Uitspraak
s-HERTOGENBOSCH
[geïntimeerde],
1.Het verdere geding in hoger beroep
2.De verdere beoordeling
€ 14,00
€ 10,00
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende letselschade die de appellant heeft opgelopen door toedoen van een portier van de geïntimeerde discotheek. De appellant, die op 24 januari 2015 door de portier is geduwd, heeft hierdoor ernstig letsel aan zijn linkerhand opgelopen. Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft in een tussenarrest van 1 december 2020 de appellant toegelaten tot het leveren van bewijs. Na het horen van getuigen op 2 februari 2021, heeft het hof vastgesteld dat de verklaringen van de appellant en de getuigen consistent zijn en dat de portier onrechtmatig heeft gehandeld. Het hof concludeert dat de portier, door de appellant te duwen en de deur dicht te doen, inbreuk heeft gemaakt op het recht van de appellant op lichamelijke integriteit. De vraag of de geïntimeerde aansprakelijk is voor het handelen van de portier is ook aan de orde gekomen. Het hof oordeelt dat de geïntimeerde op grond van artikel 6:170 BW aansprakelijk is voor het onrechtmatig handelen van de portier, aangezien deze handelingen plaatsvonden in het kader van het deurbeleid dat door de geïntimeerde was vastgesteld. De appellant heeft een voorschot op de schadevergoeding gevorderd, welke door het hof is toegewezen op € 2.000,00. Daarnaast is de zaak verwezen naar de schadestaatprocedure voor verdere schadevaststelling. Het hof heeft de geïntimeerde in de proceskosten veroordeeld.