Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
[appellante 1] ,wonende te [woonplaats] ,
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 1 mei 2018 waarbij het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 18 juni 2018;
- de memorie van grieven met een productie;
- de memorie van antwoord met producties;
- het pleidooi op 16 juli 2021, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd;
- de bij brief van 9 juli 2021 door mr. Beele ten behoeve van het pleidooi toegezonden productie.
- het tussenarrest van 1 mei 2018 waarbij het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast;
- het proces-verbaal van comparitie van 18 juni 2018;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord met producties;
- het pleidooi van 16 juli 2021, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd;
- de bij H12 formulier van 29 januari 2021 door mr. Leerink ten behoeve van het pleidooi toegezonden producties.
6.De beoordeling
Met de aangeleverde gegevens heeft uw advocaat voldoende aangetoond dat het gebruik van de bedrijfswoning aan de [adres 1] te [plaats] als burgerwoning onder het overgangsrecht van het geldende bestemmingsplan buitengebied uit 2002 valt. Dit impliceert dat de bedrijfswoning gelegen aan de [adres 1] te [plaats] behorende bij [betoncentrale] Betoncentrale gelegen aan de [adres 2] te [plaats] , als burgerwoning gebruikt mag worden.
Onder bestaand gebruik als bedoeld in artikel 39.2 wordt voor wat betreft het met dit plan strijdige gebruik van het perceel(sgedeelte) met de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf – betonfabriek” uitsluitend verstaan het gebruik van de bedrijfswoning voor bewoning anders dan als bedrijfswoning door [appellant] en [appellante 1] .”.
Artikel 6. Staat van de onroerende zaak. Gebruik.
Artikel 20. bestemming bedrijfswoning.Het onderhavige verkochte heeft een bedrijfswoning bestemming. Onderdeel van deze overeenkomst zijn gemeentelijke documenten, waaruit blijkt dat in de woning ook als burger gewoond kan worden. Deze documenten zijn eerder ter hand gesteld.”.
U heeft de woning gekocht van [appellant] en [appellante 1] . Op het moment dat u de bedrijfswoning heeft gekocht en bent gaan bewonen, is het overgangsrecht opgehouden te bestaan. De bedrijfswoning mag nu alleen nog gebruikt worden als bedrijfswoning behorende bij de betoncentrale van [betoncentrale] .”.
€ 332.678,26, te vermeerderen met wettelijke rente;
- voor recht heeft verklaard dat de koopovereenkomst die [appellanten] en [geïntimeerden] op of omstreeks 20 juli 2016 hebben gesloten, buitengerechtelijk is ontbonden;
- [appellanten] hoofdelijk heeft veroordeeld tot betaling aan [geïntimeerden] van de koopsom van € 332.678,26, te vermeerderen met wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 januari 2017 tot de dag der algehele voldoening;
- [appellanten] hoofdelijk heeft veroordeeld medewerking te verlenen aan de (terug)levering van de woning, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom; en,
- [appellant] , [appellante 1] en [Makelaardij] hoofdelijk heeft veroordeeld tot vergoeding van de door [geïntimeerden] geleden en te lijden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 24 februari 2017.
Parl. Gesch. InvW 7, p. 128).
mogelijkheidvan schade aannemelijk is. Gelijk de rechtbank heeft overwogen, is naar het voorlopig oordeel van het hof de mogelijkheid aannemelijk dat [geïntimeerden] schade heeft geleden als gevolg van de ontbinding van de koopovereenkomst. Dit alleen al vanwege het feit dat [geïntimeerden] kosten heeft moeten maken.