Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte]
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken;
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg, waarbij de verdachte op 2 december 2020 vrijgesproken werd van het onder feit 2 primair tenlastegelegde. De politierechter heeft de verdachte echter wel schuldig bevonden aan de feiten 1, 2 subsidiair en 3, die respectievelijk gekwalificeerd zijn als 'mishandeling', 'wederspannigheid met enig letsel' en 'belediging van een ambtenaar in functie, meermalen gepleegd'. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken met aftrek van voorarrest en de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van zes weken is gelast. De verdachte heeft tegen dit vonnis hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de politierechter zal vernietigen en de verdachte opnieuw zal veroordelen tot een gevangenisstraf van vier weken. De raadsvrouw van de verdachte heeft verweer gevoerd en verzocht om de proeftijd te verlengen of om de vordering tot tenuitvoerlegging slechts gedeeltelijk toe te wijzen.
Het hof heeft het beroep in hoger beroep beoordeeld en is van oordeel dat de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf kan worden toegewezen, omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Echter, het hof heeft besloten om niet de gehele vordering toe te wijzen, maar slechts een deel van de voorwaardelijke veroordeling ten uitvoer te leggen, namelijk een gevangenisstraf van twee weken. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die zich inspant om zijn leven op de rit te krijgen.