Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 9 november 2019 (pg. 15-17), voor zover inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Een schriftelijk bescheid, te weten een geneeskundige verklaring d.d. 12 november 2019 (pg. 45):
- Linkerzijde hals 3-tal striemvormige hematomen.
- Pijnlijke palpatie nekmusculatuur links > rechts.
- Streepvormige oppervlakkige schaafverwonding kin rechts.
- Oppervlakkige wondje liphoek bovenlip links.
- Hematoom heup linkerzijde 2cm x 2cm. (…)
Het proces-verbaal van verhoor d.d. 9 november 2019 (pg. 28-31), voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 november 2019 (pg. 7-8), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en [verbalisant 3] :
[verdachte]
[slachtoffer]
poging tot zware mishandeling.
- reiskosten ten behoeve van het gesprek bij Slachtofferhulp: € 16,35;
- immateriële schade: € 750,00.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) dagen.
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 500,00 (vijfhonderd euro)bestaande uit
€ 500,00 (vijfhonderd euro)immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 november 2019 tot aan de dag der voldoening.
€ 250,00 (tweehonderdvijftig euro)als vergoeding voor immateriële schade af.
niet-ontvankelijkin de vordering.
€ 16,35 (zestien euro en vijfendertig cent).
€ 500,00 (vijfhonderd euro)als vergoeding voor immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 november 2019 tot aan de dag der voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste
10 (tien) dagenkan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.