Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2013 te [geboorteplaats] .
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een hoger beroep van een man tegen een beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin de echtscheiding werd uitgesproken en een zorgregeling en kinderalimentatie voor hun minderjarige dochter werd vastgesteld. De man en vrouw zijn op 25 mei 2012 getrouwd en hebben samen een dochter, geboren in 2013. Na hun feitelijke scheiding op 19 mei 2018, heeft de rechtbank op 16 december 2019 de echtscheiding uitgesproken en de zorgregeling en kinderalimentatie vastgesteld. De man is in hoger beroep gegaan, waarbij hij verzoekt om een wijziging van de zorgregeling naar een 50/50-verdeling en een verlaging van de kinderalimentatie. De vrouw heeft incidenteel hoger beroep ingesteld en verzoekt om een wijziging van de zorgregeling in haar voordeel en een verhoging van de kinderalimentatie.
Tijdens de mondelinge behandeling op 1 maart 2021 zijn beide partijen gehoord, evenals vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling. Het hof heeft vastgesteld dat er zorgen zijn over de gedragsproblemen van de minderjarige, die mogelijk voortkomen uit de spanningen tussen de ouders. Het hof heeft besloten om de zorgregeling te wijzigen, zodat de minderjarige per veertien dagen een aaneengesloten periode van vijf dagen bij de vader verblijft, met minder wisselmomenten. De kinderalimentatie is vastgesteld op € 25,- per maand, met een eerdere bijdrage van € 176,- per maand voor de periode van 16 december 2019 tot 31 december 2019. De vrouw hoeft geen teveel ontvangen kinderalimentatie terug te betalen aan de man. De proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd, zodat elke partij de eigen kosten draagt.