet zullen worden gehandhaafd en dat hij niet zal verschijnen op de zitting. Het hof heeft vervolgens besloten dat er geen redenen zijn voor een inhoudelijke behandeling van de zaak en heeft het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, conform artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering. De uitspraak benadrukt het belang van het indienen van grieven in hoger beroep en de gevolgen van het niet voldoen aan deze vereisten.

Uitspraak

Parketnummer : 20-004049-19
Uitspraak : 19 augustus 2021
VERSTEK (ONIP)

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 10 december 2019 in de strafzaak met parketnummer 03-250089-19 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
wonende te [adres].
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de politierechter de verdachte vrijgesproken ter zake van het onder 3 ten laste gelegde en de verdachte ter zake van het ‘opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod’ (feit 1) en het ‘opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod’ (feit 2) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes weken, met aftrek van de tijd die in voorarrest is doorgebracht.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het gerechtshof de verdachte niet ontvankelijk zal verklaren in het hoger beroep.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
De behandeling van de zaak heeft in hoger beroep een aanvang genomen ter terechtzitting van 30 april 2021. Een inhoudelijke bespreking van het ten laste gelegde heeft op die zitting niet plaatsgevonden, aangezien het hof de behandeling van de zaak heeft verwezen naar de meervoudige strafkamer van dit hof en daartoe het onderzoek voor onbepaalde tijd heeft geschorst.
De verdachte heeft geen schriftuur met grieven tegen het vonnis ingediend. Evenmin heeft hij ter terechtzitting in hoger beroep mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. De raadsman van de verdachte, mr. E. Gorsselink, heeft per e-mailbericht van 4 augustus 2021 meegedeeld dat de grieven niet zullen worden gehandhaafd, dat hij geen contact heeft gehad met de verdachte en derhalve op de terechtzitting van heden niet zal verschijnen.
Het hof ziet ambtshalve geen redenen voor een inhoudelijke behandeling van de zaak in hoger beroep. Daarom zal het hof, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk verklaren.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart het door de verdachte ingestelde hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus gewezen door:
mr. S.V. Pelsser , voorzitter,
mr. S. Riemens en mr. CH.N.G.M. Starmans, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H. Hafti, griffier,
en op 19 augustus 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. S. Riemens is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.