ECLI:NL:GHSHE:2021:2514

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
10 augustus 2021
Publicatiedatum
10 augustus 2021
Zaaknummer
200.240.004_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar geestelijke gesteldheid en wilsgebrek in civiele procedure

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep in een civiele procedure. De appellante, in haar hoedanigheid als bewindvoerder van de onderbewindgestelde, heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Limburg. Het hof heeft eerder tussenarresten gewezen en heeft nu een deskundigenonderzoek gelast naar de geestelijke gesteldheid van de onderbewindgestelde. Dit onderzoek is noodzakelijk om te beoordelen of er sprake is van wilsgebrek, zoals oneigenlijke dwaling, en om de impact van de geestelijke gesteldheid op het functioneren van de onderbewindgestelde in 2013 vast te stellen. De deskundige, dr. O. de Klerk, is benoemd om de vragen te beantwoorden die het hof heeft geformuleerd. Het hof heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om suggesties te doen over de deskundige en de vragen die aan deze deskundige voorgelegd worden. De kosten van het deskundigenonderzoek komen voorlopig ten laste van de Rijkskas. Het hof heeft ook richtlijnen gegeven over de inzage in medische gegevens en het blokkeringsrecht van de onderbewindgestelde. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere behandeling na ontvangst van het deskundigenrapport.

Uitspraak

GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.240.004/01
arrest van 10 augustus 2021
in de zaak van
[appellante] ,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder van [onderbewindgestelde] ,
appellante in het principaal appel,
geïntimeerde in het voorwaardelijk incidenteel appel,
wonende te [woonplaats] ,
verder: [bewindvoerder] ,
advocaat: mr. A. Smeekes te Tilburg,
tegen:
[geïntimeerde],
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde in het principaal appel,
appellant in het voorwaardelijk incidenteel appel,
verder: [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. R.M.I. Cornelissen te Roermond,
als vervolg op de tussenarresten van dit hof van 11 februari 2020 en 16 juni 2020 in het hoger beroep van het door de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, onder zaaknummer/rolnummer C/03/207955 / HA ZA 15-370 tussen partijen gewezen vonnis van 1 februari 2017.

8.Het verdere procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • voormelde tussenarresten;
  • de akte van [bewindvoerder] .;
  • de antwoordakte van [geïntimeerde] .
Het hof heeft een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

9.De nadere beoordeling

9.1.
Het hof heeft in het tussenarrest een onderzoek door een deskundige aangekondigd en partijen in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over het aantal, de deskundigheid en de persoon van de deskundige en suggesties te doen over de vragen.
9.2
Partijen hebben in hun aktes laten weten dat zij instemmen met de voorgestelde vragen.
9.3
Het hof herhaalt voor de duidelijkheid de vragen en enkele instructies voor het onderzoek (citaat uit het laatste tussenarrest):
“6.4. Het hof acht op dit punt deskundigenonderzoek noodzakelijk. Het hof wenst inlichtingen in te winnen over de geestelijke gesteldheid van [onderbewindgestelde] , de impact die deze heeft gehad op zijn functioneren in 2013 en de (mogelijke) waarneembaarheid van de klachten voor derden zoals [geïntimeerde] . Het hof gaat vooralsnog uit van één deskundige, die psychiater is. Het staat de deskundige vrij een oordeel van andere artsen van andere disciplines (bijvoorbeeld op het gebied van de neurologie, de neuropsychologie en cognitieve klachten op dit terrein) in te winnen indien de deskundige dit geraden acht in verband met de aan de deskundige ter beantwoording voorgelegde vragen. Het is aan de deskundige om te bepalen wie de deskundige in deze situatie inschakelt en welke vragen daarbij ter beantwoording worden voorgelegd.
6.5.
Het hof is voornemens aan de te benoemen deskundige(n) de volgende vragen voor te leggen:
1. Kunt u de geestelijke gesteldheid van [onderbewindgestelde] beoordelen en hoe kwalificeert u zijn gezondheid op dit gebied? Kunt u mogelijke beperkingen vaststellen? Zo ja, wilt u de aard en ernst hiervan, en de impact ervan op zijn dagelijks functioneren, omschrijven?
2. Is [onderbewindgestelde] naar uw oordeel in staat om zelfstandig en in vrijheid zijn wil te bepalen en om de betekenis en strekking van zakelijke transacties te overzien?
3. Zijn eventuele beperkingen naar uw oordeel waarneembaar voor anderen in het gewone maatschappelijke verkeer (buiten het kader van wetenschappelijk onderzoek)? Zo ja, hoe en in welke mate?
4. Kunt u zich, op basis van uw onderzoek en het medisch dossier, uitlaten over de situatie in november en december 2013? Kunt u zich uitlaten over vragen 2 en 3 hiervoor, naar de stand van zaken in november en december 2013?
5. Heeft u voor het overige nog opmerkingen waarvan u het zinvol acht dat het hof daarvan kennis neemt?”
9.5.
Partijen hebben zich verder uitgelaten over de persoon van de deskundige. [bewindvoerder] . heeft [psychiater] (psychiater te [plaats] ) voorgesteld. [geïntimeerde] maakt hiertegen bezwaar, weet niet of deze psychiater onafhankelijk en onpartijdig is en vindt dat een onafhankelijke en onpartijdige deskundige moet worden benoemd. [geïntimeerde] wijst er ook op dat deze psychiater gespecialiseerd is in de ouderenpsychiatrie. [geïntimeerde] vindt dat dat niet de juiste specialisatie is.
9.6.
Het hof zal dr. O. de Klerk, psychiater, als deskundige benoemen. Dr. De Klerk heeft bevestigd onafhankelijk en onpartijdig te zijn en de vereiste deskundigheid te hebben om het onderzoek uit te voeren.
9.7.
Het hof zal bepalen dat de kosten van het deskundigenbericht voorlopig ten laste van ’s Rijks kas zullen komen (tussenarrest, 6.6).
Partijen hebben gemeld het uurtarief van € 265,00 aan de (te) hoge kant te vinden, maar het hof acht het tarief redelijk en aanvaardbaar, gelet op de aard van de werkzaamheden.
9.8.
Het hof wijst er voorts op dat gegevens die door [onderbewindgestelde] / [bewindvoerder] . aan de deskundige worden verschaft, tegelijkertijd in afschrift of ter inzage worden verstrekt aan [geïntimeerde] . Dit geldt echter niet onverkort voor medische gegevens die aan de deskundige worden verstrekt door [onderbewindgestelde] / [bewindvoerder] . (die eventueel gebruik kan maken van het blokkeringsrecht als bedoeld in artikel 7:464 lid 2, aanhef en onder b, BW). [onderbewindgestelde] / [bewindvoerder] . is, met het oog op de eventuele uitoefening van het blokkeringsrecht, in beginsel niet verplicht de door hem/haar aan de deskundige verschafte medische gegevens tegelijkertijd aan [geïntimeerde] in afschrift of ter inzage te verstrekken.
Indien [onderbewindgestelde] / [bewindvoerder] . van het blokkeringsrecht geen gebruik maakt en het deskundigenbericht ter beschikking van de wederpartij stelt, dan is [onderbewindgestelde] / [bewindvoerder] ., indien [geïntimeerde] het verlangt of op bevel van de rechter, alsnog verplicht alle door hem/haar aan de deskundige verschafte medische gegevens aan [geïntimeerde] in afschrift of ter inzage te verstrekken. Weigert [onderbewindgestelde] / [bewindvoerder] . dit te doen, zonder dat hij/zij daartoe gewichtige redenen als bedoeld in artikel 22 Rv heeft aangevoerd welke door het hof gegrond zijn geoordeeld, dan zal het hof uit die weigering de gevolgtrekking kunnen maken die hij geraden acht.
9.9.
Het hof zal de deskundige benoemen en de hiervoor omschreven vragen voorleggen. Het hof zal iedere verdere beslissing aanhouden.

10.De uitspraak

Het hof:
in het principaal appel en in het voorwaardelijk incidenteel appel
10.1.
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rechtsoverweging 9.3 van dit arrest (tussenarrest, 6.5) geformuleerde vragen;
10.2.
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen:
de heer dr. O. de Klerk
Psyon
[telefoonnummer]
[e-mailadres][Postbus]
[postcode] [plaats] ;
10.3.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
10.4.
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van het concept-rapport– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het rapport van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het rapport tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren;
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed rapport, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het rapport aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijke, ondertekende rapport ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
wijst de deskundige en partijen op hetgeen hiervoor in rechtsoverweging 9.8 is overwogen met betrekking tot het inzage- en blokkeringsrecht;
bepaalt dat de deskundige in zijn rapport aangeeft welke medische gegevens de deskundige heeft ontvangen, waaronder ook die welke de deskundige weliswaar heeft ontvangen maar niet aan zijn deskundig oordeel ten grondslag heeft gelegd;
bepaalt dat de deskundige in het rapport vermeldt of en zo ja op welke wijze de deskundige heeft voldaan aan de verplichting om [onderbewindgestelde] / [bewindvoerder] . in de gelegenheid te stellen mede te delen of hij/zij van het inzage- en blokkeringsrecht gebruik wenste te maken;
10.5.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 4.459,60 inclusief btw, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat het voorschot van partij [bewindvoerder] ., nu aan deze partij een toevoeging is verleend, voorlopig ten laste van ’s Rijks kas komt;
verzoekt de deskundige, indien de kosten van de deskundige het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
10.6.
benoemt mr. Frakes tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier (het Bureau Deskundigen van dit hof) dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
10.7.
verwijst de zaak naar de rol van 11 januari 2022 in afwachting van het deskundigenrapport;
verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenrapport naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenrapport aan de zijde van [bewindvoerder] .;
10.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. L.S. Frakes, H.K.N. Vos en J.M.W. Werker en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 10 augustus 2021.
griffier rolraadsheer