Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Muismies Holding B.V.,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 5990968 / CV EXPL 17-3232)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de door Zorgbruggen genomen memorie van grieven, tevens inhoudende een vermeerdering van eis, met producties 1 tot en met 12t;
- de door Zorgbruggen genomen akte met een aanvulling op de producties 12a tot en met 12t;
- de door Zorgbruggen en Muismies genomen akte met producties 13 tot en met 15, waarin Zorgbruggen op de voet van artikel 225 Rv om schorsing van het geding en Muismies op de voet van artikel 227 Rv om hervatting van het geding heeft verzocht;
- de door CCC genomen memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep;
- de door Muismies genomen memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep, tevens akte in principaal hoger beroep, met producties 16 tot en met 19;
- de door CCC genomen akte uitlating producties.
3.De beoordeling
- Zorgbruggen is een particuliere thuiszorgorganisatie. Zorgbruggen is werkzaam in de provincie Noord-Brabant.
- CCC is een instelling voor wijkzorg en thuisbegeleiding. CCC is werkzaam in de regio Midden-Brabant.
- Zorgbruggen en CCC zijn beiden zorgaanbieders als bedoeld in de Wet Langdurige Zorg (hierna: WLZ).
- Om in aanmerking te komen voor betaling van verleende zorg in de zin van de WLZ moet de zorgaanbieder een overeenkomst hebben met het Zorgkantoor van de regio waarin de zorgbehoevende (hierna: de cliënt) woont. Het Zorgkantoor vergoedt de verleende zorg namelijk rechtstreeks aan de zorgaanbieder waarmee zij een overeenkomst heeft.
- Ter verkrijging van financiering voor te verlenen zorg is het noodzakelijk dat aan de cliënt een indicatie is afgegeven door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). De indicatie moet op naam worden gesteld van de zorgaanbieder die de zorg verleent, waarvoor de unieke Algemeen GegevensBeheer-code (AGB-code) van de betreffende zorgaanbieder wordt gebruikt. Met die code kan de zorgaanbieder de cliënt en de verleende zorg melden in Vecozo, een digitaal portaal voor communicatie tussen zorgkantoren, zorgverzekeraars en zorgaanbieders. Ook kunnen zorgaanbieders via hun AGB-code in Vecozo elektronisch hun declaraties voor verleende zorg indienen.
- Als een cliënt wisselt van zorgaanbieder, moet ten aanzien van die cliënt de AGB-code in Vecozo worden gewijzigd, zodat de cliënt in dat systeem is gekoppeld aan de nieuwe zorgaanbieder.
- Zorgbruggen en CCC verlenen ook zorg als bedoeld in de Zorgverzekeringswet (ZVW). Om vergoeding van deze zorg te krijgen van de zorgverzekeraar is geen indicatie van het CIZ nodig.
- Zorgbruggen en CCC hebben op of omstreeks 3 september 2012 een overeenkomst gesloten, waarin CCC is aangeduid als opdrachtgever en Zorgbruggen als opdrachtnemer. In deze overeenkomst staat onder meer het volgende:
- Een van de redenen voor het sluiten van deze overeenkomst was dat Zorgbruggen, anders dan CCC, geen overeenkomst had met het Zorgkantoor in Midden-Brabant. Via de overeenkomst wilden partijen het mogelijk maken dat Zorgbruggen, hoewel zij geen overeenkomst had met het Zorgkantoor, zorg kon verlenen aan cliënten in de regio Midden-Brabant. Zorgbruggen declareerde de door haar verleende zorg aan CCC. CCC declareerde de zorg vervolgens bij het Zorgkantoor. Het tarief dat Zorgbruggen declareerde bij CCC was lager dan het tarief dat CCC van het Zorgkantoor ontving, zodat CCC een financiële marge ontving voor haar taak als tussenschakel.
- Vanaf september 2012 heeft Zorgbruggen gedurende meerdere jaren op de zojuist geschetste wijze WLZ-zorg en ZVW-zorg verleend aan meerdere cliënten. Zorgbruggen heeft de verleende zorg gefactureerd aan CCC en CCC heeft die facturen voldaan.
- Bij e-mail van 15 juni 2016 heeft [voormalig interim bestuurder van CCC] , destijds interim bestuurder van CCC, aan Zorgbruggen onder meer het volgende meegedeeld:
- CCC heeft een aantal facturen van Zorgbruggen uit de periode van 1 december 2016 tot 2 mei 2017 onbetaald gelaten. Dit is zichtbaar op de betalingsoverzichten over de jaren 2016 en 2017 die Zorgbruggen als producties 1 en 2 bij de memorie van grieven in het geding heeft gebracht.
- Zorgbruggen heeft de twintig onbetaald gelaten facturen, met bijbehorende urenoverzichten, in het geding gebracht als producties 12a tot en met 12t bij de memorie van grieven.
- een hoofdsom van € 21.658,34 vermeerderd met de wettelijke handelsrente over dat bedrag vanaf 22 februari 2017;
- € 991,58 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met € 208,23 aan btw;
- Het beroep dat CCC heeft gedaan op opschorting van haar betalingsverplichting, vooruitlopend op verrekening van die betalingsverplichting met een tegenvordering, slaagt niet. CCC heeft onvoldoende onderbouwd dat Zorgbruggen in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst is tekortgeschoten en dat CCC daardoor schade heeft geleden (rov. 3.2.3 tot en met 3.3.3).
- Zorgbruggen heeft kort voor de mondelinge behandeling een grote hoeveelheid urenoverzichten in het geding gebracht ter onderbouwing van de facturen over de weken 48, 49 en 52 van 2016, waarvan zij betaling vordert. CCC en de kantonrechter hebben die stukken onvoldoende kunnen bestuderen. Een aanmerkelijk deel van de in het geding gebrachte urenoverzichten ziet niet op de weken 48, 49 en 52. Zorgbruggen moet alleen de urenoverzichten in het geding brengen die betrekking hebben op de facturen waarvan zij betaling vordert. CCC mag daar dan nog op reageren (rov. 3.2.2, 4.1.1 en 4.1.2).
- Zorgbruggen heeft door middel van een digitaal bestand overzichten toegestuurd van door haar medewerkers bij verschillende zorgbehoevenden verrichte werkzaamheden in de weken 47 tot en met 52 van 2016 en in de weken 1 tot en met 16 van 2017, zonder daarbij enige toelichting te geven (rov. 2.4).
- Zorgbruggen heeft de overzichten kennelijk niet eerst aan CCC voorgelegd, alvorens ze in het geding te brengen. Zorgbruggen heeft door het enkele in het geding brengen van de overzichten, de aan de facturen ten grondslag liggende werkzaamheden niet voldoende verantwoord (rov. 2.6).
- CCC heeft zich terecht verzet tegen het in de beoordeling betrekken van de nadere urenoverzichten, waarvan wederom een groot deel geen betrekking heeft op de drie weken waar de facturen betrekking op hebben (rov. 2.7).
- Zorgbruggen heeft onvoldoende duidelijk gemaakt wat de relevantie is van de grote hoeveelheid urenoverzichten voor haar vordering (rov. 2.8).
- Dit voert tot de conclusie dat Zorgbruggen, hoewel zij daartoe in de gelegenheid is gesteld, de werkzaamheden waarvan zij betaling vordert en die door CCC worden betwist, onvoldoende heeft onderbouwd (rov. 2.9).
- veroordeling van CCC tot betaling van een hoofdsom van € 78.523,48, vermeerderd met de wettelijke handelsrente althans de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de in het petitum van de memorie van grieven genoemde data;
- veroordeling van CCC “in de buitengerechtelijke incassokosten”;
- toewijzing van haar vermeerderde eis;
- veroordeling van CCC om al hetgeen Zorgbruggen ter uitvoering van het bestreden vonnis aan CCC heeft voldaan aan Zorgbruggen terug te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de betaling tot de dag van terugbetaling.
- “dat Zorgbruggen voor een correcte indicatie en registratie diende zorg te dragen”
- “dat Zorgbruggen niet in opdracht van CCC handelde maar zelf haar eigen klanten had”
- “dat Zorgbruggen in staat was de indicaties en registraties te regelen en eraan herinnerd is/gereclameerd is daarvoor zorg te dragen”
- “dat Zorgbruggen zelfstandig bepaalde aan wie wanneer welke zorg werd verleend”
- “dat ter zake de werkzaamheden waarvan betaling wordt gevorderd CCC geen vergoeding van het zorgkantoor heeft ontvangen”.
4.De uitspraak
- veroordeelt CCC om aan Muismies een hoofdsom van € 78.523,48 te betalen, vermeerderd met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over de van de hoofdsom onderdeel uitmakende factuurbedragen vanaf 30 dagen na de data van de respectievelijke facturen;
- veroordeelt CCC om aan Muismies € 1.560,23 te betalen ter zake buitengerechtelijke kosten;