3.1Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.
Lunaria is de praktijkvennootschap van haar gemachtigde bestuurder [persoon A] (verder: [persoon A]) die sinds 1980 rechtsbijstand heeft verleend aan de familie [[M]], eerst aan de vader en na diens overlijden aan de erven. Over de verdeling van de nalatenschap zijn geschillen ontstaan.
AGL drijft een rentmeesterkantoor en is eveneens als adviseur betrokken bij de verdeling van de nalatenschap-[[M]].
In november 2017 is tussen [persoon A] en AGL, in de persoon van [persoon B] (verder: [persoon B]) overlegd over bemiddeling door AGL voor de verkoop van twee percelen van de erven [[M]]. In een e-mail van 17 november 2017 verklaarde [persoon B] zich hiertoe bereid, op voorwaarde van een persoonlijke garantstelling van [persoon A] voor de provisie.
In april 2018 is tussen [persoon A] en [persoon B] overlegd over de opstelling van een pachtovereenkomst met [persoon C] (verder: [persoon C]) voor een deel van de gronden die deel uitmaken van de nalatenschap-[[M]].
Bij e-mail van 16 april 2018 heeft [persoon B] aan [persoon A] gevraagd:
“Kan ik alvast de pachtovereenkomst geliberaliseerde pacht opstellen? Zo ja, tekent u dan de overeenkomst geliberaliseerde pacht?”
Bij e-mail van 18 april 2018 heeft [persoon A] onder meer geantwoord:
“De pachtovereenkomst kan op naam van de erven [[M]] worden gesteld en die kan gelijk vorig jaar door [persoon D] worden getekend.”
[persoon B] heeft hier bij e-mail van 19 april 2018 onder meer op geantwoord:
“Aangezien de kosten van opmaak niet in de opdracht zit is AGL bereid de overeenkomst geliberaliseerde pacht op te stellen c.q. af te handelen op basis van tijdbesteding. De tijdbesteding zal worden verricht op basis van € 100,- per uur exclusief BTW. Graag spoedig bericht in deze waarna de overeenkomst met grote voortvarendheid kan worden opgesteld.”
Bij e-mail van 20 april 2018 heeft [persoon A] aan [persoon B] laten weten:
“een pachtovereenkomst kan men gewoon downloaden en mailen. Dat wil ik ook wel voor je doen”.[persoon B] heeft bij e-mail van dezelfde dag aan [persoon A] laten weten dat hij de overeenkomst geliberaliseerde pacht op voorhand had opgesteld en deze naar de rentmeester van de pachter zou sturen.
Bij e-mail van 26 april 2018 heeft [persoon B] aan [persoon A] de aangepaste en ondertekende pachtovereenkomst doen toekomen.
Bij factuur van 29 mei 2018 heeft AGL in verband met de pachtovereenkomst een bedrag van € 2.117,50 inclusief btw aan Lunaria in rekening gebracht. De specificatie vermeldt 17,5 uur à € 100,- per uur exclusief btw in de periode van 19 april 2018 tot en met 28 mei 2018.
Bij e-mail van 24 juli 2018 heeft [persoon B] aan [persoon A] een betalingsherinnering gestuurd waarop deze als volgt heeft gereageerd:
“Ik zie eerst nu dat u mij een tweede declaratie A 3903 hebt toegezonden aangaande geliberaliseerde pacht [persoon C]. Ik heb u daarvoor geen opdracht gegeven, bovendien zijn standaardformulieren zo van het internet te plukken heb ik u destijds al laten weten. Ik ga er dan ook van uit dat dit op een vergissing berust.”
Lunaria heeft op verdere sommaties van de gemachtigde van AGL laten weten niets verschuldigd te zijn en zij heeft de factuur van AGL niet betaald.
De procedure in eerste aanleg