Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Briedis Jeugdbeschermers,
[minderjarige](roepnaam: [minderjarige] ), geboren op [geboortedatum] 2006 te [geboorteplaats] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2006, die onder toezicht is gesteld van een gecertificeerde instelling (GI). De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 3 februari 2021 aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling was verlengd. De moeder stelt dat de ontwikkeling van de minderjarige goed gaat en dat de ondertoezichtstelling meer kwaad dan goed doet. De GI daarentegen betoogt dat er nog steeds een ernstige ontwikkelingsbedreiging is en dat het noodzakelijk is om de minderjarige de kans te geven een eigen beeld van de vader te vormen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 19 juli 2021 zijn zowel de moeder als de vader gehoord, evenals vertegenwoordigers van de GI. De minderjarige heeft ook haar mening kenbaar gemaakt. Het hof heeft vastgesteld dat de ondertoezichtstelling in het verleden is verlengd en dat de moeder niet negatief staat tegenover contactherstel, maar dat de minderjarige zelf aangeeft geen contact met de vader te willen. De GI heeft aangegeven dat het noodzakelijk is om in kleine stappen te werken aan een samenwerking tussen de ouders en aan contactherstel.
Het hof heeft geconcludeerd dat de gronden voor de ondertoezichtstelling aanwezig zijn en heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd. De beslissing is genomen op basis van de wettelijke vereisten en de noodzaak voor de ontwikkeling van de minderjarige. De uitspraak is gedaan op 29 juli 2021.