In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 juli 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over het ontslag van de bewindvoerder van de rechthebbende. De rechthebbende, die in hoger beroep is gekomen tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Limburg, verzocht om het ontslag van de bewindvoerder, Stichting [Stichting], en de benoeming van een opvolgend bewindvoerder. De rechthebbende gaf aan dat de samenwerking met de bewindvoerder niet goed verliep, er een vertrouwensbreuk was ontstaan en dat hij geen inzage kreeg in zijn financiële situatie. De bewindvoerder heeft geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de rechthebbende en ging akkoord met het verzoek tot ontslag.
Het hof heeft vastgesteld dat de verhouding tussen de rechthebbende en de bewindvoerder ernstig verstoord was, wat een gewichtige reden voor ontslag opleverde. De rechthebbende heeft verzocht om benoeming van [B.V.] als opvolgend bewindvoerder, en het hof heeft deze benoeming goedgekeurd, aangezien er geen bezwaren tegen deze benoeming waren. De uitspraak vernietigt de eerdere beschikking van de rechtbank en verleent met ingang van 1 september 2021 ontslag aan de bewindvoerder, met benoeming van de nieuwe bewindvoerder. Tevens zijn er bepalingen opgenomen over de beloning van de opvolgend bewindvoerder en de verplichtingen die deze heeft na de benoeming.