ECLI:NL:GHSHE:2021:2161
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uithuisplaatsing van minderjarigen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Limburg, waarin een machtiging tot uithuisplaatsing van haar kinderen is verleend. De kinderen, geboren in 2004, 2007 en 2011, staan sinds oktober 2019 onder toezicht van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI). De moeder verzoekt het hof om de beschikking van de rechtbank te vernietigen, terwijl de GI verzoekt om de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar hoger beroep of dit af te wijzen en de beschikking te bekrachtigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 18 juni 2021 zijn de moeder en vertegenwoordigers van de GI gehoord. De vader en de Raad voor de Kinderbescherming zijn niet verschenen. Het hof heeft kennisgenomen van de standpunten van beide partijen en de situatie van de kinderen. Het hof oordeelt dat de uithuisplaatsing van de oudste minderjarige noodzakelijk is voor zijn ontwikkeling, terwijl de machtiging tot uithuisplaatsing van de jongere kinderen is vervallen omdat deze niet binnen de wettelijke termijn is uitgevoerd. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen en verklaart de moeder niet-ontvankelijk in haar hoger beroep tegen de uithuisplaatsing van de jongere kinderen.