Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
3.000,00 (drieduizend euro).
€ 3.000,00 (drieduizend euro).
60 dagen.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het hoger beroep was ingesteld door de betrokkene, die in eerste instantie was veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 7.200,-- aan de Staat, als wederrechtelijk verkregen voordeel. De advocaat-generaal vorderde dat het hof het eerdere vonnis zou vernietigen en het wederrechtelijk verkregen voordeel opnieuw zou vaststellen op € 7.200,--, met een subsidiaire vordering van € 3.000,--. De verdediging pleitte voor afwijzing van de vordering tot ontneming of, subsidiair, voor vaststelling van het voordeel op € 3.000,--, rekening houdend met een vordering van een benadeelde partij in een andere strafzaak.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat deze niet voldeed aan de motiveringsvereisten van artikel 359 van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene wederrechtelijk voordeel heeft genoten door het opzetten van een hennepkwekerij, waarvoor hij € 3.000,-- heeft ontvangen. Het hof heeft de hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 3.000,--, zonder aftrek van kosten, omdat de betrokkene geen kosten heeft aangetoond. Tevens is de duur van de gijzeling vastgesteld op 60 dagen, in overeenstemming met de nieuwe regelgeving.
De beslissing is gebaseerd op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, dat de ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel regelt. Het hof heeft de verplichting tot betaling aan de Staat opgelegd en de duur van de gijzeling bepaald, waarbij het hof de wettelijke voorschriften in acht heeft genomen.