Uitspraak
- [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige 1] ;
- [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] , hierna te noemen: [minderjarige 2] .
wonende te [woonplaats] ,
5.De beschikking d.d. 17 februari 2021
voorlopig, totdat daarover anders is beslist, recht hebben op contact met elkaar iedere week van vrijdag uit school tot zaterdagavond 19.00 uur en om de week op woensdag uit school tot 18.30 uur, te beginnen op woensdag 13 januari 2021;
6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
- de moeder, bijgestaan door mr. N.A. Boelhouwer;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI 1] en [vertegenwoordiger van de GI 2] ;
- de vader, bijgestaan door mr. Noordhof;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad]
7.De verdere beoordeling
De GI is van mening dat de plaatsing van de kinderen in een (netwerk)pleeggezin zal bijdragen aan rust, structuur en voorspelbaarheid, waardoor de kinderen toekomen aan hun eigen ontwikkeling. Tevens zal het bijdragen aan het reduceren van spanningen tussen de ouders onderling en kan er vanuit een basis van rust toegewerkt worden aan een uitbreiding van het contact tussen de kinderen en de moeder.
De omgang van de moeder werd nog uitgebreid en plaatsing van de kinderen bij de moeder was nog niet aan de orde. De machtiging is afgegeven voor de duur van drie maanden. Afgesproken is dat de moeder de kinderen op 17 mei 2021 naar het pleeggezin brengt.
Zodra de vader aan bepaalde randvoorwaarden kan voldoen, wordt de omgang met de vader hervat. De vader benadrukt dat de huidige situatie tijdelijk is en dat er geen redenen zijn om het ouderschapsplan, de omgangsregeling en het hoofdverblijf te wijzigen. Hij doet er alles aan om zijn verplichtingen jegens de kinderen na te komen en betaald werk en woonruimte te vinden, hetgeen hij op korte termijn verwacht te kunnen realiseren. Dan kan de uithuisplaatsing opgeheven worden en de omgangsregeling, zoals vastgelegd in de beschikking van het hof, worden hervat.
In 2020 is weloverwogen besloten dat de kinderen even geen of minder contact met de moeder hadden. Het is toen een hele tijd goed gegaan met de kinderen. In februari is de omgang met de moeder iets uitgebreid. Door alle ontwikkelingen is nog nauwelijks gelegenheid geweest om daar uitvoering aan te geven en te kijken hoe dat loopt. De vader zou het liefst de regeling van februari 2021 nog een tijdje voort willen zetten, waarbij hij ervanuit gaat dat de uithuisplaatsing van de kinderen in het pleeggezin in juli 2021 (of eerder) wordt opgeheven. Een eventuele uitbreiding kan alleen met kleine stapjes worden gerealiseerd.
De vader stemt in met het aanbod van de GI ter mondelinge behandeling van het hof om, nu of zodra de rust is wedergekeerd, de begeleiding van de ouders weer op te pakken. De vader heeft er echter geen vertrouwen in dat de schottenaanpak een oplossing kan bieden voor de problemen tussen de ouders.
8.De beslissing
- thans: in de ene week op woensdagmiddag tot 19.00 uur en in de andere week van vrijdag uit school tot zondagavond;
- zodra uithuisplaatsing van de kinderen in het pleeggezin is opgeheven en de kinderen weer bij de vader wonen: in de ene week op woensdagmiddag tot 19.00 uur en in de andere week van vrijdag uit school tot maandagochtend (naar school);