ECLI:NL:GHSHE:2021:2217

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
9 juli 2021
Publicatiedatum
13 juli 2021
Zaaknummer
20-002353-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor opzetheling van een bestelbus

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een veroordeling voor opzetheling. De verdachte, geboren in 1964, was eerder door de politierechter veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 maand voor het medeplegen van opzetheling van een bestelbus. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om vernietiging van het eerdere vonnis en een veroordeling tot 2 maanden gevangenisstraf. De verdachte heeft vrijspraak bepleit en een strafmaatverweer gevoerd. Het hof heeft het beroep van de verdachte ongegrond verklaard en het eerdere vonnis vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring kwam. Het hof achtte bewezen dat de verdachte op 5 december 2018 te Nuenen opzettelijk uit winstbejag een door misdrijf verkregen goed, te weten een bestelbus, voorhanden heeft gehad. De verdachte had de bus gekocht van een medeverdachte en had toegang tot de loods waar de bus werd aangetroffen. Het hof oordeelde dat de verdachte wetenschap had van de herkomst van de bus en dat hij deze uit winstbejag voorhanden had. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 maanden.

Uitspraak

Parketnummer : 20-002353-19
Uitspraak : 9 juli 2021
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, locatie ’s-Hertogenbosch, van 23 juli 2019, in de strafzaak met parketnummer 01-084781-19 tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1964,
wonende te [adres 1]
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte door de politierechter ter zake van medeplegen van opzetheling veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand.
Van de kant van de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van datgene wat namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de politierechter zal vernietigen en opnieuw rechtdoende, het primair tenlastegelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden.
Namens verdachte is primair vrijspraak bepleit en subsidiair is een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is – na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg – tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 5 december 2018 te Nuenen, gemeente Nuenen c.a., tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, opzettelijk uit winstbejag, een door misdrijf verkregen goed, te weten een bestelbus (van het merk Volkswagen, type Transporter voorzien van het kenteken [kenteken 1] ) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen:
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 5 december 2018 te Nuenen, gemeente Nuenen c.a., tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen, uit winstbejag, een goed, te weten een bestelbus (van het merk Volkswagen, type Transporter voorzien van het kenteken [kenteken 1] ) voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
meer subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 5 december 2018, te Nuenen, gemeente Nuenen c.a., althans in Nederland, een voorwerp, te weten een bestelbus (van het merk Volkswagen, type Transporter voorzien van het kenteken [kenteken 1] ), heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, en/of van een voorwerp, te weten voornoemde bestelbus gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig misdrijf.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 5 december 2018 te Nuenen, gemeente Nuenen c.a., opzettelijk uit winstbejag een door misdrijf verkregen goed, te weten een bestelbus (van het merk Volkswagen, type Transporter) voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Indien tegen dit verkorte arrest beroep in cassatie wordt ingesteld, worden de door het hof gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het arrest. Deze aanvulling wordt dan aan dit arrest gehecht.
Bewijsoverwegingen
I.
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
II.
Namens de verdachte is vrijspraak bepleit. Daartoe is – kort gezegd – aangevoerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om tot een bewezenverklaring te komen. Verdachte heeft weliswaar een Volkswagen Transporter gekocht van medeverdachte [medeverdachte 1] op 29 november 2018 doch hij heeft deze bus gelijk doorverkocht. Althans, er was een aanbetaling gedaan door twee Marokkaanse jongens. Omdat nog niet volledig was betaald stond het voertuig nog in de loods. De verdachte werd op enig moment gebeld door [getuige] van het bedrijf [bedrijf 1] dat de Marokkaanse jongens de bus mee wilden nemen uit de loods, waarvoor toestemming is gegeven. De verdediging wijst op de verklaring van getuige [getuige] afgelegd op 2 maart 2021 bij de raadsheer-commissaris waaruit blijkt dat de witte Volkswagen Transporter inderdaad uit de loods is weggeweest. De Marokkanen hebben derhalve de bus uit de loods gehaald en een gestolen voertuig neergezet. Nu aan de bus ook geen sporenonderzoek is gedaan dat wijst in de richting van de verdachte dient hij wegens gerede twijfel te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt als volgt.
Uit het dossier volgt dat op 5 december 2018 een integrale controle werd georganiseerd door de gemeente Nuenen waar onder meer de politie bij betrokken was. De controle was gericht op autobedrijven gevestigd op het bedrijventerrein in Nuenen. Onder de te controleren bedrijven viel ook autobedrijf [bedrijf 2] dat op 5 december 2018 was gevestigd in een loods aan de [adres 2] . Medeverdachte [medeverdachte 1] is eigenaar van autobedrijf [bedrijf 2] . De rechterkant van de loods is in gebruik bij [bedrijf 2] en de linkerkant van de loods is in gebruik bij [bedrijf 1] . Verdachte had, naast medeverdachte [medeverdachte 1] en de eigenaar van [bedrijf 1] , toegang tot de loods door middel van een sleutel. In de loods – aan de rechterkant – werd een witte Volkswagen Transporter met kenteken [kenteken 2] aangetroffen. De handvatten en de bumper van de bus waren gedemonteerd. Het chassisnummer dat op het schutbord onder de motorkap zat, kwam overeen met het kenteken, dat op naam van medeverdachte [medeverdachte 1] stond en dat hoorde bij de bus die verdachte op 29 november 2018 had gekocht van medeverdachte [medeverdachte 1] . Achter het voorraam werd – achter een wit vel papier – een ander chassisnummer aangetroffen dat overeenkwam met het nummer op een sticker onder de bestuurdersstoel. Dit chassisnummer hoort bij een witte Volkswagen Transporter met kenteken [kenteken 1] die sinds 30 november 2018 als gestolen stond gesignaleerd. In de loods lag een schutbord – voorzien van het chassisnummer behorende bij de gestolen witte Volkswagen Transporter met kenteken [kenteken 1] – die in stukken was gemaakt. Uit onderzoek van Stichting Verzekeringsburo Voertuigcriminaliteit Derden bleek dat het schutbord met chassisnummer als aangebracht op de aangetroffen bus valselijk was aangebracht op het voertuig.
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft bij de politie verklaard dat hij de Volkswagen Transporter met kenteken [kenteken 2] op 28 november 2018 heeft gekocht in Boxtel bij [bedrijf 3] Daartoe heeft hij een aankoopbewijs overgelegd. Ook heeft [medeverdachte 1] een betalingsbewijs overgelegd waaruit blijkt dat hij de bus op 29 november 2018 heeft verkocht aan de verdachte. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat de verdachte het voertuig toen heeft meegenomen en later bij hem in de loods heeft gezet en dat het voertuig moest worden gepoetst. Ook heeft [medeverdachte 1] verklaard dat de verdachte een sleutel van de loods bezat en dus toegang had tot de loods.
Verdachte heeft verklaard dat hij de bus inderdaad had gekocht van [medeverdachte 1] maar dat hij deze gelijk heeft doorverkocht aan twee Marokkaanse jongens. Van deze jongens heeft hij geen namen genoemd. Aan de politie heeft hij een telefoonnummer gegeven op welk nummer de jongens bereikbaar zouden zijn. De politie heeft deze personen echter niet kunnen bereiken via dit nummer. Weliswaar heeft de getuige [getuige] , die auto’s poetste in de loods, bij de raadsheer-commissaris verklaard dat hij twee Marokkaanse jongens uit de buurt kende en dat die vroegen of hij hun auto wilde poetsen, echter hij heeft ook verklaard dat de verdachte zei dat de bus gepoetst moest worden en dat de verdachte de onderdelen zou regelen voor de bus. In zijn verklaring bij de politie heeft de getuige [getuige] bovendien verklaard dat de verdachte aan hem had gevraagd de bus te poetsen en dat hij helemaal geen Marokkaanse jongens heeft gezien.
Onder die omstandigheden hecht het hof geen geloof aan de verklaring van de verdachte dat hij de bus had verkocht aan Marokkaanse jongens en dat deze jongens de gestolen bus in de loods hebben gezet.
Het hof gaat ervan uit dat het verdachte is geweest die de gestolen Volkswagen Transporter op 5 december 2018 voorhanden heeft gehad. Immers, de verdachte had de bus gekocht waarvan de kentekenplaten op het gestolen voertuig zijn aangetroffen, volgens de medeverdachte had de verdachte de bus meegenomen en in de loods gezet, de verdachte heeft opdracht gegeven de bus te poetsen en medegedeeld tegen de poetser dat hij de onderdelen zou regelen.
Het hof is van oordeel dat verdachte derhalve wetenschap had dat de aangetroffen bestelbus uit misdrijf afkomstig was en dat hij deze uit winstbejag voorhanden heeft gehad. Te verwachten was immers, zoals verdachte zelf heeft verklaard, dat de bus hem in een paar dagen een winst van € 1.000,- zou opleveren.
Het hof acht op grond van het bovenstaande de primair tenlastegelegde opzetheling wettig en overtuigend bewezen.
Het verweer wordt verworpen.
Medeplegen
Niet is vast komen te staan dat een voor medeplegen vereiste voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en anderen heeft bestaan. Daarom zal de verdachte worden vrijgesproken van het tenlastegelegde medeplegen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het primair bewezenverklaarde levert op:
opzetheling.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. Het feit is strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
De advocaat-generaal heeft oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden gevorderd.
Namens de verdachte is bepleit dat aan hem maximaal 1 dag onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal worden opgelegd in combinatie met een taakstraf. Daartoe is aandacht gevraagd voor de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, te weten zijn lichamelijke klachten en dat hij de zorg heeft voor zijn vader.
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan opzetheling. Verdachte heeft uit financieel gewin een bestelbus voorhanden gehad, waarvan hij wist dat deze bus van misdrijf afkomstig was. De kort daarvoor door verdachte aangekochte bus is gebruikt om de identiteit van de (gestolen) bus te verhullen.
Ten aanzien van de ernst van het bewezenverklaarde heeft het hof in het bijzonder gelet op:
  • de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd;
  • de omstandigheid dat heling van gestolen goederen ertoe leidt dat de plegers van diefstal van die goederen – doorgaans geldelijk – voordeel kunnen trekken uit de door hen gepleegde diefstallen. Heling houdt dus de vermogenscriminaliteit in stand, terwijl deze vermogensdelicten leiden tot financiële schade en overlast voor de eigenaren van de weggenomen goederen.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft het hof in het bijzonder gelet op:
  • de inhoud van het hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 22 april 2021, waaruit blijkt dat hij zich eerder schuldig heeft gemaakt aan soortgelijke feiten. Verdachte is door het hof op 19 januari 2016 ter zake van verduistering veroordeeld tot een taakstraf, welke taakstraf is voldaan. Voorts is hij in dat jaar nogmaals door de politierechter veroordeeld ter zake van verduistering, alsmede in 2014 ter zake van oplichting en in 2010 ter zake van verduistering.
  • de overige persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
Naar het oordeel van het hof kan gelet op de ernst van het bewezenverklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd en gelet op de recidive en het taakstrafverbod niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de duur van 2 maanden met zich brengt. De naar voren gebrachte persoonlijke omstandigheden maken het oordeel van het hof niet anders. Met het oog op de strafdoelen van vergelding en generale preventie kan dan ook niet worden volstaan met 1 dag gevangenisstraf en een werkstraf zoals door de raadsvrouw is bepleit.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 63 en 416 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Aldus gewezen door:
mr. J. Platschorre, voorzitter,
mr. S. Taalman en mr. M.A.M. Wagemakers, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. L.J.M.M. Dielesen, griffier,
en op 9 juli 2021 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. S. Taalman en mr. M.A.M. Wagemakers zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.