In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de verdachte is veroordeeld voor diefstal door twee of meer verenigde personen. De verdachte, geboren in 1986 en thans verblijvende in PI Vught, heeft samen met anderen op 17 januari 2018 in Tilburg een Audi A6 en gereedschapskoffers weggenomen. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 weken, waarvan 4 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep bevestigd dat het vonnis van de politierechter moet worden gehandhaafd, terwijl de raadsman van de verdachte vrijspraak heeft bepleit en subsidiair een strafmaatverweer heeft gevoerd.
Het hof heeft het onderzoek in hoger beroep verricht en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen de Audi A6 heeft weggenomen door middel van een valse sleutel. De verdachte is op heterdaad betrapt en er zijn verschillende bewijsmiddelen die de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal ondersteunen. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig is aan de tenlastegelegde feiten en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 10 weken, met aftrek van voorarrest.
Het hof heeft ook overwogen dat de redelijke termijn in hoger beroep is overschreden, maar heeft geen reden gezien voor strafvermindering. De beslissing is gegrond op de artikelen 63 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.